Restauratie winkelpui Paleisstraat 17

Na een aantal bijdragen over verminkte winkelpuien in de binnenstad, eindelijk eens een positief bericht. In de Paleisstraat wordt op dit moment de laatste hand gelegd aan de restauratie van een markante winkelpui die omstreeks 1923 is aangebracht voor de firma Helmco in parketvloeren door de firma Winkelman & Van der Bijl.
Foto: Bernard Eilers, uit: J.G. Wattjes (1926)

Laatstgenoemd bedrijf, het ‘Atelier van Kunstnijverheid’ bestond reeds sinds 1911, in welk jaar vergunning werd gevraagd voor ‘het oprichten van eene electrisch te drijven inrichting voor metaalbewerking in perceel Westerstraat 99’. In advertenties uit later jaren werd veelvuldig gevraagd naar koperslagers en haardenmakers – blijkbaar was de productie en verkoop van kachels, vulhaarden en verlichtingsornamenten een belangrijk deel van de bedrijfsvoering, maar niet minder belangrijk was de vervaardiging van allerlei siersmeedwerk, gevelletters, hekwerken, gebrandschilderde glas-in-loodramen en zelfs benzinepompen en liftkooien. Daarmee was het bedrijf, dat het tot in de zestiger jaren van de twintigste eeuw heeft volgehouden, in zeker opzicht bijzonder. Er bestonden verschillende kachelsmeden en haardenmakers zoals de firma’s J.A. Bon (Zwanenburgerstraat 3-7) en J.A. Harm en Zonen, welke laatste onderneming als zaak voor exclusieve haarden en kachels als enige nog altijd bestaat en vrij recent de Vijzelgracht heeft verruild voor een vestiging in Amsterdam Noord. Bekend is ook de Nederlandsche Fabriek van Bronswerken Becht & Deyserinck (Stadhouderskade 80-81), die eveneens als kachel- en haardenfabriek is begonnen. Zoeken in de Beeldbank van het Stadsarchief levert enkele tientallen door Winkelman uitgevoerde puien op, die opvallen door de fraaie vormgeving, de zorgvuldige detaillering en duurzame materialen. In de meeste winkelpuien zijn marmer, graniet, brons, koper en kostbare houtsoorten verwerkt. De door het bedrijf uitgevoerde voorbeelden in de Leidsestraat, Kalverstraat, Heiligeweg en op het Damrak zijn inmiddels verdwenen. Buiten de Singelgracht zijn nog wel enkele markante exemplaren te vinden, zoals de bronzen ramen en entree van de voormalige Rijksacademie van Beeldende Kunsten op de Stadhouderskade naar ontwerp van de Dienst der Publieke Werken, en een strakke dubbele pui voor een apotheek aan het Sarphatipark. De firma Helmco heeft het in de Paleisstraat niet lang volgehouden, reeds in 1925 roept de firma Winkelman in een advertentie in De Gooi- en Eemlander dames die een bezoek aan Amsterdam brengen op om ook een kijkje te nemen bij het ‘Kunstnijverheidshuis’ in de Paleisstraat, waar vermoedelijk voornamelijk edelsmeedwerken van het bedrijf getoond en verkocht werden. Erg lang heeft ook deze toonzaal niet bestaan, vermoedelijk is deze omstreeks dezelfde tijd gesloten als de oudere showroom in de Pieter Cornelisz. Hooftstraat, op de hoek van de Hobbemastraat, die met ingang van 1 augustus 1928 de deuren definitief sloot.

De pui in de Paleisstraat is door de Delftse hoogleraar en architect J.G. Wattjes in lovende bewoordingen besproken in zijn standaardwerk De constructie en architectuur van winkelpuien (1926):
"Deze pui geeft een voorbeeld van een zeer doelmatig systeem voor het samenstellen van winkelpuien, waarbij voor de omlijsting van het puikozijn een bekleeding van geroest ijzer wordt toegepast, dat in de was geboend wordt. Bij de [...] pui is deze bekleeding aangebracht als een ommanteling van een bestaande pui [...]. De hooge vlakke puibalkbekleeding, ingesloten tusschen de beide lichtreclames, geeft een zekere rust aan deze pui en biedt tevens gelegenheid voor het aanbrengen van een opschrift".

Anders dan andere winkelpuien had dit exemplaar de tand des tijds redelijk goed doorstaan. Weliswaar waren de gebrandschilderde glas-in-loodramen in de bovenlichten en de historische lichtbakken verdwenen, maar de ijzeren puibekleding was nog volledig aanwezig. Eigenaar en monumentenliefhebber Nico Jongbloed streefde naar herstel van de historische situatie en heeft in overleg met Bouw- en Woningtoezicht en Bureau Monumenten & Archeologie (BMA) een lovenswaardig resultaat bereikt. Aanvankelijk was het de bedoeling de in 1923 aan het oog onttrokken hardstenen pui uit 1886 te herstellen, maar deze bleek na ontmanteling van de nieuwere pui zo zwaar beschadigd te zijn, dat herstel van de jongere situatie – ook uit kostenoverwegingen – meer voor de hand lag. Ook BMA gaf, vanwege de zeldzaamheid van de pui uit 1923, de voorkeur aan herstel van de ijzeren pui. Deze was weliswaar sterk door roest aangetast, maar bleek na onderzoek grotendeels gerestaureerd te kunnen worden. Slechts de puibalkbekleding is gereconstrueerd, evenals de verdwenen glas-in-loodramen en lichtbakken. Het resultaat is oogstrelend en strekt tot voorbeeld voor anderen.

David Mulder

Lit.: Het Nieuws van den Dag: kleine courant, 21 december 1911 (dag), p. 5.

(Uit: Binnenstad 261, november/december 2013)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.