Herengracht 132 brandt als gevolg van een vuurpijl als een fakkel (direct na de jaarwisseling). |
De demontage van Herengracht 132 is begonnen. Dat was noodzakelijk vanwege instortingsgevaar. |
Het verwoeste grachtenpand werd in opdracht van de gemeente gedeeltelijk gedemonteerd. Op 2 januari werd de houten kroonlijst al van het pand getakeld. De lijst is verkoold en daardoor ongeschikt voor hergebruik, maar de restanten zijn opgeslagen op de nieuwe Monumentenwerf in Amsterdam-Nieuw West om als voorbeeld te dienen voor de reconstructie. In overleg met de monumenteninspecteur van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht werd bepaald tot hoever het pand moest worden afgebroken. Bij een eerste inspectie is gebleken dat de schade aan de beletage meevalt en waarschijnlijk te herstellen is. De Vereniging is dan ook vóór de herbouw van het grachtenpand dat immers van groot belang is voor het stadsgezicht. Medewerking van alle monumenteninstanties is daarbij cruciaal. Een herhaling van de kwestie-Bloemgracht 5, waar herbouw onmogelijk werd gemaakt door tegenwerking van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, thans RACM, dient te worden voorkomen.
Een deel van de kroonlijst van Herengracht 132 wordt van het pand getakeld. |
Herengracht 132 heeft een rijke geschiedenis. In circa 1615 werd door stokviskoper Jan
Pietersz. de Witt een huis op anderhalve kavel gebouwd. De gevel van dit pand is afgebeeld
in het Grachtenboek van Caspar Philips uit 1770. Het is een dubbelhuis-type, zoals dat toen
gangbaar was: twee drieassige gevels naast elkaar, met elk een eigen trapgeveltop. De dubbele
trapgevel in de Amsterdamse renaissancestijl van Hendrick de Keyser kreeg de naam De
propheet Jonas en was rijk versierd met ornamenten op de trappen en ontlastingsbogen boven
de vensters. In 1683 werd het gekocht door Jacob de Flines. Hij gaf opdracht om ook de
interieurs rijk te versieren. In Wijnmans Vier Eeuwen Herengracht staat geschreven: “een
vertrek was door Johan Glauber beschilderd met landschappen, door Gerard de Lairesse
gestoffeerd, een ander vertrek door Frederick de Moucheron versierd met vier Italiaanse
landschappen waarin De Lairesse op de voorgrond vrouwenfiguren aanbracht”. De
geschilderde behangsels van De Lairesse en De Moucheron zijn vóór 1910 uit het pand
verwijderd en bevinden zich momenteel in het Huis Beeckestijn. Jacob de Flines en zijn
dochter Elisabeth vochten een langdurige vete uit, die begint als Elisabeth er in 1701 met de
knecht van haar vader vandoor gaat, met onder meer het huis als inzet. De erven van Elisabeth
hebben het pand in 1747 verkocht. In mei van dit jaar zal bij uitgeverij Athenaeum - Polak &
Van Gennep een boek over de geschiedenis van Jacob de Flines en Elisabeth verschijnen,
geschreven door Machiel Bosman.
Bij de verbouwing van 1787 werd het huis aan de achterzijde met één en aan de voorzijde met
twee verdiepingen verhoogd. De nieuwe gevel kreeg een rechte houten kroonlijst voorzien van
consoles, trigliefen en friesvensters in de toen moderne Lodewijk XVI-stijl. Mede uit het feit
dat het pand de laatste decennia was verzakt, zou men kunnen afleiden dat men het
zeventiende-eeuwse pand niet tot de grond toe heeft afgebroken, maar dat het alleen werd
gemoderniseerd: de oude fundering kon de extra verdiepingen niet dragen. De nieuwe
eigenaar was van plan de fundering te laten herstellen. Dankzij een verdwaalde vuurpijl is er
echter wel wat meer nodig dan dat.
Walther Schoonenberg
(Uit: Binnenstad 226, februari 2008)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.