Rembrandtplein omstreeks 1870 |
Het Rembrandtplein heette oorspronkelijk de Botermarkt en was een markt- en wagenplein,
gedomineerd door de Regulierspoort die na de stadsuitlegging van 1663 werd omgebouwd tot
waag. Met de demping van een deel van de Reguliersgracht ontstond tevens het aangrenzende
Thorbeckeplein. In 1852 plaatste men het beeld van Rembrandt voor de ingang van de
Reguliersdwarsstraat in de zichtas van de Reguliersgracht – op dezelfde as waarop nu ook het
beeld van Thorbecke staat. Net als het beeld van Thorbecke stond ook het beeld van Rembrandt
oorspronkelijk op een fraaie stenen bestrating. In 1876 werd de Botermarkt omgedoopt tot
Rembrandtplein.
De vorm van het huidige plein ontstond eind negentiende eeuw door de sloop van de Boterwaag,
de verplaatsing van het beeld van Rembrandt naar het midden en de aanleg van het plantsoen.
Hiermee begon een proces van dichtslibben. Een openbaar toilet en een kiosk groeiden in de loop
der jaren uit tot rommelige bebouwing. De opgave is nu om dit proces van dichtslibben terug te
draaien en het plein weer op te schonen.
Ontwerp voor het Rembrandtplein uit 1999 |
In 1999 werden er onder verantwoordelijkheid van de toenmalige wethouder Guusje ter Horst al plannen gemaakt voor een stedelijk plein met allure. De Vereniging sprak zich toen uit voor ‘variant 3’, het herinrichtingsplan van stedelijk ontwerper Simon Sprietsma dat het herstel van het ruimtelijke beeld van het plein als uitgangspunt had. In dit plan werd het Thorbeckeplein doorgetrokken naar de Reguliersbreestraat, zodat men de oorspronkelijke loop van de Reguliersgracht weer kan ervaren en werd het beeld van Rembrandt verplaatst om een open ruimte te creëren.
Het stadsdeel heeft thans een plan gemaakt dat van aanzienlijk minder ambitie getuigt en het plein optisch juist kleiner maakt. Het middeldeel bestaat uit gras, waardoor een plein binnen een plein ontstaat, en het bebouwen van een deel van het plein door een paviljoen met politiepost, openbaar toilet en toeristeninformatie achten wij een slecht idee. Deze functies dienen inpandig in de pleinbebouwing te worden ondergebracht of ondergronds, denk bijvoorbeeld aan het ondergrondse toilet van Trafalgar Square in Londen.
Nieuw ontwerp voor het Rembrandtplein |
Ook de aanleg van een zogenaamde ‘watersculptuur’ naast het beeld van Rembrandt is niet in overeenstemming met het beleid ten aanzien van de openbare ruimte dat men in onze monumentenstad zou mogen verwachten. Bebouwing op het plein reduceert de bruikbare openbare ruimte van het plein en tast het ruimtelijk beeld van het plein aan. Met het huidige plan wordt een poging gedaan om het volkomen dichtgeslibde plein op te schonen, maar het is geen consequent plan omdat er teveel stroken, bestratingsmaterialen, meubilair en zelfs bebouwing zijn ingetekend. Er is een groot en inhoudelijk verschil tussen ‘variant 3’ uit 1999 en het huidige grasvoorstel, waarin teveel wensen worden samengeperst en te weinig ruimte wordt gecreëerd, waardoor het plein aan stedelijke allure inboet. Het optellen van verschillende belangen leidt niet vanzelf tot stedelijke kwaliteit. Het plein krijgt hierdoor niet de uitstraling die een vernieuwd Rembrandtplein voor de stad zou kunnen hebben.
Pleinen in compacte historische binnensteden in het buitenland, bijvoorbeeld de Italiaanse piazza’s, hebben een stenen bestrating zonder gras. Het enige bekende Italiaanse voorbeeld van een grasplein, het Campo dei Miracoli met de Dom in Pisa, ligt aan de rand van de stad en is vergelijkbaar met het Museumplein; het is geen ‘piazza’ maar een ‘campo’ – van oorsprong een legerkamp. Het Rembrandtplein ligt middenin de historische stad en zou geen groen campo moeten worden, maar een stenen piazza. Het is eeuwenlang een fraai stenen plein geweest. Dat dient volgens onze vereniging dan ook het uitgangspunt van het herinrichtingsplan te vormen. Het stedelijk beleid, dat door wethouder Guusje ter Horst in 1996 werd geïntroduceerd in de nota Ruimte voor Kwaliteit en dat gekarakteriseerd wordt door de kernbegrippen ‘schoon, mooi en leeg’ zijn door de gemeenteraad vastgesteld en hebben alom waardering gekregen. Het heeft goed ingerichte pleinen als de Dam en het Spui opgeleverd, met duurzame materialen als hardsteen en baksteen die traditioneel bij Amsterdam horen. Dit beleid is nog steeds van kracht en zou volgens de Vereniging dan ook als uitgangspunt moeten gelden. Amsterdam heeft relatief weinig pleinen. Waarom wordt van het Rembrandtplein niet weer een stedelijk plein gemaakt vergelijkbaar met het Vrijthof of het Onze Lieve Vrouweplein in Maastricht of het Plein in Den Haag: horecapleinen met een stedelijk karakter?
Walther Schoonenberg
(Uit: Binnenstad 228/229, juni 2008)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.