Foto Wim Ruigrok |
De rijke attiek van Singel 36, een koopmanshuis
met de naam 'Zeevrugt', staat op een rechte trigliefenlijst die de
bekroning vormt van deze gevel. De huisnaam
is uitgesneden in de lamberkijn onder de lijst.
Daarboven is een open balustrade aangebracht
met een rijk versierde, gesloten middenverhoging
voorzien van een rococokuif. In
de middenverhoging is Mercurius afgebeeld
te midden van zijn handelswaren: tonnetjes
en pakketten. De god van de handel houdt in
de linker hand een geldbuidel vast en in zijn
rechter hand een Mercuriusstaf. De haan
duidt op de waakzaamheid, die in de handel
van node is. Het reliëf is polychroom beschilderd,
zodat je het vanaf de straat goed kan
zien. In de deuromlijsting, eveneens uit de
bouwtijd, is in de kuif een afbeelding van een
driemaster aangebracht.
Singel 36 werd in 1763 gebouwd in opdracht
van de scheepsmakelaar en -bevrachter Tamme
IJsbrandsz Beth, gehuwd met Susanna van
Sante, de dochter van een mastenmaker. Beth
ontleende zijn welvaart aan de overzeese handel,
vandaar de huisnaam 'Zeevrugt' en de
driemaster. Beth had veel last van het opbrengen
van schepen door Britse kapers. Hij was
een van de drijvende krachten achter de uitrusting
van een vloot onder gezag van schout
bij-nacht Johan Zoutman, wat zou leiden tot
de Slag bij de Doggersbank in 1781. Beth
overleed in 1796.
Het huis is groter dan de voorgevel doet
vermoeden. Het heeft de bekende structuur
van voorhuis en achterhuis met daartussen
een trappenhuis, maar het achterhuis is breder
en loopt achter twee buurpanden langs.
De gang en de trap zijn rijk geornamenteerd
met stuc- en houtsnijwerk. Ook in het interieur
zijn taferelen te vinden die ontleend zijn
aan de handel en zeevaart. Het stucwerkplafond
in de representatieve zaal in het achterhuis
toont in de hoeken attributen die met dit
onderwerp verband houden. Singel 36 is dus
een monumentaal grachtenpand.
Om een huis naast een verleden ook een toekomst
te geven is en blijft goed rentmeesterschap
belangrijk en een gepaste liefde voor
het monument.
Foto Michael van Heusden |
Soms is meer nodig dan regelmatig onderhoud, zoals ook bij dit pand bleek. De balustrade en de middenverhoging op de gevel zijn van hout gemaakt – en dus gevoelig voor houtrot, wanneer de verf en het lood – dat ter bescherming aan de bovenzijde van de attiek en de uitstekende delen is aangebracht – niet afdoende waterdicht blijken te zijn. Bij de restauratie in 1955/56, en wederom in 1991, bleek de attiek en het reliëf van Mercurius zo aangetast door zwam dat deze opnieuw moesten worden gesneden. De in de jaren vijftig gemaakte replica zou door een Antwerpse beeldhouwer zijn gemaakt. Vorig jaar bleek het echter opnieuw nodig, voor de derde maal dus, de attiek te restaureren met behoud van zoveel mogelijk bestaand materiaal.
Op uitnodiging van de bewoners Michael van
Heusden en Martin de Koning beklom ik de
kap die niet alleen een prachtig uitzicht op
het Singel bood, maar dus ook het resultaat
van het restauratieproject. Michael vertelt dat
het beeldhouwwerk helaas in slechte staat
verkeerde en dat zij er een lange tijd mee bezig
zijn geweest om iemand te vinden die dat
kon herstellen. Uiteindelijk kwamen zij uit bij
Elzbetha Morawska, een Pools-Slowaakse restauratiedeskundige,
werkzaam aan de Universiteit
van Krakau, die al vele historische bouwwerken
in Polen, Tsjechië en Rusland had
gerestaureerd. Vorig jaar werden de attiek en
lijst van de gevel verwijderd en overgebracht
naar haar atelier. Zij bracht alle schimmels,
zwammen en andere houtrotveroorzakers in
beeld en conserveerde het hout met behulp
van een Italiaanse conserveermethode. Op
basis van haar onderzoek werd gekozen voor
gedeeltelijk herstel. Bij de restauratie bleek
dat de attiek – waarvan men veronderstelde
dat het een replica was – nog wel degelijk
achttiende-eeuwse onderdelen bevatte. Alle
authentieke onderdelen die nog in goede
staat verkeerden, zijn opnieuw gebruikt. De
kroonlijst is gedeeltelijk vervangen. De nieuwe
onderdelen zijn gehakt uit Slowaaks grenen,
het rotte houtwerk is gedeeltelijk opgevuld
met epoxyhars. Ook van het reliëf zijn bepaalde
onderdelen geheel vervangen. Zo is de
staf van Mercurius nieuw gemaakt. Na een
tien maanden durende restauratie in Slowakije
keerde de acht bij twee meter grote geveltop
terug in Amsterdam, waarna de restaurator
de attiek nog op de steiger heeft bijgewerkt.
Tenslotte heeft Morawska ook het kleurenplan
gemaakt. Een kleurenonderzoek naar
de oorspronkelijke kleuren was niet mogelijk,
vanwege het feit dat juist het reliëf al eerder
grotendeels was vervangen. De huidige kleuren
zijn echter gebaseerd op pigmenten die
rond 1770 werden toegepast. De attiek is grotendeels
in een Bentheimer zandsteenkleur
geschilderd, alleen het reliëf is polychroom
behandeld. De letters van de huisnaam 'Zeevrugt'
en de vleugels van Mercurius' hoed en
enkels werden verguld met ouderwets 'Sowjet-bladgoud'.
Walther Schoonenberg
(Uit: Binnenstad 282/283, jul./aug./sep./okt. 2017)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.