Nieuwe uitgave van Zantkuijls Bouwen in Amsterdam

Onlangs verscheen een nieuwe uitgave van Zantkuijls Bouwen in Amsterdam, een gezamenlijke uitgave van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad, uitgeverij Architectura & Natura, het Bureau Monumenten en Archeologie, en het Stadsarchief Amsterdam. Al direct bij de eerste heruitgave in 1993 stond het kloeke boekwerk van meer dan 750 bladzijden bekend als hét standaardwerk over de historische Amsterdamse architectuur. Voor de nieuwe uitgave werden de originele bladen opnieuw gescand, wat de kwaliteit van de afbeeldingen zeer ten goede is gekomen. Bovendien is de tekst nu voor het eerst voorzien van errata.
De nieuwe uitgave heeft geen rode maar een blauwe kaft.

De uitgave van het boek heeft een lange ontstaansgeschiedenis. In 1973, op een bestuursvergadering van de Vereniging Vrienden van Diogenes – de voorloper van onze vereniging – stelde Geurt Brinkgreve voor een periodiek in twintig delen uit te geven onder de titel Bouwen in Amsterdam. Dat voorstel kwam voort uit ergernis over de toenmalige bouwpraktijk in de Amsterdamse binnenstad, zo zou Geurt Brinkgreve later schrijven. Te vaak leek nieuwbouw zich immers niets aan te trekken van de bijzondere karakteristieken van de bestaande Amsterdamse binnenstad. Men besloot Henk Zantkuijl, destijds hoofdarchitect van het gemeentelijke Bureau Monumentenzorg, te vragen om een samenvatting te maken van de colleges die hij gaf aan de Technische Universiteit in Delft over de geschiedenis van het Amsterdamse woonhuis.
Tussen 1973 en 1992 verscheen per kwartaal een aflevering. Het begon met afleveringen van 16 pagina’s, de laatste telden 44 pagina’s en uiteindelijk bestond de serie niet uit 20, maar uit 60 afleveringen. De afleveringen 49 tot en met 60, over de jongere bouwkunst uit de periode 1850-1940, vormden de dissertatie waarop Henk Zantkuijl in 1991 promoveerde aan de Technische Universiteit Delft.
Bouwen in Amsterdam werd iets anders dan Geurt Brinkgreve zich aanvankelijk had voorgesteld: geen handleiding voor de beoordeling van bouwplannen, maar een uitgebreide architectuurgeschiedenis van Amsterdam, waarbij een duidelijk accent lag op het gewone burgerwoonhuis. De welstandscriteria die in 1973 nog zo node werden gemist, werden in 1993 – in hetzelfde jaar als de eerste gebonden heruitgave – voor het eerst geformuleerd in de nota De schoonheid van Amsterdam, een kader voor welstandsbeleid. In 2006 verscheen als vervolg hierop de nieuwe Welstandsnota van het stadsdeel Centrum, waarin het Amsterdamse woonhuis centraal werd gesteld. Het inzicht dat aan het unieke stadsgezicht in het algemeen en aan de grote onderlinge harmonie van individueel gebouwde woonhuizen in het bijzonder een aantal objectieve kenmerken ten grondslag ligt, komt grotendeels voort uit het onderzoek naar het Amsterdamse woonhuis van Henk Zantkuijl, waarvan Bouwen in Amsterdam het resultaat was.

Walther Schoonenberg

H.J. Zantkuijl, Bouwen in Amsterdam, Amsterdam 2007. Gebonden, 21x 34 cm, 765 pagina’s, prijs: € 125,--, te koop bij Architectura & Natura.

(Uit: Binnenstad 225, december 2007)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.