Amsterdamse gevelstenen

Twee Gebroeders 1716

Oude Looiersstraat 3A (oud nummer: 1)

Op 16 januari 1653 vond de executieverkoop plaats van de boedel van Huijbert Dirksz. In de boedel was inbegrepen een huis en erf, met drie achterwoningen, gelegen aan de zuidzijde van de (Oude) Looiersstraat. Rechts van het pand was een gang die door de koper overtimmerd mocht worden. De doorgang naar de gang moest dan minstens acht voet hoogte hebben en vrije doorgang geven naar de twee andere huisjes in de gang. Koper was de metselaar Willem Jansz. voor een bedrag van fl.1400,-.
Oude Looiersstraat 3 vóór restauratie (foto Pacras van der Vlist) Oude Looiersstraat 3 vóór restauratie (foto Pacras van der Vlist)

Kennelijk heeft Willem Jansz. de gang niet overbouwd want als hij in november 1668 het pand – huis en erf met achterwoning – verkoopt, wordt in de overdracht (opnieuw) vermeld dat de gang naast het huis op dezelfde voorwaarden overtimmerd mag worden als in de akte van 1653. Koper was de in 1614 geboren schilder Gerrit Antonisz., die bij zijn ondertrouw in 1638 als beroep spiegelvergulder opgaf. Hij woonde toen in de Hartenstraat. Na de dood van Gerrit Antonisz. wordt op 3 mei 1698 het pand aan de Looiersstraat door Lucas Gerritsz., gemachtigde voor de negen (!) erfgenamen, verkocht. Koper is de ongehuwde jongedochter Trijntje Lucas.
Over haar is weinig bekend. Pas in 1760 komen we het pand weer tegen in de papieren, wanneer de Remonstrantse gemeente, als erfgenaam van ene Claas Lucas Regt, het pand verkoopt. Deze Claas Lucas Regt had in 1740 zijn testament gemaakt ten gunste van de Remonstrantse gemeente. In het testament staat de volgende omschrijving: ‘huis en erf, in de Looiersstraat z.z., waar de Twee Gebroeders in de gevel staat, het huis en erf daarachter in de Twee Gebroedersgang, en zijn huis en erf in de Looiersdwarsstraat’. Hier wordt voor het eerst de gevelsteen met de twee staande schilders, het onderschrift en het jaartal 1716 genoemd.
Wie zijn deze twee gebroeders? Is de voorstelling op de steen een hommage van de in 1740 overleden Claas Lucasz. Regt aan zijn vader, de meesterschilder Lucas Gerritsz. Regt en zijn oom Abraham Gerritsz. Recht, eveneens schilder van beroep? Het jaartal 1716 duidt wel aan dat er in dat jaar een verbouwing heeft plaatsgevonden, zowel aan het pand aan de straat als aan het huis en erf aan de Twee Gebroedersgang, want de som waarvoor de Remonstrantse gemeente in 1760 het pand verkoopt is bijna viermaal zo hoog als de koopsom in 1698.
Het pand met de gevelsteen heeft het tot circa 1975 uitgehouden, althans het onderstuk en de eerste verdieping. Hoe het bovendeel eruit heeft gezien is niet bekend. Bij toeval kwamen we er in 2001 achter dat het steentje na de afbraak van het pand bewaard was gebleven bij de toenmalige eigenaar, die bereid bleek om de gevelsteen aan de VVAG over te dragen. Overleg met woningbouwvereniging Eigen Haard leidde ertoe dat de (toenmalige) stadsdeelvoorzitter Els Iping de ‘Twee Gebroeders’ op 17 mei 2006 in de nieuwbouw, maar wel op de oude historische en kadastraal juiste plek, kon onthullen.

De gevelsteen

Bladzijde uit het 'Schetsboek van Suasso' (1875)

De voorstelling op het gevelsteentje (40 x 40 cm) heeft jarenlang voor onduidelijkheid gezorgd. Van Lennep en Ter Gouw vermelden wel een steen ‘De Twee Gebroeders Anno 1773’, maar die bevond zich op de Achtergracht bij het Weesperplein en zou zich nu in een particuliere collectie in Schoonhoven bevinden. ‘Onze’ Twee Gebroeders hebben ze over het hoofd gezien. Suasso geeft in zijn Schetsboek (1875) wel een juist tekeningetje met het juiste onderschrift. Het jaartal was kennelijk dichtgeschilderd, want dat vermeldt hij niet. Wel geeft hij aan dat de afgebeelde personen vermoedelijk schilders zijn. In Noord-Hollandsche Oudheden (1903, deel VI, pag. 58) wordt het steentje als volgt omschreven: “Een achttiende-eeuwse vogelkoper, met een zijner klanten is op Looiersstraat 1 op den gevelsteen verbeeld”. Jaartal noch onderschrift worden vermeld. De samenstellers van de Voorlopige Monumentenlijst (1928) hebben het reliëf over het hoofd gezien en Alings (Amsterdamsche Gevelsteenen, 1ste druk, 1943, pag. 94) neemt aanvankelijk de naam Vogelhandelaar over uit Noord-Hollandse Oudheden, maar in de tweede druk (1949) zegt Alings dat bij een recente schoonmaakbeurt de tekst ‘Twee Gebroeders’ en het jaartal 1716 tevoorschijn kwamen. De twee mannen op de gevelsteen zijn voor ons herkenbaar als (huis)schilders aan de kwasten die zij vasthouden en aan de houten verfpot, een zogenaamde klaploper, die de linker man draagt. Deze ‘klaplopers’ bestonden in diverse maten en waren een bijproduct van de kuipers. Het waren eigenlijk mini-vaatjes, op dezelfde manier vervaardigd als ‘gewone’ vaten.

Onno Boers

Met dank aan Hans Brandenburg voor het huisonderzoek.

(Uit: Binnenstad 252, juni/juli 2012)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.