Amsterdamse gevelstenen

Acht gerestaureerde gevelstenen op het Begijnhof

Het jaar 1961 was een bijzonder jaar voor het openbare Amsterdamse gevelstenenbezit. Op twee locaties in de stad metselde men in een bestaande muur acht en in een speciaal opgetrokken muur negen gevelstenen. De bestaande muur was de blinde muur op het Begijnhof, naast het Houten Huis. Deze muur was de achtergevel van het pand Spui 12 (toen een pianohandel, nu American Book Center), eigendom van de Hervormde Gemeente Amsterdam.

Op initiatief van het Katholiek Coördinatiecentrum voor Vreemdelingen en in nauw overleg met de diaconie, het Rijksmuseum, het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap en het Begijnhof werden acht gevelstenen met bijbelse voorstellingen geselecteerd uit de depotcollecties van het Rijksmuseum en het KOG en door de Fa Hillen & Roosen ingemetseld. Kort na het inmetselen werden de reliëfs op weinig originele wijze beschilderd. Op alle gevelstenen werden dezelfde kleuren gebruikt en de randen en achtergronden kregen allemaal een saaie grijs-grauwe kleur.

Vóór restauratie Na restauratie
Vóór restauratie Na restauratie

In september 2006 werd de VVAG telefonisch benaderd door een bewoonster van het Begijnhof. Het was haar opgevallen dat de gevelsteen DE VLUCH VA EGIPTEN en de steen IN EMAUS 1626 regelmatig door mussen en andere vogels werden ‘aangepikt’. Kennelijk viel het materiaal van de gevelstenen, Bentheimer zandsteen, erg in de smaak bij die vogels. Zeker de steen met de vlucht naar Egypte was ernstig aangetast; de tekst op de onderrand was vrijwel onleesbaar geworden en ook op andere plekken op de steen was ‘pikschade’ ontstaan.
Maar het waren niet alleen vogels die voor ernstige schade zorgden, ook het bij elke bui langslopende regenwater had zijn sporen achtergelaten. Het water was in het oppervlak van de stenen gedrongen waardoor de verflaag had losgelaten. Normaliter hebben gevelstenen op hun oorspronkelijke plek in zeventiende-, en vooral achttiende-eeuwse gevels een zodanige plaats onder de onderdorpel van het bovenliggende venster dat het langs de gevel aflopende regenwater voor de steen langs naar beneden druipt. Vocht is een gevaarlijke vijand voor het oppervlak van de vaak uiterst gedetailleerde beeldhouwwerkjes. Zie bijvoorbeeld de gevelstenen in de Sint Luciënsteeg.

Onthulling van de gevelstenen (16 sep. 2008).

In overleg met de Stichting Het Begijnhof werd door de VVAG in de persoon van Richard Kuiper samen met Wil Abels een restauratieplan voor alle acht gevelstenen opgesteld. Allereerst werd boven elke steen een zinken lekdorpel aangebracht zodat het langslopende regenwater geen verdere schade kon veroorzaken en de stenen konden drogen. Begin juli 2008 is Wil Abels begonnen met het per steen voorzichtig verwijderen van de 45 jaar oude en langzamerhand aangetaste verflagen. Gelukkig waren de gevelstenen toen niet al te rigoureus schoongemaakt want Abels trof diverse oudere, waarschijnlijk originele kleursporen aan. Oude, met grove cement uitgevoerde reparaties uit de jaren ’60 werden verwijderd en zorgvuldig met speciale restauratiemortel aangeheeld. Dit gebeurde ook met de vrijwel verdwenen teksten onder de stenen van de Emmausgangers en de vlucht naar Egypte. Wat het polychromeren betreft is per steen een ander kleurschema aangehouden. Het wit op de ene steen is net iets witter of minder wit dan op een andere steen en datzelfde geldt voor de andere kleuren.

Tijdens een feestelijke bijeenkomst op 16 september 2008 heeft stadsdeelvoorzitter Els Iping, na een toespraak van Wim Eggenkamp als voorzitter van de Stichting Begijnhof, de gevelstenenwand onthuld.

De restauratie van de acht gevelstenen op het Begijnhof kwam mede tot stand dankzij een bijdrage van € 3000,- uit het restauratiebudget dat het stadsdeel-Centrum vorig jaar aan de VVAG had toegekend.

Onno Boers

(Uit: Binnenstad 231, november 2008)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.