Boekbespreking

Katholiek Amsterdam: Karel Petrus Tholens (1882-1971)

K.P. Tholens is te laat geboren voor de rubriek Amsterdam 1900, maar toch kan zijn werk beschouwd worden als een echo van de negentiende eeuw. Hij was een katholieke architect, voor wie het modernisme van de avant-garde te radicaal was. Na de oorlog zouden ook katholieke architecten een bijdrage leveren aan het modernisme, maar daarvoor was Tholens zelf toen alweer te oud. Hij behoorde tot de architecten die in de schaduw van P.J.H Cuypers streefden naar een moderne katholieke bouwkunst, zonder de neogotische erfenis van de grote leermeester. Eduard Cuypers, de neef, Joseph Cuypers, de zoon, Jan Stuyt en Antoon Joling gingen hierin voorop. Zij waren ruim een generatie ouder dan Tholens, leeftijdgenoten van H.P. Berlage.

Leerjaren

Tholens was de zoon van een aannemer uit Gouda. Bouwen leerde hij al jong in de praktijk, het bewijs daarvoor werd geleverd, op twintigjarige leeftijd, bij de bouw van een gasfabriek in Zaltbommel. Een jaar later trad hij in dienst bij het florerende Amsterdamse bureau van Joling. A.J. Joling (1857-1934) is vooral bekend als de architect van het Peek en Cloppenburg-gebouw op de Dam uit 1914, stilistisch gezien een wat moedeloos warenhuis, maar zijn gebouw voor het dagblad ‘De Tijd’ aan de Nieuwezijds Voorburgwal uit 1905 getuigt nog duidelijk van de wil om te moderniseren, zij het niet te haastig. Bij Joling heeft Tholens ongetwijfeld de finesses van het architectenvak geleerd, zoals Joling zelf ze van Cuypers senior had geleerd. Dat waren uiteraard traditionele finesses, maar ook bij het bureau van Joling werd natuurlijk goed gekeken naar het werk van Berlage. De Beurs kon door niemand genegeerd worden. Zo werd Tholens gevormd in een traditionele sfeer met moderne trekjes. Hij raakte ook goed bevriend met zijn werkgever die hem introduceerde in het katholieke Amsterdamse verenigingsleven, met name Kunstkring De Violier, waarvan ook Stuyt en Joseph Cuypers prominente leden waren.
Tholens begon in 1910 een eigen bureau. Net als Joling zou hij veel voor het bisdom Haarlem bouwen, tenslotte werd zijn naam zelfs bij elk kerkelijk bouwwerk in Amsterdam vermeld. Maar aanvankelijk ontwierp hij ook seculaire architectuur voor uiteraard overwegend katholieke opdrachtgevers. Zijn debuut in Amsterdam als zelfstandig architect, Prins Hendrikkade 6-7, uit 1911, was bepaald niet spectaculair, maar wel eigentijds en gematigd modern gezind. Vrijwel tegelijkertijd bouwde hij Prinsengracht 310, dat zonder meer opmerkelijk was. In 1919 volgde Nieuwe Spiegelstraat 54, op de hoek met de Kerkstraat, een winkel met bovenwoningen die wederom getuigde van een moderne geest.

Bouwen voor het geloof

Waarschijnlijk mede dankzij zijn goede relatie met Joling kreeg Tholens de gelegenheid om kerken te bouwen, met bijbehorende gebouwen, waaronder veel scholen. Zijn bekendste ontwerp is ongetwijfeld de Chassékerk aan de Chasséstraat, voor Onze Lieve Vrouwe van Altijddurende Bijstand. Nog maar kort geleden werd serieus gedacht over afbreken. Dat gevaar lijkt geweken, maar de discussie over de toekomst van dit markante kerkgebouw is nog gaande. Kees Fens ging er als jongen ter kerke. Enige jaren na de wijding van deze kerk in november 1926 voltooide Tholens zijn meesterwerk, de Augustinuskerk aan de Postjesweg, die in 1977 is afgebroken door de cultuurbarbaren. De Chassékerk was een uitgesproken eigentijds kerkgebouw, met een licht en zeer modern interieur. De Augustinus was in zekere zin traditioneler, een wat gothiserend ontwerp, maar uitgevoerd met streng sober metselwerk en constructieve elementen van beton. Een ware exercitie in ‘zakelijkheid’ en werkelijk een schitterend gebouw, de glorie van de Postjesweg, zoals de Maria Magdalena ooit de glorie van de Spaarndammerstraat was, maar voorgoed verdwenen uit het Amsterdamse stadsbeeld. In de binnenstad bouwde Tholens samen met Joling al vanaf 1919 voor ‘De Voorzienigheid’, het grote kloostercomplex met scholen voor straatkinderen tussen de Lauriergracht en de Elandsstraat. Hier bouwde A.C. Bleys al eerder een spectaculaire kapel met gietijzeren kolommen. Destijds ook bijna afgebroken, in naam van de vooruitgang.

Een welkom boek

David Mulder, actief als waakhond voor de VVAB, heeft met zijn monografie over K.P. Tholens, uitgegeven in de Bonasreeks op het royale nieuwe formaat van de serie, een welkome bijdrage geleverd aan de hoofdstedelijke architectuurgeschiedenis. Er zouden meer van dergelijke boeken geschreven moeten worden over belangrijke Amsterdamse architecten zoals Tholens. De auteur drukt zich in bescheiden termen uit over zijn hoofdpersoon. Tholens was inderdaad geen genie, maar, zoals al zo vaak is opgemerkt in de rubriek Amsterdam 1900, een stad wordt niet gebouwd door genieën. De geniecultus is een kunsthistorische obsessie. Het gaat om de goede architecten, die allemaal geheel ten onrechte vergeten zijn. Tholens heeft na de oorlog nog meegewerkt, hoe precies wordt niet geheel duidelijk maar hij heeft in elk geval niet tegengewerkt, aan de bouw van spectaculaire modernistische kerken in Amsterdam. De Josephkerk van G.H.M. Holt aan de Erik de Roodestraat in Bos en Lommer was het eerste kerkgebouw in Nederland dat vrijwel geheel met beton werd gemaakt. Het staat op de rijksmonumentenlijst, een zegen die de Augustinuskerk helaas niet gekend heeft. Tholens was ook betrokken bij de bouw van de Christus Koningkerk aan de James Wattstraat in de Watergraafsmeer door de architect G.A.M. van Balen, voltooid in 1958 en in 2003 op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst. Toch is de toekomst van dit belangrijke kerkgebouw nog net zo onzeker als die van de Chassékerk. Hetzelfde geldt overigens voor de niet beschermde Willibrorduskerk van Joop van Stigt aan de Van Ostadestraat in de Pijp. Het is treurig dat de stad Amsterdam, die het katholieke geloof na de Alteratie zo ruimhartig gedoogd heeft, nu zo weinig animo toont voor het religieuze erfgoed uit een recenter verleden.

Vincent van Rossem

David Mulder, K.P. Tholens (1882-1971) Moderne architectuur – traditionele vormen, isbn 978-90-76643-50-2, Uitgeverij Stichting Bonas. Prijs: € 29,50.

(Uit: Binnenstad 248, oktober 2011)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.