In memoriam

Tim Killiam (1947-2014)

Ongetwijfeld kennen bijna alle Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad de Amsterdamse Grachtengids die Killiam in 1978 heeft gemaakt, samen met Hans Tulleners. Een andere gids is er namelijk niet. Buitenlanders hebben vaak een scherp oog voor onze stad.

De Fransman Henry Havard, een politieke vluchteling, publiceerde in 1877 Amsterdam et Venise, waarmee het fundament werd gelegd voor de toeristische faam van onze stad. Nog eerder, in 1863, reisde de Amerikaanse kunstenaar James McNeill Whistler naar Amsterdam, op zoek naar de stad van Rembrandt die hij, vermoedelijk tot zijn stomme verbazing, volkomen gaaf aantrof. Zijn etsen zouden bepalend zijn voor alle latere prenten van de binnenstad. Tim Killiam kwam ook uit Amerika, hij werd in 1974 door een stormachtige wind met zijn zeilboot de haven van IJmuiden ingeblazen. Een bezoek aan Amsterdam lag vervolgens voor de hand en Tim, opgeleid als architect, raakte gefascineerd door het wonder van de grachtenhuizen, de bouwkunst van de grachtengordel.

Het befaamde grachtenboek van Caspar Philips uit 1770 inspireerde hem om de grachtenwanden opnieuw in beeld te brengen. Een buitengewoon leerzame exercitie, want daarbij werd ook zichtbaar wat er in twee eeuwen veranderd was. Anders dan het sprookje wil, bleek dat het statige beeld uit de late achttiende eeuw niet meer bestond. Misschien verklaart die geschiedenis wel waarom nooit een Nederlander, laat staan een Amsterdammer, de moeite had genomen om het boek van Caspar Philips nog eens over te doen. Het was bovendien veel werk. Tim maakte foto's met een grootbeeldcamera die aan elkaar geplakt werden en overgetrokken op calqueerpapier. De zegeningen van het digitale tijdpark waren toen nog toekomstmuziek.

De tekeningen voor de Amsterdamse Grachtengids uit de vroege jaren zeventig vormen inmiddels een historisch document dat van grote waarde is, het zal ondergebracht worden bij het stadsarchief. Niemand weet immers wat er de komende eeuwen gaat gebeuren. Tim was geen Rembrandt en ook geen Whistler, hij hield van de bescheiden kunst die de prenten van Philips en Wenckebach kenmerkt. In zijn studio hing een ets van Roodenburg, een gezicht op de Nicolaaskerk met de Schreierstoren op de voorgrond uit 1928. Ook Roodenburg koesterde bescheiden ambities, maar hij heeft desondanks met ware meesterhand de topografie van het toenmalige Nederland in beeld gebracht. Bij elk bezoek spraken we even over die ets, om het weer snel eens te worden. Dat bijna nuchtere beeld van de Nicolaaskerk was ons net zo lief als grote kunst.

Vincent van Rossem

(Uit: Binnenstad 263, maart/april 2014)

Eerder gepubliceerd interview met Tim Killiam: Voor altijd verknocht aan de Amsterdamse grachten.

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.