Sibbelwoningen door De Key voorbeeldig gerestaureerd

Op 28 april vond de oplevering plaats van de Sibbelwoningen aan de Hoogte Kadijk, nummers 112-150. Dit is een uniek rijtje van veertig dijkwoningen, sinds 1990 rijksmonument en in 2002 door Woonstichting De Key voor het symbolische bedrag van 1 euro gekocht van het Woningbedrijf Amsterdam. De restauratie heeft veel voeten in de aarde gehad, omdat de bewoners zich aanvankelijk verzetten tegen de vanwege funderingsproblemen en verzakking zeer urgente restauratie. In 2007 vertrokken de laatste huurders, maar de restauratie liet nog jaren op zich wachten totdat de benodigde vergunningen, onder andere een kapvergunning, waren verleend. (*)
Voorgevel van de gerestaureerde Sibbelwoningen aan de Hoogte Kadijk (foto: Walther Schoonenberg) Reconstructie van de achtergevel met uitbouwen van de Sibbelwoningen (foto: Walther Schoonenberg)

De Sibbelwoningen zijn in opdracht van de gemeente Amsterdam in 1828 gebouwd door de aannemersfamilie Moele als herhuisvesting voor de voormalige bewoners van de Rapenburgergracht én als huisvesting voor de arbeiders van bierbrouwerij De Gekroonde Valk.
Pas in de vorige eeuw zijn ze vernoemd naar mevrouw Sibbel, die ze vanaf 1950 twintig jaar lang in haar bezit had. Het is één van de eerste keren in de Amsterdamse geschiedenis dat er aandacht werd besteed aan de (her)huisvesting van arbeiders en daarom kan men de Sibbelwoningen als een vroege vorm van sociale woningbouw beschouwen. Ze hebben een bijzondere indeling, want de scheidingswanden tussen de woningen, waarnaast zich de trappenhuizen bevonden, waren geen dragende muren en de balklagen van maar liefst negen meter lengte liepen door verschillende woningen heen – een relatief goedkope manier van bouwen. Opmerkelijk is ook het feit dat al direct na 1828 de kappen van de woningen werden bewoond. De toepassing van de bijzondere kapvorm met een zogenaamde Philibertspant, tot voor die tijd alleen toegepast bij kazernes e.d., maakte bewoning mogelijk, omdat een dergelijke kap, net als mansardekappen, meer effectieve woonruimte biedt. De kappen waren bovendien ‘beschoten’, iets wat alleen bij bewoning voorkomt en van dakkapellen voorzien; een droogzolder vond men blijkbaar een overbodige luxe. In één bouwdeel met thans vier woningen, bevonden zich oorspronkelijk zeven of acht woningen.
Aanvankelijk vormden de huizen nog een veel langere rij woningen, inclusief Hoogte Kadijk 84-106, die niet door De Key zijn gerestaureerd. Tussen de twee rijen is echter een lelijk hoog appartementengebouw verrezen. Daarom was het des te belangrijker was het dat de woningen op de nummers 112-150 niet verloren zouden gaan.

Ontwerptekening van Rappange & Partners Architecten

De woningen verkeerden in slechte staat; ze gleden langzaam van de dijk, wat een gevaarlijke situatie opleverde en funderingsherstel urgent maakte. Hans ’t Mannetje heeft dit gegeven gedocumenteerd in de nieuwe gevelsteen ‘Van de dijk af’, die zich in een van de zijgevels bevindt en onthuld werd tijdens de oplevering in april.
Het verzet van de bewoners kwam vooral voort uit de vrees dat De Key de monumenten zou afbreken en vervangen door nieuwbouw. Maar dat is niet gebeurd, integendeel, de woningstichting heeft de gebouwen in samenwerking met Rappange Architecten & Partners op voorbeeldige wijze gerestaureerd en uiteindelijk is alleen de niet-authentieke achtergevel gesloopt. De woningen van de teruggekeerde bewoners zijn bovendien in de sociale sector gebleven: ze betalen 380 euro huur per maand. De overige – overigens geheel identieke – woningen worden verhuurd in de vrije sector, voor meer dan het drievoudige. De huizen zijn groter geworden, onder andere door het terugbrengen van de tuinaanbouwen, en door een slimmere indeling waardoor de ingang is verplaatst naar het souterrain: de voordeuren op de stoep zijn in gebruik als meterkast, maar de voordeuren van de bovenwoningen functioneren nog wel gewoon.
Voor de gehele huizenrij staan tien stoepen die elk vier woningen ontsluiten, in totaal dus veertig woningen. De woningen hebben bovendien een monumentaler karakter gekregen door het reconstrueren van de achtergevel met roedenramen en door het weer in zicht brengen van de balklagen. Ook het aangezicht van de Sibbelwoningen is verbeterd: authentieke details als de hardstenen stoepen, smeedijzeren stoephekken, dakpannen en gemetselde schoorstenen zijn teruggebracht. Kijk eens goed naar het frijnwerk van de stoepen: dat is machinaal uitgevoerd, maar toch zeer acceptabel. De gevel is weer geolied, zodat het rijtje hetzelfde oogt als het andere blok. De roedenramen zijn niet van dubbel glas voorzien, maar gerepareerd en waar nodig aangevuld – en toch hebben de woningen een hoog energielabel gekregen.

De voorbeeldige restauratie van de Sibbelwoningen bewijst dat corporaties monumenten wel degelijk goed kunnen opknappen en beheren, als ze maar willen. En als ze, zoals hier is gebeurd, het feitelijke werk uitbesteden aan een goede restauratiearchitect.

Walther Schoonenberg

(*) Zie ook: Addy Stoel. ‘De Sibbelwoningen op de Hoogte Kadijk.’ Binnenstad 235 (augustus 2009).

(Uit: Binnenstad 248, oktober 2011)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.