Runstraat 4: oude toestand |
Runstraat 4: nieuwe toestand |
Precies twee jaar geleden hebben wij in
Binnenstad 222 al eens eerder aandacht besteed aan deze
kwestie (zie: Rijksdienst probeert herplaatsing geveltop tegen te houden).
In zijn negatieve advies had de RACM het volgende geoordeeld: “Alhoewel het in het
verleden vele malen is toegepast, moet worden gesteld dat het verplaatsen van geveltoppen uit
historisch perspectief onjuist is. Daarbij wordt de geschiedenis van het ontvangende pand
ontkend; de vereenvoudiging die vele panden heeft gekenmerkt, wordt weggepoetst ten
voordele van een situatie die er nooit is geweest”. Een opmerkelijke uitspraak, want niet alleen
wordt de herplaatsing van een oude geveltop op Runstraat 4 veroordeeld, maar tevens met
terugwerkende kracht alle herplaatsingen die in het verleden hebben plaatsgevonden. Juist vanuit
historisch perspectief is dit onjuist; het geeft geen pas om met waardeoordelen van nu restauraties
van vorige generaties te veroordelen. De uitspraak treft echter honderden rijksmonumenten.
Gelukkig dacht de gemeentelijke Monumentencommissie hier anders voor. Deze stelde zich op
het standpunt dat de historische vereenvoudiging van de geveltop van Runstraat 4 “geen
zodanige waarde [heeft], dat deze niet door een andere historische geveltop zou mogen worden
vervangen, als dit ook tot een uit cultuurhistorisch perspectief verantwoord resultaat leidt”. Het
stadsdeelbestuur voegde aan de beslissing om de monumentenvergunning tegen de wens van de
Rijksdienst toch te verlenen nog toe “dat het verschil [van inzicht] zich toespitst op de wijze
waarop de noodzakelijk te herstellen / te vernieuwen geveltop is uit te voeren en dat de bij de
noodzakelijke renovatie aan te brengen geveltop weliswaar van een ander pand afkomstig is,
maar dat deze qua bouwstijl en gevelbeeld passend wordt geacht bij de gevel en het straatbeeld”.
Bovendien speelt daarbij volgens het stadsdeel een rol “dat beschermde monumenten tevens
belangrijke dragers zijn van een beschermd stadsgezicht, waarbij niet alleen de zuiver historische
ontwikkeling van individuele monumenten van belang is, maar ook in welke mate zij het
straatbeeld ondersteunen”. Ook niet onbelangrijk is de constatering van het stadsdeel dat de
monumentenvergunning dient te worden verleend “in het belang van het behoud van het
monument”.
Wij hebben dit advies uitvoerig geciteerd, omdat wij het zelf niet beter zouden kunnen
formuleren. Het van oorsprong zeventiende-eeuwse winkelwoonhuisje in een van de negen
radiaalstraten tussen Singel en Prinsengracht was immers geheel verkrot en moest door
Stadsherstel van de ondergang worden gered – omdat geen enkele andere particulier of instelling
daartoe bereid was. Het pand zou verloren zijn gegaan. Een herstelproject is echter pas financieel
levensvatbaar wanneer er weer een aantrekkelijk huis of winkelpand van wordt gemaakt. Het
pand zag er ernstig verkrot uit, was gestempeld met ‘op en neren’ en bij het uitpellen volgden
onaangename verrassingen zoals compleet verrotte balkeinden en een piepklein achterhuisje dat
bijna instortte omdat het van het gebouw was losgescheurd. Bovendien bleek er sprake te zijn
van zwam. Kortom, het was een typisch Stadsherstelpandje. Dergelijk duur herstelwerk op een
relatief kleine oppervlakte is echter pas rendabel wanneer er een goede huurprijs wordt gevraagd
en dat kan alleen als het pand er aantrekkelijk uitziet; de kwaliteit van de representatieve
voorgevel speelt daarin een rol.
De oude geveltop, uitgelegd op de grond in het atelier van Tobias Snoep. 8 oktober 2007. (Foto: Stadsherstel, oktober 2007.) |
Tekening van de 18de-eeuwse geveltop gemaakt door Bureau Monumentenzorg. |
De van oorsprong zeventiende-eeuwse gevel had een vroeg twintigste-eeuwse sobere rollagentop,
een verminkte top die van de Rijksdienst om documentaire redenen moest blijven bestaan. Men
dacht overigens dat het een negentiende-eeuwse top betrof, maar dat is niet juist. Voor deze
gevel was een passende geveltop van een gesloopt pand beschikbaar op de Monumentenwerf:
een vrij sobere achttiende-eeuwse halsgevel met klauwstukken met voluten en acanthusbladeren
en een gebogen segmentvormig fronton met een inzetstuk met bladmotief. Volgens de gegevens
van het Bureau Monumentenzorg is deze top, nummer 65, afkomstig van de Dijkstraat. Door
steenhouwer Tobias Snoep werden de ontbrekende delen, ongeveer een derde van het geheel,
aangevuld. Het gevelmetselwerk van de voorgevel zal nog worden geolied zodat het
kleurverschil tussen de gevel en de aangeheelde top verdwijnt. Bij kleuronderzoek bleek
overigens dat de eerste verflaag van de houten onderpui gehout was, waarna besloten is dit
schilderwerk met houtstructuur opnieuw aan te brengen. De aannemer was bouwbedrijf FW
Onrust, de architect Thijs Kaas.
De natuurstenen afdekking van de verwijderde rollagentop is overigens niet verloren gegaan.
Deze is hergebruikt op de tuitgevel aan de achterzijde. Bij Runstraat 4 is er dus eigenlijk sprake
van een dubbele herplaatsing. Indien de Rijksdienst nog een ‘nadere waardenstelling’ gaat
opstellen, zoals dreigend aangekondigd in zijn negatief advies, kan hij deze herplaatsingen
documenteren en vastleggen voor het nageslacht. Dat zal dan precies de bijdrage van de
Rijksdienst aan deze restauratie zijn. Er is weer een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de
bouwgeschiedenis van het pand.
Walther Schoonenberg
Voetnoten
(1) De Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) veranderde nog niet zo lang geleden zijn naam in Rijksdienst
voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM). Sinds de verhuizing onlangs van het monumentale
Broederhuis bij Slot Zeist naar een modern nieuwbouwcomplex vlak naast de oude Waterpoort in Amersfoort heet
de dienst echter Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).
(2) Zie: Walther Schoonenberg,
Rijksdienst probeert herplaatsing geveltop tegen te houden in:
Binnenstad 222 (juli 2007).
Eerdere artikelen in deze serie over herplaatste geveltoppen waren: Singel 369, in: Binnenstad 176 (mei 1999), Kloveniersburgwal 56-58, in: 177 (juli 1999), Lauriergracht 136, in: 178 (oktober 1999), Nieuwe Nieuwstraat 19, in: 179 (november 1999), Leliegracht 54, in: 180 (januari 2000), Korte Prinsengracht 6, in: 181 (maart/april 2000), Pieter Jacobszstraat 15, in: 182 (mei/juni 2000), Leidsegracht 106, in: 183 (juli 2000), Zeedijk 100-102 / 118, in: 188 (mei 2001), OZ Voorburgwal 147, in: 190 (september 2001), Tuinstraat 171, in: 191 (december 2001), Eerste Laurierdwarsstraat 48, in: 192 (februari 2002), Leidsegracht 44, in: 202 (oktober 2003), Haarlemmerdijk 65, in: 210 (maart/april 2005), Warmoesstraat 18, in: 216 (april 2006) en Palmgracht 1, in: 233 (maart 2009).
(Uit: Binnenstad 235, augustus 2009)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.