Sloop en behoud tegels in de Spuistraat

Wie een wandeling wil maken langs Amsterdams stedenschoon, denkt misschien niet in de eerste plaats aan de Spuistraat. Toch valt daar wel iets te beleven, niet alleen aan gevelstenen en gekleurde bakstenenvlechtingen (in de boogvelden boven de ramen van nummer 226), maar ook op het gebied van siertegels, zij het dan voornamelijk áchter de gevels.

Spuistraat 274

Interieur van Backery Hans Egstorf, Spuistraat 274 (groothoeklensopname)

Vanaf het Spui komend zien we links, hoog aan de gevel van nummer 274, een vrolijk tegeltableau dat een bos goudgele aren voorstelt. Getuige de gedenksteen in de zijgevel stamt deze ‘Backery Hans Egstorf’ waarschijnlijk uit de achttiende eeuw, maar in 1898 is er naar ontwerp van architect Gerrit van Arkel een nieuwe, uitbundige jugendstilvoorgevel aangebracht. (1) Voor een grotere verrassing moeten we binnen zijn; bovenaan de wanden bevinden zich schitterende kleurrijke tegeltableaus met afbeeldingen die betrekking hebben op de graanoogst en het bakken van brood.

Dit soort tegeltableaus kwam in het eerste kwart van de twintigste eeuw in levensmiddelenwinkels veel voor. Het interieur kreeg daardoor een chique uitstraling en het was bovendien hygiënisch, want de tegels waren gemakkelijk te reinigen, geen gering voordeel in die tijd. Voor bijvoorbeeld slagerijen, bakkers en viswinkels werd betegeling op den duur zelfs verplicht. De tegeltableaus toonden de productiemethode of de herkomstgebieden van het product, en dat leverde vaak exotische plaatjes op – denk aan koffie, thee en rijst. De winkelketen van De Gruyter met zijn honderden filialen in het hele land was waarschijnlijk de grootste afnemer van deze dure tableaus. Ze zijn eerst vooral gemaakt bij de Fayence- en Tegelfabriek Holland in Utrecht en van 1917 tot 1956 bij de Plateelbakkerij Zuid-Holland in Gouda. Vrijwel alle betegelingen van die De Gruyterwinkels zijn nu geheel of gedeeltelijk gesloopt of achter betimmeringen en voorzetwanden verdwenen. Datzelfde gebeurde helaas ook met andere levensmiddelenwinkels. Het is te prijzen, en in overeenstemming met de wettelijke voorschriften (2), dat de eigenaar van bakkerij Egstorf de oorspronkelijke betegeling van de Haagsche Plateelbakkerij Rozenburg (3) intact heeft gelaten.

Spuistraat 60

Oorspronkelijk interieur van de vleeshouwerij aan Spuistraat 60 met gezichten op de Westertoren, Schreierstoren en Haringpakkerstoren, foto: Nout Muller (1980), coll. Hans Tulleners Huidige situatie: enkele tegeltableaus in de opkamer als muurdecoraties.

Onze opgewekte stemming na het zien van de bakkerswinkel slaat om als we het winkelpand your coffee op nummer 60 betreden. Op het eerste gezicht is hier geen tegel te bekennen. (4) Het pand stamt uit de zeventiende eeuw, maar heeft een negentiende-eeuwse gevel. Eind jaren ’20 was hier de vleeshouwerij van J.W.J. ten Have gevestigd, blinkend en schoon, van vloer tot plafond betegeld in art-decostijl. In het voorste gedeelte van de winkel, op straatniveau, bevond zich tegen de wanden een betegeling verdeeld in vijf witte vakken, omzoomd door zeegroene randen, die zelf weer waren afgebiesd met een smallere rand bruine tegels. Wat de betegeling bijzonder maakte, was dat zich in elk van deze vijf vakken een tableau bevond met een afbeelding van een Amsterdams stadsgezicht. Vanuit de winkeldeur gezien waren aan de linkermuur vier stadsgezichten afgebeeld: de toren van de Oude Kerk, de Nieuwezijds Voorburgwal vóór de demping, de Westerkerk en de Schreierstoren. Op een inspringend stuk muur recht tegenover de winkeldeur bevond zich een gezicht op de Haringpakkerstoren, van vόόr de sloop in 1829. Het hele interieur moet voor de klanten van deze slager een lust voor het oog zijn geweest. De tableaus van de Westerkerk en de Schreierstoren staan onder de titel ‘Hamspek met stadsgezichten’ – boven een stang met grote stukken vlees aan haken – afgebeeld in een verzamelbundel met tekeningen en korte teksten van Jan Bouman. (5) In 1980 schreef Jaap Kruizinga: “De voorstellingen […] werden door de eigenaar zelf getekend. De tableaux werden in Delft vervaardigd.” Hij dateert ze op 1930. (6) Dat klopt niet helemaal. Deze tableaus zijn niet in Delft, maar bij tegelfabriek ‘N.V. Plateelbakkerij Delft’ te Hilversum geproduceerd, omstreeks 1925-1930. (7) Het is natuurlijk mogelijk dat de tegeltableaus naar de tekeningen van de slager zijn geschilderd, maar dan zijn die tekeningen toch getrouw nagetekend van reeds bestaande foto’s of prenten. In het Stadsarchief bevindt zich een prent van tekenaar N. Steffelaar en lithograaf Tresling en Co., gedateerd circa 1900, van de Haringpakkerstoren zoals die er in de jaren 1815-1820 moet hebben uitgezien. Het tegeltableau komt in vrijwel alle details overeen met deze prent. Ook het tableau met de Schreierstoren lijkt geen originele tekening van de vleeshouwer. De tekenaar L.W.R. Wenckebach heeft van 1898 tot eind 1907 voor het ‘Zondagsblad’ van Het Nieuws van de Dag elke twee weken een stadsgezicht getekend. Dit tableau vertoont erg veel overeenkomst met een tekening die hij heeft gemaakt naar een foto van Pieter Oosterhuis uit circa 1870, nog met de dubbele klapbrug die in 1876 is vervangen. (8) Ook voor de overige tegeltableaus zullen misschien wel originele prenten of foto’s te vinden zijn.

Tegeltableau van de Schreierstoren nog in de oorspronkelijke betegeling van de vleeshouwerij, foto: Noortje Eijkelboom (1994), coll. Hans Tulleners Tekening van de Schreierstoren door L.W.R. Wenckebach naar de foto van Oosterhuis Prentbriefkaart van de Schreierstoren, foto van Pieter Oosterhuis, circa 1870, coll. Onno Boers

Hoe is het deze betegeling vergaan? Hans Tulleners heeft hiervan in 1994 nog foto’s laten maken. Er was toen een Italiaanse deegwarenwinkel in dit pand gevestigd. In het najaar van 1995 zijn een monumentenvergunning en een bouwvergunning afgegeven, onder voorwaarde dat de stadsgezichten behouden zouden blijven. (9) Wat er daarna precies is gebeurd is niet duidelijk. De smartshop die er gevestigd werd, kreeg blijkbaar geen bezoek van monumentenliefhebbers. Tussen 1995 en 2009 is de betegeling gesloopt, althans, onzichtbaar geworden. Maar geheel verdwenen, zoals onlangs in Het Parool werd gemeld, is de betegeling niet. Vier tegelvelden zijn rond de omlijsting van de stadsgezichten uit de tegelwand losgemaakt en aan de wanden van de opkamer bevestigd, waar ze goed bekeken kunnen worden. Helaas is het gezicht op de Schreierstoren niet meer te zien. De huidige uitbater van your coffee kent alleen de huidige situatie met gipswand en weet niet wanneer de tableaus met de stadsgezichten zijn verplaatst. Het is mogelijk dat de rest van de betegeling en de afbeelding van de Schreierstoren zich achter die gipswand bevinden. Het losmaken van tegels zonder ze te beschadigen of in stukken te hakken is een specialistisch karwei. Na de beschadigingen aan sommige tegels van de nog bestaande tableaus heeft men de moed wellicht opgegeven.

Eén van de geredde tegeltableaus toont de NZ Voorburgwal vóór de demping.

Hoe verschrikkelijk jammer het ook is dat de oude betegeling met al zijn gekleurde randen is verdwenen, de vier geredde tableaus bieden troost aan de koffiedrinker. Het is de bedoeling om in de opkamer stoelen te plaatsen, van waaruit het publiek met plezier de tegels kan bekijken, evenals een leestafel met boeken en tijdschriften over de binnenstad.

Francine Stoffels
m.m.v. Onno Boers en Hans Tulleners

De Vrienden van het Nederlands Tegelmuseum in Otterlo werken momenteel aan een website met een inventarisatie van foto’s en teksten van alle tegels in de openbare ruimte. De site is zo opgezet dat men aan de hand van die gegevens wandelingen langs tegels aan of in openbare gebouwen kan samenstellen. Tot nu toe staan er ruim vierhonderd adressen van Amsterdamse tegeltableaus op. Suggesties voor aanvulling en verbetering zijn welkom. Ga naar www.nederlandstegelmuseum.nl, klik op ‘Vrienden’ en vervolgens op ‘In-situ’.

Francine Stoffels en Noortje Eijkelboom

Voetnoten:
1. Datering van Vincent van Rossem in Binnenstad 227, maart 2008.
2. Zie o.m. Dingeman Coumou et al., Een betere bescherming voor historische interieurs (2010).
In deze nota, die door vier politieke partijen is ondertekend, wordt benadrukt dat onroerende onderdelen van interieurs onder bescherming van de Monumentenwet vallen.
In Bijlage 1 geeft Hans Tulleners Spuistraat 60 als voorbeeld van een gesloopt interieur.
3. De signatuur DH is van de tegelschilder Daniël Harkink, die tot 1901 bij Rozenburg gewerkt heeft.
Met dank aan Bert-Jan Baas en dr. Johan Kamermans.
4. Het Parool van 18 februari 2010. Ton Damen en Corrie Verkerk schrijven op p. 17: "[deze tegeltableaus] zullen inmiddels ongetwijfeld ergens een plekje hebben gekregen, maar niet meer in de voormalige vleeshouwerij. Slechts een foto rest nog van het origineel."
5. Jan Bouman, In ’t Wapen van Amsterdam, tweede deel (z.j.), een boekje gebundelde bijdragen uit de gelijknamige rubriek in de zaterdagedities van de Volkskrant van september 1952 tot augustus 1954.
6. H. Kruizinga, Zag u dat in Amsterdam? Deel 2, Amsterdam 1980, p. 29-31, met foto’s van de tableaus van de Nieuwezijds Voorburgwal en de Oude Kerk.
7. Met dank aan Jan Pluis, zie ook: Jan Pluis, Nederlandse Tegels 1900-2000, Leiden 2008.
8. Han de Vries, Amsterdam omstreeks 1900, 231 tekeningen van L.W.R. Wenckebach met foto’s en literatuurfragmenten, Amsterdam 1962, p. 45. De foto waarop de tekening is gebaseerd, staat afgedrukt in: Anneke van Veen, Pieter Oosterhuis, 1816-1885, deel 3 in de serie Monografieën van Nederlandse fotografen, Amsterdam 1993.
9. Beschikkingsnummer 03-95-0164 voor de monumentenvergunning op 15 september 1995, en 01-95-0313 voor de bouwvergunning op 3 november 1995.

(Uit: Binnenstad 240, juni 2010)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.