Wat doen we met de voormalige Openbare bibliotheek?

Reacties

Dit zijn de schriftelijke reacties die in de periode juli-december 2008 zijn ingestuurd (meest recente bovenaan):

Ik woon zelf in Blaricum, maar kom bijna wekelijks in Amsterdam. Die bibliotheek mogen ze van mij slopen en een meer aangepast gebouw zoals hier vermeld staat. In meerdere stadsdelen zoals in de Jordaan zijn een aantal huizen gebouwd die precies in de stijl passen, zoals in de Bloemstraat en ze hebben in de Laurierstraat een pand helemaal herbouwd in dezelfde stijl, alleen met nieuwe bouwmaterialen. Amsterdam behoort tot een van de mooiste steden ter wereld.
Jan Knevel
(28 december 2008, 20:18:47)

Als amsterdam een oude kast was waarvan een deurpaneel stuk was, zou een restaurateur een nieuw paneel maken zoals de oude
Een modernist zou een stuk spaanplaat nemen.
Kijk zou hij zeggen die gerestaureerde kast was dood, maar deze kast leeft.
Een levende kast verandert met de tijd.
Spaanplaat is een eigentijds materiaal waarmee veel winkels en café’s ingericht worden.
Ja maar, nu is het een lelijke kast, zegt de reparateur.
Na dertig jaar is het spaanplaat hopeloos gedateerd, door vocht aangetast, bekrast. De rest van de kast is mooi onderhouden en goed in de verf.
Sommigen willen het spaanplaat in zijn oude luister herstellen. Anderen vinden roestvrijstaal en glas helemaal van deze tijd. De restaurateur heeft nog steeds hout liggen voor een reparatiepaneel. Als de modernisten even niet opletten vervangt hij het spaanplaat door het hout. Schande, roepen de modernisten. Je had roestvrij staal moeten nemen!
Nog eens dertig jaar later staat de kast in een museum. Het is een mooie kast. Op het briefje ernaast staat: de achterkant en de bodem dateren nog uit de zeventiende eeuw, de deuren zijn achttiende-eeuws, de knoppen zijn negentiende-eeuwse replica’s. de directie biedt zijn verontschuldiging aan voor de ongeautoriseerde reparatie van het linkerpaneel door een slecht opgeleide restaurateur uit de eenentwintigste eeuw. Wij hebben echter besloten het voorlopig te laten zitten omdat niemand het opmerkt en de modernisten nog niet weten of ze het twintigste-eeuwse spaanplaat moeten terugplaatsen of geperforeerd roestend plaatstaal moeten gebruiken wat nu erg in de mode is.
Harmjan Snijder
(4 december 2008, 10:13:33)

Ik zou absoluut niet weten wat er nu tegen "historiserende" nieuwbouw is.
Er is in het verleden al zo vaak teruggegrepen naar vroegere bouwstijlen en daar hebben we nu ook geen moeite meer mee.
Het simpele feit dat bij dreiging van sloop van welk willekeurig oud pandje dan ook, vaak een hele buurt in opstand komt, betekent toch dat de bouwkunst uit het verleden duidelijk meerwaarde heeft, terwijl "moderne" nieuwbouw (vooral in binnensteden) vooral afschuw, maar op z'n minst een gelaten onverschilligheid oproept.
Daarbij, historiserend bouwen betekent niet klakkeloos copieren, maar zal altijd een symbiose zijn tussen klassieke uitstraling en moderne techniek.
De kunst om het beste van twee werelden te verenigen. Dat is volgens mijn bescheiden mening echte architertuur...
L. Vermeulen
(25 november 2008, 09:17:42)

Misschien is het mijn leeftijd, maar ik heb zoveel moois in Amsterdam teloor zien gaan en werd wat dat betreft weer eens met mijn neus op de feiten gedrukt toen ik in het bezit kwam van oude jaargangen van Ons Amsterdam. Ik realiseer mij terdege dat wat mooi of lelijk gevonden wordt zeer afhankelijk is van de tijd. Toen het oorspronkelijke pand gebouwd werd vond men het kennelijk niet detoneren in de gevelwand. Bij de nieuwbouw werd gepoogd de ilusie te scheppen dat het in overeenstemming was met de overige bouw om het beeld niet al teveel te verstoren. Kennelijk hecht men er toch zeer aan de uitstraling niet al teveel te verstoren. De Efteling heeft geen historie en alles daar is fictie in tegenstelling tot onze binnenstad. Elke vergelijking daarmee gaat dus per definitie mank. Vaak getroost men zich veel moeite en kostbare ingrepen om de uitstraling waar Amsterdam zo beroemd om is zoveel mogelijk te handhaven. Ik vraag mij dan ook af waar de grens precies ligt in de acceptatie of verwerping van renovatie en/of herbouw in het kader van historisch besef en behoud van de identiteit van de stad.
Samenvattend: Ik heb waardering voor de inspanningen van de architect van de nieuwbouw om tot een acceptabel compromis te komen maar geef de voorkeur aan herbouw van de oorspronkelijke gevel als dat tot de mogelijkheden behoort.
Evert
(27 oktober 2008, 12:13:34)

Erg goed plan! Waar ik me altijd er aan stoor is zo'n nieuw pand tussen de oude. Natuurlijk is er een architectuur historie waar de gebouwen van nu uit deze tijd zijn, en van toen, uit toen der tijd. Maar uit het oogpunt van vormgeving van de gracht, het ridme, vind ik het vaak niet mooi dat er een de uit de toon valend gebouw tussen de oude gebouwen staat. Op deze manier breng je meer rust in het beeld.
Nagenoeg vind ik dit zelfde met raamen in de huizen.
Peter
(24 oktober 2008, 01:58:28)

De (vele) voorstanders van het nieuwbouwplan zouden zich moeten inbeelden dat de gevel van het Gerechtshof (Prinsengracht 436) op deze plaats komt (dat heeft een vergelijkbare monumentale orde en horizontale werking).
Dan is de suggestie van koenkeez om er verticale pakhuisgevels van te maken zo gek nog niet.
Pakhuizen horen op de Prinsengracht en komen daar op meerdere plaatsen in aantallen voor.
Duidelijk moet ook zijn dat het voorliggende gevelontwerp een enorme volumevergroting inhoud, groter dan het huidige gebouw, en dat er een groot en plat dak ontstaat.
Instemming met een gevelbeeld moet niet betekenen dat er ook meteen wordt ingestemd met een bouwvolume.
Jan Fraijman
(14 oktober 2008, 16:51:41)

Historiserend bouwen is efteling en madurodam. De moderisten hebben deze opvatting er met succes ingeramd. Zo zag ik ooit mensen letterlijk met open mond de eifeltoren bewonderen. Tot een van hen de pret bedierf en zei: "Eigenlijk is die heel lelijk". Ze knikten teleurgesteld.
Al vanaf de renaissance bouwt men historiserend. Iedereen weet dat Hendrik de Keyzer de boeken van Vitruvius er op na sloeg. Bijna elk grachtenpandje is min of meer historiserend. Sinds de opkomst van de stijl en bauhaus is het not done traditioneel te bouwen. Terwijl het eeuwenlang de normaalste zaak was. De modernen hebben gewonnen en bepalen de norm. Dat is uit sommige reacties wel heel erg duidelijk.
Mattijn de Jong
(13 oktober 2008, 01:26:21)

Terzijde / over de architect:
Architect ir R.F.L. (Rob) Nord was een van de 'kroonprinsen' in het architectenbureau van Gerard de Klerk (beiden overleden). Nord ontwierp ook het Sonesta Hotel.
Het bureau bouwde vele hotels:
- Marriott (arch. Siem Schaafsma)
- Holiday Inn (arch. Guru Boparai)
- Zeedijk hotel (ach. n.n.)
en kantoor/woongebouwen:
- Keizersgracht 359-363 (arch. M. Oostenbrink) (Betonprijs!)
- Looiersgracht 3-15 (arch. M. Oostenbrink).
en had daardoor geen 'eigen' handschrift.
Adviesbureau voor BOUWEN in AMSTERDAM bv
(6 oktober 2008, 12:36:50)

Als in dit gebouw toch toeristen opgestapeld gaan worden, dan is het passender om een rij pakhuisgevels neer te zetten.
Dan kan ook in het gevelbeeld een entree op de begane grond volstaan.
Belangrijk is ook het daklandschap, dat het niet een grote "bak grind" wordt.
koen keez
(6 oktober 2008, 12:19:48)

De grote/enorme gevellengte/perceelsbreedte vraagt om een duidelijke parcellering(opdeling) om in het ritme van de gevelwand te passen. Het verkleint het grote gebouw optisch.
Dat is een goed uitgangspunt, dat met name door de dagelijkse beschouwer/buurtbewoner/wandelaar/ stadsliefhebber zo zal worden beleefd.
Het biedt ook de mogelijkheid om naast de lagere bebouwing aan de rechter zijde (nr. 611) een geleidelijkere overgang (in hoogte) te maken. De nieuwe parcellering van het gevelvlak is een kunstje met wat ten opzichte van elkaar verspringende delen.De kozijnvorm op de bovenste verdiepingen zet een horizontaal (i.p.v. vertikaal) effect in, net als de kroonlijst (met dali-eieren?).
Waarom niet nog een mooie dubbele stoep in het midden? Dat is nog eens binnenkomen! Dit pretendeert Keizersgracht-grandeur, die misplaatst is op de Prinsengracht
Van de ontwikkelaar van dit plan - de heer Paul Geertman - vernam ik ooit de uitspraak: maximum programma is (vaak) minimum vorm. Dat is het hier zeker!
Jan Fraijman
(5 oktober 2008, 18:21:58)

Prima plan, weg met die afgrijselijke jaren-zeventiggevel, die thuishoort in Lelystad en niet in mooi Amsterdam.
Kuck Wollburg
(3 oktober 2008, 11:12:15)

Een gebouw dat 'oud' lijkt en daarmee door veel mensen (niet alleen toeristen, ook gewoon veel amsterdammers) mooi wordt gevonden is niet nep. Nep is een term die leuk klinkt, maar behoorlijk inhoudsloos is. Als mensen een gebouw mooi vinden als het er net zo elegant uitziet als men in het verleden wel mocht bouwen, dan moet dat gewoon nu ook kunnen. Het is niet nep, het zou pas nep zijn als men het gebouw in plastic in madurodam zou zetten.
Waarom jezelf beperken met alleen maar jezelf opgelegde vernieuwing, als het oude zijn waarde al meer dan eens bewezen heeft? Het oude uiterlijk wordt gewaardeerd, dus waarom zou dat niet mogen? De efteling-roepende groep van de samenleving zou eens bij zichzelf moeten bedenken waarom de efteling zoveel bezoekers trekt.
Jorrit
(22 september 2008, 17:54:41)

Een verandering moet in principe altijd een verbetering zijn. Wat mij betreft is in dit geval het bestaande gebouw zeker niet heilig, maar de voorgestelde nieuwbouw zou zonder meer een achteruitgang betekenen; het suggereert iets te zijn wat het niet is, en bovendien zal het in z'n omgeving te lomp en te hoog blijken. De reactie van de Vereniging is een prima genuanceerd stuk.
Jan Dekker
(12 september 2008, 11:03:58)

De vereniging heeft zich inmiddels tegen het huidige bouwplan uitgesproken.
Naar mijn idee goede actie. Echter is de jaren 70 bouw niet mijn smaak, maar de historiserende nieuwbouw tekening heeft totaal geen kwaliteit. Tekening zegt te weinig over de detaillering.
Van mij mag het beeld hersteld worden, echter is dan verreist dat de gevel beter wordt gedetailleerd.
Alex
(11 september 2008, 13:39:24)

De middelen aangereikt in de Meningspeiling zijn ontoereikend om, wel geïnformeerd, tot een oordeel te komen. Een aanvullend bezoek ter plekke en enig speurwerk waren nodig en hebben uiteindelijk geleid tot een positief oordeel over het voorstel.
De weergave in tekening van het huidige gebouw is niet echt getrouw. De verticale geleding die wordt gesuggereerd door de raampartijen wit weer te geven in plaats van donker, is in het echte gebouw afwezig. Ook de massa die het werkelijke gebouw heeft, komt niet uit op de tekening en al helemaal niet het ratjetoe van dakelementen dat de facto het hoogtebeslag nauwelijks minder doet zijn dan in het nieuwe voorstel.
De architect van het bestaande gebouw heeft gepoogd met de omgeving in dialoog te zijn. Hij verving twee bedrijfsgebouwen en leverde een gevel voor een publieksgebouw, de OB, door het ritme te imiteren van 4 woonhuizen. Deze curieuze combinatie van gegevens levert een uiterst smalle basis voor kritiek op het nieuwe voorstel, dat vervalsend zou zijn. Kijkt men naar wat er vóór de jaren ’70 stond, een typisch 19e eeuws bedrijfsgebouw en een bedrijfsgebouw kenmerkend voor begin 20e eeuw, dan kan men het alleen maar jammer vinden dat ze zijn afgebroken en vervangen door wat er nu staat.
Gelukkig sluit het nieuwe voorstel in sfeer en uitstraling wel aan bij deze eerdere en fraaiere situatie. Het voorstel presenteert een gevel die voornaam wil zijn en tezamen met het deel aan de Keizersgracht plaats zal bieden aan een klassehotel en designcentrum. Het is met die functies dat de gevel in overeenstemming is en dat bepaalt zijn vorm. Die is geen product van historiserend bouwen: stijlkenmerken en motieven uit de Grieks-Romeinse architectuur hebben vaker nieuw leven gekregen in de eigen context van een latere tijd: renaissance, (neo-)classicisme, postmodernisme. Wat we hier zien wil ook niet suggereren dat zoiets er eerder was, die vraag is niet aan de orde, maar wil eigentijds zijn en past middelen toe die nu en voor het gekozen doel actueel worden geacht.
Samenvattend: voor de derde maal in anderhalve eeuw wordt ten behoeve van een collectief doel het gebruik van deze percelen aan de Prinsengracht gewijzigd. Daar is niets mis mee. Het gebouw dat er nu staat, is niet fraai, niet oud, niet op bijzondere wijze karakteristiek, niet uniek, kortom is in architectonisch opzicht onvoldoende betekenisvol om de ontwikkeling in de weg te staan.
Herman Geertman
(4 september 2008, 19:13:11)

Ik neem aan, dat de schaal van beide plaatjes (ongeveer) dezelfde is. In dat geval wordt het nieuwe gebouw een nog veel grotere kolos in de "tere" bebouwing er om heen, dan de huidige bibliotheek.
Het ontwerp is overigens wel aardig, maar zet dat neer op de plaats van de Filmacademie, bijvoorbeeld.
Arjan Huisman
(29 augustus 2008, 17:55:30)

Schaal en geleding bepalen in een binnenstad als Amsterdam mijns inziens voor een groot deel of een bouwwerk geslaagd is of niet. Het commentaar op panden als Singel 428 van Abel Cahen (prefab betonelementen, jaren '70) en Oudeschans 3 (Herman Zeinstra, 1975) was milder of juist uiterst positief. De schaal wijkt dan ook in geen enkel geval af van het historische Amsterdamse woonhuis. De materialen en verschijningsvorm zijn echter typerend voor de tijd waarin de panden zijn ontworpen.
Voor wat betreft de bibliotheek past een pand zoals het er nu staat veel beter dan het reusachtige bouwblok wat men er van wil maken. Buiten de discussie of de stijl smaakvol is of niet, of je historiserend moet bouwen of juist eigentijds, het bouwwerk is gewoon veel te groot voor deze locatie in de binnenstad. De huidige bibliotheek, met zijn geleding in vieren en wisselende bouwhoogte, past daardoor veel beter in het straatbeeld en komt naar mijn mening veel minder massief over.
P.J. Bosman
(27 augustus 2008, 17:04:20)

We moeten historiserend niet verwarren met harmoniserend. Tegen harmoniserend bouwen in de binnenstad van Amsterdam heb ik geen enkel bezwaar. Inderdaad heeft elke tijd zijn eigen bouwstijl maar de huidige moderne bouwmethoden(glas en staal) wijken teveel af van de traditionele bouwmethoden die van oudsher voornamelijk uit steen en hout bestonden.
Bouwen in de binnenstad vraagt om respect voor de omgeving en het realiseren van nieuwbouw dat een harmonieus geheel vormt met traditionele bebouwing. Hier een fraai voorbeeld van harmonieuze nieuwbouw in Alkmaar, overigens een groot succes want alle toeristen wijzen er naar.
Remco Cevat
(26 augustus 2008, 00:56:38)

Laten we van Amsterdam a.u.b. geen Efteling maken!!!!
Het mag er dan misschien 'leuk' of 'oud' uitzien, maar het is nep, hartstikke nep!!! Misschien leuk voor de toeristen, maar wie zitten we nou voor de gek te houden?
Waarom is het anno 2008 zo immens populair om 'historiserend' of 'jaren 30 stijl' etc. te bouwen? Zelfs in nieuwbouwsteden als Almere schieten hele wijken in deze 'bouwstijlen' de grond uit. Nu is het in Almere opzich niet zo erg, past wel binnen de cultuur aldaar om te experimenteren met woningbouw.
Amsterdam daarentegen heeft een veel langere geschiedenis, is langzaam gevormd, gegroeid, ontstaan. Het fascinerende aan de binnenstad is dat iedere tijd vertegenwoordigd is. De grachtengordel is niet in 1 decenium of 1 eeuw gebouwd, maar gebouwen uit alle eeuwen staan kris kras door elkaar.
In het proces waarin de huidige stad is gevormd is het heel normaal dat panden worden gesloopt en dat daar nieuwe panden voor in de plaats komen. Sterker nog, op bijna iedere plek heeft ooit wel iets anders gestaan, en daarvoor misschien ook nog wel.
Dus het gaat er niet om of je voor/tegen sloop, nieuwbouw of historiserende nieuwbouw bent, maar; hoe willen we dat ons nageslacht, of de toerist in de 22e eeuw, Amsterdam ziet? Straks lijkt het alsof er na de 2e wereldoorlog helemaal niets meer is gebeurd in Amsterdam? Of de tijd volledig heeft stilgestaan? Dient deze periode dan volledig te worden gewist? Alsof deze nooit bestaan heeft? Alsof wij niet bestaan hebben?
De vernietiging van de 60/70-er jaren architectuur in Amsterdam is pure vernieling van cultureel erfgoed. Stelselmatig worden al deze gebouwen gesloopt en vervangen door historiserende misbaksels! Welke idiooot is überhaupt op het idee gekomen om zo'n 'fake plastic' gevel neer te zetten? Als die bibliotheek dan echt zo lelijk is, maak er dan iets van dat van deze tijd is, een gebouw dat anno 2008 vertegenwoordigd. Waar ze later trots op kunnen zijn.
Laten we nu de monumenten van de toekomst bouwen, en het gebouwde uit het verleden monument zijn.
Daniël Südkamp
(21 augustus 2008, 01:06:25)

Met belangstelling las ik de vele reacties en ik heb mij verbaasd over de zeer uiteenlopende meningen. Een enkel aspect mis ik en daarom ten overvloede onderstaande opmerkingen. Enige herhaling of overlap met reeds geplaatste overwegingen zijn niet te vermijden
Mijn uitgangspunt is dat er nooit moet worden afgebroken, tenzij er een dwingende reden is. Niet echter om esthetische reden en slechts bij uitzondering om economische reden. Wie zijn wij om vast te stellen wat na ons komende geslachten mooi of lelijk vinden?
De afbeelding van de bestaande OBA gevel op de website geeft een zeer vertekend beeld van de werkelijkheid. Ik vraag me af in hoeverre dat van invloed was op de afwijzende beoordeling door sommigen. Op mijn afdruk (z/w) staan nu vier verticale donkere blokken, gescheiden door bijna witte partijen. In werkelijkheid echter vormt de gevelwand een bijna gesloten front, donker van tint, en bijna onopvallend zich voegend naast het pand van Cristofori en het lagere pakhuis rechts.
Als wij afgelopen jaren wel eens buiten een glas dronken bij een opening bij Galerie Stam aan de overkant, keek ik vaak met genoegen naar de afwisselende verzameling gevels aan de oneven zijde. Nu realiseer ik me, dat het me helemaal niet opviel dat daar een groot bouwvolume tussen stond. De grachten zijn naar verhouding niet rijk bedeeld met gevels uit de jaren zeventig en alleen al uit dat oogpunt is bewaren raadzaam.
De architect, R.F.L. Nord (zie: Grachtenboek, I, p. 223) heeft ongetwijfeld gepoogd een architectonisch verantwoord ontwerp te maken. Het weerspiegelt opvattingen en stijlvormen uit die tijd. Laten we dat bewaren. Mooi of minder mooi, maar zeker aanvaardbaar. Het enige minpunt lijkt de uitbouw op de begane grond, misschien een uitvloeisel van de wijziging in de opdracht aan Nord toen besloten was dat het pand bestemming bibliotheek kreeg. Mogelijk kan dat gewijzigd worden zodat de onderpui meer in harmonie met de rest komt. Men zou denken dat in het Pandenarchief nog wel oorsponkelijke gegevens te vinden zijn.
De voorgestelde nieuwe gevel van "Pollux": mij is niet duidelijk of het hele pand wordt afgebroken en opnieuw gebouwd, of dat het alleen om een wijziging van de gevel gaat. In dat laatste geval ben ik daar zeer negatief over. De eerste aanblik leek aantrekkelijk, maar bij nadere beschouwing kwamen zoveel negatieve punten naar voren dat ik tegen de bouw in deze vorm ben.
Allereest het grote volume dat waarschijnlijk de hele gevelwand van het rak gaat domineren, zeven lagen hoog, zolder meegeteld. Een uitgebreide schets zou daar inzicht in kunnen geven, maar nu lijkt dat onaanvaardbaar. Dan de warrige raampartijen van zeven traveeën in maar liefst vier soorten: dubbele ramen groot, dubbel klein, enkel groot en de gekoppelde ramen (nooit erg fraai). De onderpui staat in geen enkele behoorlijke verhouding tot de horizontale partijen erboven. Kortom: een gedrocht, neen een wangedrocht.
Historiserend bouwen is prima en verdient vaak voorkeur boven "modern" maar het moet wel aan esthetische eisen voldoen die op zijn minst aansluiting vinden in de classicistische opvattingen waar deze gevel naar verwijst. En dan weten we nog niet eens hoe de materiaal uitvoering wordt: hardsteen (het meest voor de hand liggend bij dit ontwerp circa tweede helft achttiende eeuw) zal het niet zijn en baksteen blijkt niet uit de afbeelding; dus beton met een bekleding dan? Dan is het pure kitsch en alleen al om die reden geheel verwerpelijk.
Ik pleit voor handhaving met geringe aanpassing van de bestaande gevel en indien nodig modernisering van het binnenwerk, misschien met een bouwlaag verhoogd. Geld kan beter uitgegeven worden (helaas zijn dat natuurlijk gescheiden portemonnees) aan behoorlijk onderhoud van onze bestaande monumentale oude panden: zoals bijv. de slechte staat van de gevelbeplating van het KPN pand hoek Singel / Raadhuisstraat / Spuistraat 168, en van de stoep en de metalen luiken van het Geldkantoor NZ Voorburgwal 226, nu AH Food Plaza, en van de kapotte kettingen van het voorm. Girokantoor Singel 250, nu postkantoor. Dit roept een beeld van verloedering op en dat vind ik van groter belang dan het bouwen van een ouderwetse gevel.
Gérard van Heusden
(31 juli 2008, 14:05:56)

De bestaande bibliotheek heeft tenminste niet de pretentie historiserend te zijn, terwijl de architect destijds duidelijk wel heeft getracht het massale volume te breken ten gunste van visuele aansluiting op de belendende en omgevende percelen. Hoe lelijk dat gebouw ook is, in zijn tijd gezien is het ontwerp verdedigbaar en het resultaat weliswaar slecht maar niet afschuwelijk.
Het nieuwe ontwerp is schitterend en zou ik graag gebouwd willen zien. In de Noord-Oostpolder bijvoorbeeld.
Wat betreft een nieuw ontwerp voor de huidige locatie: dat is een geweldige buitenkans, voor verbetering van het toch enigszins treurige resultaat uit de 70-er jaren. Waarom heeft niemand van de betrokkenen de visie, de ambitie en het zelfvertrouwen om hier een echt goed ontwerp neer te zetten? Deze kolos is een voortzetting van de trend tot glorificatie van de vooruitgang, terwijl we in werkelijkheid, in vergelijking tot de tijd waarin de omringende panden zijn verrezen, in een periode van intellectuele en artistieke armoede verkeren.
Welke architect met ballen keert het tij?
Yuri Halberstadt
(30 juli 2008, 18:19:36)

Ook mijn eerste reactie was dat het voorstel een hele verbetering is. Na nog eens langs de huidige bibliotheek te zijn gefietst en de omliggende panden te hebben gezien is mijn conclusie echter dat het voorstel veel te groot is. De bibliotheek is al niet klein, maar de gevels verspringen tenminste nog in hoogte, terwijl het nieuwe pand over de hele breedte een verdieping hoger is. Hierdoor zal het beeld van de Prinsengracht door dit gebouw gedomineerd worden. Daarnaast zijn ook in de andere reacties een aantal goede argumenten aangevoerd, met name over de detaillering en geloofwaardigheid van de gevel. Mijn voorstel zou zijn om de bibliotheek lekker te laten staan of een nieuw plan te maken, waarvan de gevel(s) wel refereren aan de omgeving.
Dennis de Jong
(29 juli 2008, 15:07:07)

Mijn eerste spontane reactie was: het kan alleen maar beter worden op dit deel van de Prinsengracht. Na een goede nachtrust en het lezen van de reacties van onder andere Oortwijn, Battjes, De Vos en Schaap moet ik concluderen dat ik tegen het voorgestelde plan ben. Waar de huidige gevel inderdaad enige speelsheid vertoont en zich aan de parceleringsregels houdt, zal de voorgestelde gevel waarschijnlijk een nog grotere inbreuk maken op de beeldkwaliteit van de gevelwand. Te groot, te hoog en te massaal. Alsof je Peek & Cloppenburg naar de Prinsengracht verplaatst. Niet doen dus.
Op zich ben ik zeker niet tegen historisende nieuwbouw. Per geval moet de beste oplossing worden gekozen. Het zou me niet verbazen als het huidige gebouw over zo'n 20-30 jaar op de gemeentelijke monumentenlijst wordt geplaatst, ook al zullen veel van onze Vrienden daar op dit moment nog niet aan moeten denken.
Guido Frankfurther
(29 juli 2008, 14:25:50)

Ondanks de kritiek die mogelijk is op het nieuwe plan, geef ik verre de voorkeur aan deze vorm van historisering dan aan de m.i. nogal mislukte "aanpassing"van de 70-er jaren. Ik vind de oude gevel veel te grof om speels genoemd te kunnen worden. Genieten van een mooie gevelwand gaat voor mij ook boven het belang van het kunnen aflezen van de bouwgeschiedenis met al zijn mislukkingen. Ik zou het dus heel prettig vinden als de Vereniging het plan niet afkeurt maar wel probeert te verbeteren.
Els Willems
(28 juli 2008, 17:38:25)

Herman Pinkse heeft mij al geciteerd. Ik heb nu het nieuwe plan gezien. Het valt mij op dat alleen de gevel aan de Prinsengracht sterk wordt gewijzigd. Er is, afgezien van het vergroten van het volume, geen interne noodzaak om de voorgevel te wijzigen.
Het heeft geen zin om de nieuwe gevel te analyseren. Alles is mis. Ik wil nog wel wijzen op de parterre. De ramen daar hebben geen verdeling. De verhouding van de ramen is vaag, bijna vierkant of net liggend. In het midden zou je een ingang verwachten, in ieder geval een accent. Niets van dat alles hier. Links is een soort stoep ontworpen, met daar aan grenzend een bijzonder plomp uitgevoerde deur.
Het plaatje bij de meningspeiling is verhelderend. Links een aantrekkelijke, afwisselende gevel, rechts een somber gedrocht.
Henk Oortwijn
(27 juli 2008, 19:32:56)

Voor de nieuwe gevel heb ik geen goed woord over. Een aanfluiting.
Overigens deel ik ook de kwalificatie niet die Walther van de bestaande gevel gaf. Ik ben er 1000 keer langs gelopen en het heeft mij nooit gehinderd, ik vermoed omdat de gevel zich op een onopvallende, bescheiden manier in de grachtwand voegt. Wellicht dankzij het gebruik van baksteen,de bescheiden raamafmetingen en de parcellering. Waarmee ik de gevel niet voordraag voor een architectuurprijs, maar anderzijds haalt dat nieuwe ontwerp het niet vergeleken met wat er nu staat. Waarom pleit de VVAB niet gewoon voor het handhaven van de huidige gevel? Dat historiserende gedoe wordt toch nooit wat, zeker niet bij zo'n gevellengte.
Hendrik Battjes
(26 juli 2008, 00:49:42)

Bestaande gevel "typisch uit die tijd" krijgt niet echt een schoonheidsprijs. Het is echter wel speels. Dit nieuwe plan is veel en veel te hoog. Als dit wordt uitgevoerd wordt het een visueel blok. Ook voor de achterburen! Een stadspaleis uitstraling, niet echt passend bij de Prinsengracht. Vergelijk dit nieuwe plan met het gebouw van voorheen Artradius, Keizersgracht 271 helemaal tot aan de Wolvenstraat. Ook veel te hoog en historizerend...
Machteld de Vos
(25 juli 2008, 19:39:25)

Goed plan, al lijkt de historiserende gevel zoals getoond ietwat grootschalig.
Ik heb overigens niets tegen architectuur van alle tijden maar de huidige gevel uit de jaren 70 is echt wanstaltig.
Rick van Hemert
(25 juli 2008, 16:54:50)

Ik denk dat de discussie over het concept-ontwerp voor een nieuw gebouw op de plaats van het voormalige pand van de Openbare Bibliotheek, vooral in eerste instantie zou moet gaan over de vraag hoe wij de jaren zeventig-architectuur op waarde kunnen en moeten schatten.
Geïnteresseerden in architectuur- en stedengeschiedenis, waartoe ik lezers en leden van de Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad mag rekenen, vertel ik niets nieuws als ik wijs op een cyclus van zo’n dertig jaar waarin architecturale of stedenbouwkundige ingrepen ‘geëvalueerd’ worden. De sloop van vele neo-gotische Amsterdamse kerken in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw, wordt nu, dertig jaar later, door velen inmiddels betreurd. Veel kerken uit de Wederopbouwjaren zijn hetzelfde lot beschoren als eertijds de neo-gotische voorgangers; de recente sloop van de Pius X-kerk is hiervan een schrijnend voorbeeld. Wat in de plaats kwam van deze (neo-gotieke) kerken en andere gebouwen, staat anno 2008, zo’n dertig jaar later, op hun beurt ter discussie.
Deze ontwikkeling is in Amsterdam natuurlijk al langer aan de gang, ongemerkt of niet: de sloop van het ‘Maupoleum’, het Swammerdaminstituut, de restyling van het Post CS-gebouw, de Wibautstraat: het zijn allemaal voorbeelden uit het recente verleden.
En nu dan de aanpassing of sloop van de voormalige Openbare Bibliotheek aan de Prinsengracht. Zal sloop van dit gebouw over dertig jaar ook tot gefronste wenkbrauwen leiden (‘hoe hébben ze dat gebouw toen door die nep-historisende gevel zonder enige verhouding kunnen vervangen!’). Om antwoord te geven op deze vraag moet je toch eerst gedegen onderzoek doen naar bijvoorbeeld de precieze opdrachtverlening , de wezenskenmerken van het gebouw en hoe het gebouw zich verhoudt tot andere gebouwen uit deze tijd. Kortom: je zult een zogenaamde ‘waardestelling’ moeten maken, zoals dit nu ook voor kunst en architectuur in de jaren vijftig is ontwikkeld.
Een onderdeel voor een dergelijke waardestelling staat vermeld in het boek Wie is er bang voor nieuwbouw?, uit 1981, van architectuurhistorici Ids Haagsma en Hilde de Haan. Op pagina 31 wordt de voormalige Openbare Bibliotheek (architectenbureau De Klerk; ontwerp R.F.L. Nord, 1972-1976) gekarakteriseerd als ‘neo-traditionalisme. Compromis tussen het moderne bouwen en de kleinschalige historische omgeving’. Dat neo-traditionalisme heeft volgens De Haan en Haagsma als kenmerken: 'mansard-daken, hamer-lateien, T-kolommen, rode baksteen, parcellering van grote gebouwen, erkers, kleuren, structuralistische kenmerken, weelderige open-gaten stijl. Belangrijke invloed van de vormgever’.
Is de Voormalige Bibliotheek daarmee een ‘typisch jaren zeventig’-gebouw? Zou zeer goed mogelijk kunnen zijn, maar een gebouw uit diezelfde tijd, winkelcentrum Babylon, nabij het Centraal Station van Den Haag, is ook voor velen synomiem met de jaren zeventig, al zag Babylon er heel anders uit dan het gebouw van de voormalige Openbare Bibliotheek. Ik schrijf met opzet in de verleden tijd omdat Babylon ‘gestript’ is om onderdeel te worden van een nieuw winkelcentrum, ‘New Babylon’. Te vrezen valt dat waardevolle elementen zoals de kolommen, de vloeren met de patronen , en het ‘agora’-gevoel, niet zijn herkend als waardevolle elementen, en deze zullen dan ook niet terugkomen in het nieuwe winkelcentrum.
Resumerend zou ik dan ook willen pleiten voor het opstellen van een zogenaamd redengevend en waardestellend kader voor architectuur uit de jaren zestig en zeventig, zoals dat onlangs ook met relatief succes is gedaan voor de Wederopbouwarchitectuur. Alleen zo kunnen we denk ik een zinnige en nuttige discussie voeren over behoud, aanpassing of afbraak van recente architectuur. Ik heb goede hoop dat universiteiten, academies van bouwkunst en architecten hier zelf ook al mee bezig zijn.
Ramses van Bragt
(25 juli 2008, 16:53:31)

Het nieuwe plan is rustig, evenwichtig en voegt zich zonder ophef in de gevelwand dit in grote tegenstelling tot het bestaande onrustige slecht gedetailleerde gevelbeeld dat zonodig moest contrasteren.
E.Munnig Schmidt
(25 juli 2008, 16:50:53)

Als de huidige gelede gevels van de voormalige OB vier verschillende lichtere tinten bakstenen zouden krijgen, kunnen ze wat mij betreft de voorgevel verder zo laten.
Dat is minder ingrijpend, veel goedkoper en niet zo massaal als het nieuwe voorstel.
Gust de Wit
(25 juli 2008, 13:02:57)

Een uur treinen vanuit Nagasaki heb je "Holland Village". Historische Nederlandse bouwwerken op schaal of iets kleiner exact nagebouwd. Ziet er prachtig uit, maar is en blijft nep (Zeker wanneer je het zilte water in de grachten ruikt).
Men moet er voor waken dat niet hetzelfde gebeurt in onze binnenstad. Maar: omdat de jaren 70 bouw ze extreem lelijk, mutilerend en uit de pas is, heb ik toch voor de "historiserende nieuwbouw" gestemd.
Frank Gorter van Wagtendonk
(25 juli 2008, 12:40:36)

Dat het oude pand de maat er ritme van de gracht verstoord is duidelijk. Dat er iets anders voor in de plaats moet komen is ook duidelijk. Historiserende nieuwbouw op zich zou best kunnen, maar dan wel in het ritme en de hoogte van de gracht, dus minimaal 4 gevels om dit gat op te vullen en niet die monsterlijke gevel die voorgesteld word. Ik heb geen echt probleem met historiserende nieuwbouw alhoewel mijn voorkeur uitgaat naar passende nieuwbouw die recht doet aan de schaal, maat en diversiteit van het passend bouwen langs de gracht.
De kracht van het beeld van de gracht zit hem in het eenduidige ritme en goede verhoudingen in hoogte t.o.v. degracht, terwijl toch elk pand zijn eigen uitstraling heeft.
Laten we vooral vookomen dat er hier zo'n gigantsche buiten elke proportie vallend massief brok gebouw wordt neergezet.
Ronald Schaap
(24 juli 2008, 00:48:15)

Ik ben niet voor historiserende gevels maar voor historisch!
Ik zou daar slopen alleen om te herbouwen wat daar ooit heeft gestaan, dus niet nep maar echt!
Als dat niet het geval is, dan blijf ik liever met de huidige jaren 70 gevel.
Mauro Mastrogiacomo
(24 juli 2008, 22:20:30)

slechter dan de wanstaltige gevel kan niet dus graag een gefragmenteerde bom er op en dan historiserende nieuwbouw
frans
(24 juli 2008, 21:48:51)

Goed plan: De wanstaltige en karakterloze gevel uit de 70's is echt oliecrisis, kabinet Den Uil enz. De Kabouterpartij (met 8 zetels in Amsterdamse gemeenteraad) had dit nooit goedgevonden!
Robert Dorré
(24 juli 2008, 20:44:46)

Eerste teactie van mijn zoon (11 jaar) op de "historiserende" gevel: "Dat is dus nep". En gelijk heeft hij. De jaren 70 van de vorige eeuw hebben echt bestaan, dat moeten toekomstige generaties in deze stad met hun eigen ogen kunnen zien. Wij zijn de overburen en zien deze gevel iedere dag!
Dick Deutekom en zoon
(24 juli 2008, 20:26:35)

Ik ben van mening dat een historiserende gevel voor dit gebouw een slecht plan is, om 3 redenen:
1. De Grachtengordel is opgebouwd in honderden jaren en vertegenwoordigt allerlei tijds- en stijlperioden, die we vooral vanwege de afwisseling zo boeiend vinden.
Het vervangen van typisch jaren’ 70-gevel door een neutraal exemplaar ontkent een periode en dat kan nooit de bedoeling zijn.;
2. Met vervanging van deze gevel geef je een fout signaal m.b.t. de verantwoordelijkheid voor (toekomstige) stadsplanners.
Want waarom zou je een zorgvuldig en bijzonder gebouw ontwerpen als deze bij een veranderende smaak of mode makkelijk gesloopt kan worden? Daarmee zijn ook de haters van dit gebouw gebaat om het te laten staan: zij kunnen toekomstige stadsplanners confronteren met ‘missers’ uit het verleden!
3. Zoals in een andere bijdrage beschreven is het huidige gebouw met argumenten architectonisch interessant te noemen.
We moeten ons daarom niet laten leiden door de huidige smaak van het historiserend egaliseren, maar gaan waken over ons na-oorlogs erfgoed.
Kortom: markante gebouwen uit andere tijden met andere bouwinzichten horen bij Amsterdam. Afblijven dus!
Frank Boshom
(24 juli 2008, 18:40:16)

Ik ben blij verrast met het ontwerp. De huidige gevel past mijns inziens niet bij een van de hofdgrachten van de historische Amsterdamse binnenstad. Aan het nieuwe ontwerp zal wellicht enerzijds af te zien zijn dat het niet uit de jaren stamt dat de prinsengracht werd ontwikkeld, op het eerste gezicht valt het anderzijds niet uit de toom op de prinsengracht. Ik ben blij dat er aandacht is voor de creatie en voor het behoud van de historische sfeer en moedig daarom de ontwikkeling van nieuwbouw met een duidelijk historisch karakter van harte toe!
Daan van Kassel
(24 juli 2008, 17:45:25)

Op het eerste gezicht was ik blij verrast door het nieuwe gevelontwerp. Ik woon hier recht tegenover en kijk al jaren tegen de gevel van de bibliotheek die een gedateerde poging is de grachtengevels op een eigentijdse wijze te imiteren. Het nieuwe ontwerp hoort echter eerder thuis op de Heren- of Keizersgracht wat betreft uitstraling. Een pendant kan echter wel in het gebouw van Gerechtshof iets verderop worden gevonden. Het ontwerp komt nu redelijk plomp over. Het is zo op het oog net een verdieping te hoog voor de Prinsengracht bij deze breedte. Als het wordt uitgevoerd, dient de gevel voldoende gedetailleerd en duurzaam te worden omdat het anders een goedkope uitstraling krijgt. Ik neem aan dat dit een eerste ontwerp op grote lijnen is wat nog nader wordt uitgewerkt.
J. Stroet
(24 juli 2008, 16:17:11)

Ik ben voor historiserend bouwen in de Amsterdamse binnenstad, met name op die plaatsen waar het in de stad zo vreselijk mis is gegaan.
Ik vind het belangrijk om bij ieder "nieuw" historisch ogend gebouw een onderbouwing te geven voor de keuze van stijlelementen in het ontwerp. Het lijkt mij onwenselijk om een gebouw neer te zetten met elementen uit de 17e, 18e en 19e eeuw. Het lijkt mij dan ook raadzaam om bij ieder "historisch nieuwbouw project" advies in te winnen bij experts, zoals bijv bij prof. dr. C. Willemijn Fock of de Rijksdienst voor de monumentenzorg. Een juist ontwerp vind ik een belangrijkere vereiste dan mijn persoonlijke voorkeur over of iets mooi is of niet.
N.M. van Strien
(24 juli 2008, 16:13:24)

Ook ik zie een aantal slechte kanten (te groot, niet helemaal goed geproportioneerd, slechte bovenverdieping met teveel glas). Maar ook een aantal goede kanten (poging, zij het niet helemaal geslaagd, tot verbetering van het stadsgezicht door historiserend te bouwen, verwijderen van bebouwing binnenterrein).
De oude nieuwbouw is rommelige jaren zeventig troep, de nieuwe nieuwbouw is een echt, klassiek geproportioneerd gebouw, zij het dat er nog wel wat te verbeteren is aan de verhoudingen. Ik denk dan aan de raamverdeling van de zij- en middentraveeen. Het zwaantje rechtsboven (kennelijk een mogelijke variant op de bollen) is verschrikkelijk en kan beter achterwege blijven. Dat maakt het weer 'overdone'.
Let wel dat dit gebouw in overeenstemming is met de eisen die de nieuwe Welstandsnota stelt zoals een indeling van de gevel in een plint, een middengevel en een afsluiting en ook wat materiaalgebruik betreft. Het is zoals we willen dat er wordt gebouwd – het is in de geest van de Welstandsnota. Met die nota waren wij het in grote lijnen eens. We kunnen toch niet overal tegen zijn en per definitie alles willen behouden, ook als zo evident lelijk is als het bestaande gebouw?
Het is mijns inziens een poging het stadsbeeld te verbeteren.
Maar ik hoor graag eerst hoe anderen erover denken.
Walther Schoonenberg
(24 juli 2008, 15:19:13)

De Waakhonden vinden unaniem dat dit plan helemaal niet kan, ook al komt er in de plaats van een moderne een historiserende gevel, althans aan de voorzijde. Ik citeer Henk Oortwijn over de bestaande gevel:
“De gevel van de oude bibliotheek is een heel zorgvuldige invuloefening in de grachtenwand. De gevel is in vier delen geleed die ongeveer de standaardbreedte van een Prinsengrachthuis of pakhuis hebben. Ze zijn op de vlucht gebouwd. Tussen die delen heb je terugliggende stroken, net als de steegjes die je bij de grachten aantreft Links sluit de gevel op ongeveer gelijke hoogte met het buurpand aan. Het rechter deel is lager om weer aansluiting te vinden bij het lage buurhuis aan die kant. De ramen zijn bijna allemaal het zelfde, de bewegend delen zijn waarschijnlijk van staal, waardoor ze niet zo nadrukkelijk zijn. Het gevelbeeld dat je bij veel grachtenhuizen en pakhuizen ziet. De architect is waarschijnlijk Gerard de Klerk (Sinterklaas). De Prinsengracht is een gracht voor eenvoudige huizen en pakhuizen, niet voor palazzo's,”
(De bewegende delen zijn inderdaad van staal en de architect is volgens het grachtenboek R.F.L. Nord, vermoedelijk een medewerker van De Klerk)
Toen Henk dit schreef had hij de nieuwe gevel nog niet eens gezien, maar dat maakte zijn oordeel niet bepaald milder.
Hert plan wordt over de hele lijn net zo hoog als het hoogste punt van het huidige gebouw, dat maar een beperkte oppervlakte beslaat en van een aflopen naar de lagere panden rechts is geen sprake meer. De bovenste verdieping is plat afgedekt en aan voor- en achterzijde van geheel glazen gevels voorzien.
De pui op de begane grond heeft nauwelijks relatie met wat daarboven zit en past helemaal niet op een gracht en de verhoudingen van de gevel daarboven lijken nergens op. Wie een pand met dit uiterlijk en deze breedte op de Prinsengracht ontwerpt heeft weinig van het historische stadsbeeld begrepen.
Onze conclusie zal duidelijk zijn: dit in geen geval en we willen dat als Waakhonden ook maar duidelijk schrijven en wij willen daarbij pleiten voor het handhaven van de huidige gevel.
Herman Pinkse
(24 juli 2008, 15:15:41)

[Wat doen we met de voormalige Openbare Bibliotheek?]

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.