Omslag van het boek 'Amsterdamse Wintergezichten' | Eén van de foto's: de Reguliersgracht |
We zien de Amsterdamse binnenstad ingevangen tussen een witte hemel en een witte aarde. Geen
mensen, alleen een spoor van voetstappen of autobanden in de sneeuw. Soms een fietser of enkele
schaatsers op het ijs in de schemering. Maar wie zij zijn blijft verborgen, nooit zie je hun gezicht.
Op andere foto’s vriest het en zie je de kou uit de straatstenen slaan. Of het dooit juist en de
architectuur wordt weerspiegeld in een gracht, maar die spiegeling krijgt iets raadselachtigs door de
smeltende ijsschotsen die het beeld vervagen.
Panden versluierd door sneeuwval of opdoemend uit de mist, die de fijnste twijgjes van de Hollandse
iepen doet opgaan in de achtergrond. De bomen zijn kaal waardoor de architectuur, die in andere
jaargetijden vaak achter het loof schuilgaat, beter tot zijn recht komt. Maar de gebouwen vormen in
zekere zin slechts het decor voor wat zich in de ruimte daartussen afspeelt.
Op het eerste gezicht lijken de foto’s in de traditie van Breitner en Jacob Olie te staan. De keuze
voor zwart-wit geeft de beelden iets tijdloos. Dit wordt nog versterkt doordat de fotografe een
voorkeur heeft voor de historische stad. Die constatering roept echter ook een vraag op: is ons beeld
van de negentiende eeuw niet vertekend doordat wij dat vooral uit zwart-witfoto’s kennen?
Het zwart-wit geeft tevens een zekere vereenvoudiging: (weglaten:) de wat al te bonte kleuren
worden uit het beeld gefilterd. Door de sneeuw en de mist wordt dit effect nog sterker: een wit
poederlaagje verbindt de verscheidene objecten tot één geheel, zodat alleen de structuur en het
wisselende licht nog spreken.
Opmerkelijk is dat de hoogste lichten niet ontstaan door helder weerkaatsend zonlicht, maar door
een bleek zonnetje dat door een dikke wolkenhemel heen tracht te breken; gedempt tegenlicht vaak
en doorzichtige schaduwen. Vorm en diepte ontstaan niet door licht van opzij, maar door vervaging
van de dingen op de achtergrond. Het licht is nooit schitterend, eerder zacht glanzend, waardoor de
beste foto’s als middeleeuwse ikonen van binnenuit lijken te stralen.
Dit is de eerste fotopublicatie van Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier. Misschien durfde zij het
nog niet aan om alleen de beelden te tonen; naast elke foto staat een herinnering of overweging van
een bekende artiest, monumentenzorger of bestuurder. Deze personen zijn door de fotografe
gekozen en de teksten zijn heel lezenswaard. De meeste van hen zijn enthousiast over de foto’s,
maar een enkeling verwoordt ook zijn kritiek: ‘Waar is de moderne tijd?’ ‘Waar zijn de mensen?’
‘Waar is het leven?’
Het verborgen bestaan dat uit de foto’s spreekt, is echter alleen in vereenvoudiging en stilte te
ervaren.
Juliet Oldenburger
Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier, Amsterdamse Wintergezichten (2009), 104 pagina’s. Prijs: € 18,50.
(Uit: Binnenstad 237, december 2009)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.