Boekbespreking

De Waalse kerk

De Waalse kerk van Amsterdam beschrijft zichzelf op haar website als een 'huis met vier verdiepingen', te weten muziek, taal, beschouwing en 'kerk, bezinnen en geloven'. De kerk dus als laatste, waarbij bezinnen nog vóór geloven komt. Dat zouden de devote Paulusbroeders die de eerste versie van dit kerkje kort na 1400 hebben gebouwd hebben verafschuwd, evenals de vrome, orthodox- gereformeerde Walen die de kerk in 1586 in gebruik namen. In zijn boek 'Mes Frères! De Waalse kerk in Amsterdam' geeft Willem van Bennekom een levendige beschrijving van deze Werdegang vanaf de middeleeuwen tot ca. 1970, tegen de achtergrond van de vaak turbulente maatschappelijke ontwikkelingen. Dat maakt zijn verhaal bijzonder interessant, ook voor lezers die niet geïnteresseerd zijn in geloofskwesties.

Omstreeks 1400 telt Amsterdam 22 kloosters en ongeveer evenveel kloosterkerken, waarvan er maar twee resteren. Daarvan is de Agnietenkapel aan de Oudezijds Voorburgwal al vanaf 1631 in gebruik als Universiteitsgebouw, zodat alleen de kapel van de Paulusbroeders zijn oorspronkelijke functie als kerk heeft behouden.

Het Paulusklooster wordt tussen 1409 en 1415 gebouwd buiten de toenmalige stadsgrens, de OZ Achterburgwal. Pas bij de volgende stadsuitbreiding komt het in de stad te liggen, veilig achter de stadsmuur. Een halve eeuw later heeft Cornelis Athonisz die situatie in beeld gebracht, zie het fragment van zijn vogelvluchtkaart met in het kerkdak het opschrift 'paules broers'. De kloostergebouwen staan dan nog te midden van een overvloed aan fruitbomen, maar dat zal niet lang meer duren. De Paulusbroeders verkopen hun kloosterterrein stukje bij beetje aan de stad, die daar in 1550 het Bushuis laat bouwen als stedelijk wapenmagazijn, in 1606 gevolgd door het Oost Indisch Huis van de VOC.

Hoewel het in dit boek hoofdzakelijk over de gelovigen gaat krijgen ook hun gebouwen de nodige aandacht. Van het huidige kerkgebouw is de Noordbeuk vermoedelijk ouder dan het midden-schip. Na het poortje van Hendrik de Keyser aan de Oude Hoogstraat dat in 1616 als tweede ingang is gerealiseerd volgt in 1661 de Zuidbeuk, waardoor de kerk alsnog de gedaante krijgt van een klassieke driebeukige basiliek. Het ingangsportaal aan het Walenpleintje dateert van 1647 en in 1885 wordt de pleingevel vernieuwd, waarna in 1890-1891 en 1990-1992 ingrijpende restauraties volgen. Hoewel veel onderdelen dus niet meer authentiek zijn blijft dit intieme kerkje met zijn middeleeuwse restanten en zijn vele oude grafstenen historisch gezien zeker interessant. De schrijver constateert terecht dat het oude grondplan na de ruim 600-jarige bouwgeschiedenis met enige goede wil nog steeds herkenbaar is.

Van devotie naar vrijzinnigheid

Vogelvlucht van Cornelis Anthonisz, 1544
1: Noordbeuk
2: Huidige middenbeuk
3: Kloostergebouw (1579 Provenierswoningen)
4: Boomgaard (4a 1579 St.-Jorishof, 4b 1550 Bushuis, 4c 1606 Oost Indisch Huis)
5: Oudezijds Achterburgwal
6: Oude Hoogstraat
7: Kloveniersburgwal
8: Stadsmuur
9: Kloostermuur
10: Sloot (nu deels Korte Spinhuissteeg)

In 1375 schrijft de boeteprediker Geert Grote een fel traktaat tegen de afbouw van de Utrechtse domtoren, die volgens hem veel te hoog wordt en niet dient ter ere Gods, maar tot meerdere eer en glorie van opdrachtgevers en architect. Deze voorman van de 'moderne devotie' streeft naar verinnerlijking van het geloof en vindt dat de kerk zijn geld beter kan besteden aan de armen, waarvoor hij zelf het goede voorbeeld geeft. In die intens bezielde sfeer van geloofsijver is rond 1400 het klooster van de Paulusbroeders opgericht, maar volgens Van Bennekom hebben de oude idealen al rond 1515 plaatsgemaakt voor de beginselen van de vrije markt. Door gebrek aan geestelijke inspiratie loopt het aantal broeders langzaam maar zeker terug.

Als de Calvinisten het stadsbestuur in 1578 overnemen wordt al het kloosterbezit geconfisqueerd. De tien broeders die er nog wonen mogen blijven en krijgen een lijfrente van 24 carolusgulden per jaar, maar hun ontmantelde kapel wordt verhuurd als opslagplaats. In die tijd verliezen veel 'ketters' in de katholieke zuidelijke Nederlanden hun leven op de brandstapel, wat vooral na de val van Antwerpen in 1585 een grote stroom vluchtelingen naar het Noorden oplevert; de 'eerste refuge'. De nieuwkomers voelen zich hier goed thuis in de gereformeerde kerk, de latere Nederlands Hervormde kerk. In 1586 stelt de stad de Walen en Franstaligen de Paulusbroederskapel ter beschikking als eigen kerk. Honderd jaar later volgt de 'tweede refuge', als de Zonnekoning zijn slachtpartijen onder de Franse Hugenoten begint. Om alle gelovigen te herbergen krijgt de dan al driebeukige kerk nieuwe galerijen en komt er in 1721 een tweede Waalse kerk aan het Molenpad. Maar ondanks die groei en bloei moet Van Bennekom tot zijn verdriet steeds weer constateren dat het oplaaiende idealisme na verloop van tijd inzakt en wegebt, trends die zich vanaf de achttiende eeuw sterker doorzetten naarmate de kerkleden rijker, deftiger en conservatiever worden. Net als bij de andere Hervormden ontstaat er ook bij de Walen een vrijzinnige vleugel. Al met al weerspiegelen deze ontwikkelingen een bredere mentaliteitsgeschiedenis, met de groeiende invloed van de verlichting als rode draad. Door het hele boek heen komen de beeldbepalende sleutelguren aan het woord in mooie biograsche schetsen. Die benadering brengt de discussie over allang vergeten controverses voor de lezer van 2018 weer overtuigend tot leven.

Wat er nog rest

Het boek gaat tot 1970, maar hoe is de situatie nu? De Waalse kerk aan het Molenpad is sinds lang verdwenen, van het Proveniershuis resteert nog de statige gevel van 1771 aan de Sint Jorishof (zie nr. 4a in de afbeelding) en het monumentale Hospice Wallon aan de Vijzelgracht is in zijn geheel bewaard gebleven. Deze schepping van Adriaan Dorsman is in 1967 na een bestaan van bijna 300 jaar als Waals weeshuis voor miljoenen verkocht aan de Franse staat, die het gebouw na 50 jaar Maison Descartes onlangs heeft doorverkocht aan een marktpartij. De vele oude schilderijen die zich daar bevonden zijn elders veilig opgeborgen. Maar de kerk aan het Walenpleintje staat er nog steeds in volle glorie. Het onderging dit jaar een opknapbeurt, er worden concerten en andere culturele activiteiten gehouden en er wordt nog elke zondag in het Frans gepreekt, zij het voor slechts een handjevol gelovigen. Hoe lang nog?

Hendrik Battjes

(Uit: Binnenstad 287/288, mei/aug. 2018)


Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.