Amsterdamse gevelstenen

Spiegelgracht 15: Gevelsteen GELOOF

In 1868 vermelden Van Lennep en Ter Gouw in De Uithangteekens etc. (deel II, pagina 7) op de Heiligeweg een serie van “vier mooie steentjes”. Dankzij Jonkheer Suasso weten we de huisnummers. Het waren respectievelijk STANDVASTIGHEID op nummer 4, D HOOP op nummer 6, D LIEFDE op nummer 8 en GELOOF op nummer 10. Dat Van Lennep en Ter Gouw het mooie steentjes noemen is niet verwonderlijk: de vormgeving met het ovale beeldvlak en de fraai gehakte draperieën langs de bovenzijde en de zijranden is geheel uniek en afwijkend van de algemene vorm van gevelstenen.

Het zal omstreeks 1900 zijn geweest dat de serie uiteengevallen is. In de Noord-Hollandsche Oudheden (1903, deel VI, pagina 38) wordt alleen nog de steen met de personificatie van het Geloof genoemd. Zij heeft zich tot kort voor 1912 op de Heiligeweg weten te handhaven. In dat jaar bouwde architect F.A.Warners (1888-1952) met J.G. Wattjes, medeauteur van het standaardwerk Amsterdams bouwkunst en stadsschoon 1306-1942, het hoekhuis Spiegelgracht 15 / Eerste Weteringdwarsstraat. Behalve een aantal zeventiende-eeuwse bouwfragmenten waaronder een paar mooie natuurstenen festoenen en een oeuil-de-boeuf, gaf hij de gevelsteen GELOOF een plaats in de halfrond uitgebouwde erker aan de Spiegelgrachtgevel.

Houtsnede Geloof, Hoop en Liefde Gravure Geloof en Hoop

De staande vrouwenfiguur op het ovale vlak, gekleed in ruim vallend gewaad, is voorgesteld als personificatie van het Geloof, vergezeld van de gebruikelijke attributen: een opengeslagen (bijbel)boek en een kruis. De twee wetstafelen rechts en het (kerk)gebouw aan de andere zijde zijn extra toevoegingen. Een laat-zestiende-eeuwse Franse metaalsnede toont de figuur van het Geloof als een op een bankje gezeten vrouwenfiguur die de twee wetstafelen en een kerkmodel toont. Voor het bankje, onder haar voeten, ligt de figuur Mohammed als vertegenwoordiger van het ‘onware geloof’. Een pendant van deze prent toont de figuur van de Hoop met anker en spade, symbolen voor de landman die hoopt op een goede oogst. Onder haar voeten ligt Judas, de onoprechte. Op de titelpagina van een in 1525 in Neurenberg gedrukt boekje zijn dezelfde figuren Geloof en Hoop gebruikt, vergezeld door de Liefde, echter zonder Mohammed of Judas onder hun voeten. Vond de uitgever het toen al kwetsend of paste het gewoon niet op zijn titelpagina?
Begin 2007 benaderde de eigenaar van het pand de VVAG om de mogelijkheid van restauratie en polychromering te bespreken. Het resultaat, mooi werk van Wil Abels, is sinds eind maart op de Spiegelgracht te zien.

De lotgevallen van de andere drie stenen na afbraak van de gevels aan de Heiligeweg zijn niet helemaal duidelijk. D HOOP en STANDVASTIGHEID zijn in de gevelstenenmuur in de Sint Luciënsteeg terechtgekomen. Zij behoren tot de eerste serie van daar ingemetselde gevelstenen. In 1921 was de Vereeniging tot Behoud van Gevelsteenen opgericht en deze vereniging liet al kort na de oprichting twintig gevelstenen, waaronder D HOOP en STANDVASTIGHEID, inmetselen in de muur aan het ‘pleintje’ in de Sint Luciënsteeg.

De steen D LIEFDE werd in 1968 door het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap aangekocht. In het Jaarverslag 1968/1969 wordt vermeld dat “deze steen ongeveer 30 jaar geleden door een timmerman gevonden werd in een kast in een tegenover gelegen huis aan de Heiligeweg”. De gevelsteen werd voorlopig opgeslagen op de werf van Monumentenzorg en in 1988 per abuis – de steen was immers eigendom van het KOG – beschikbaar gesteld aan de eigenaar van Keizersgracht 211, ter inmetseling in zijn pand.

Onno Boers

Literatuur:
O.W. Boers, 'Geloof, hoop en liefde in steen' in: Ons Amsterdam, 45ste jg., pag. 148-151
J.J.M. Timmers, Symboliek en iconografie der Christelijke kunst (Roermond 1947)

(Uit: Binnenstad 225, december 2007)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.