Herstelde Amsterdamse poortjes

De stad in stilte versierd

Soms werken stadgenoten bescheiden en in stilte aan het mooier maken van de stad. Zo herstelt de stichting Heijmeijer van Heemstede al jaren sterk verwaarloosde historische poortjes. Elke protestantse kerk had een aparte begrafenispoort. Het zorgvuldig restaureren van deze sieraden vormt een tegenwicht voor snel en goedkoop winstbejag. Haast onzichtbare schoonheid valt nu weer op. De restauratie van een poortje kost tussen de 25.000 en 70.000 euro.
Detail van het Begrafenispoortje

Het meest in ’t oog springt de restauratie van het begrafenispoortje van de Waalse kerk in de Oude Hoogstraat, ontworpen door Hendrik de Keyser. De voluten op de bovenrand werden ooit omgedraaid. Dit is hersteld en de kroon met Franse lelies (een ‘fleur de lys’ is geen lelie maar een lis- of irisachtige) verwijst naar de Walen, evenals de franse lelies in het fries. Die kroon was verdwenen en is nu weer gereconstrueerd door Jan Hilbers. Ook de doodskoppen die zo’n vijftig jaar geleden werden vervangen, leken in de verste verte niet op die welke De Keyser ooit maakte en ze zaten bovendien niet op de oorspronkelijke plek. Ton Mooij, die ook de beelden op de St. Jan in Den Bosch reconstrueerde, heeft ze opnieuw gehakt. Het poortje wordt nu talloze malen gefotografeerd en vertelt weer z’n verhaal. Voor dit poortje ontving de stichting subsidie van het Stads- deel Centrum; stadsdeelvoorzitter Boudewijn Oranje ondersteunde het initiatief van harte.

De achterpoort van het Oudezijds Huiszittenhuis tegenover de ingang van het Joods Historisch Museum, de ‘Sociale Dienst’ van de zeventiende eeuw, nu in gebruik als Academie van Bouwkunst, is ook helemaal opgeknapt en van een beschermende afdekking voorzien. De stichting kreeg zowel van de Academie als van het Stadsdeel financiële steun.

Bijzonder is het herstel van het toegangspoortje tot het Theatrum Anatomicum aan de Waag. De teksten zijn hersteld en ook de vergulde letters. De zeker al honderd jaar verdwenen buste van Hippocrates (letterlijk: paardentemmer), waarvan de contouren nog duidelijk op de achtergrond aanwezig waren, is opnieuw gehakt door beeldhouwer Ton Mooij. Ook afgebroken zandstenen hoeklijstjes zijn hersteld. Helaas is het geschilderde geraamte op de toegangsdeur niet teruggebracht, want hier bevindt zich nu een cassettedeur.

De Armeense kerk, Broodpoortje (binnenterrein Prinsengracht 239-241) en Leeuwenpoortje (v.l.n.r.). (foto's Wim Ruigrok)

Noemenswaardig is ook het herstel van de ingangspoort van de Armeense kerk aan de Kromboomssloot. De frontonvulling met een liggend St.-Janslam en het boek met zeven zegels uit de Apocalyps is hersteld, het kruis verguld, de bronzen letters van de grote tekst zijn weer aangeheeld en het lofwerk van de zijpilasters gerestaureerd. Het geheel ziet er feestelijk uit en doet recht aan deze plek van tolerantie, waar de zogenaamde ‘Perzen’, zoals de Armeniërs in de zeventiende en achttiende eeuw werden genoemd, weer hun diensten en trouwerijen kunnen vieren.

Ook het poortje van de broodbakkerij van het voormalige Nieuwezijds Huiszittenhuis is geruisloos gerenoveerd. Het bevindt zich op een binnenterrein, te bereiken via een gang tussen Prinsengracht 239 en 241. In de zeventiende en achttiende eeuw werd daar brood voor de armen gebakken. Het Broodpoortje bevindt zich op een erfafscheiding. Tot op heden is kadastraal niet uit te maken wie de eigenaar is van de poort. Het met planten begroeide, in deplorabele staat verkerende poortje heeft zijn oorspronkelijke gedaante weer teruggekregen. Jan Hilbers heeft de verdwenen zijvoluten en de grote pot gehakt. Die pot staat symbool voor de pot waar de ‘broodpenningen’ in werden gestort als je een brood kwam halen. Deze penningen werden uitgereikt door de bedeling. Het wapen in het fronton is een Hollandse leeuw met een pijl in de hand. Niet een korenaar, zoals eerder in een publicatie van Monumenten en Archeologie werd gesteld. Of de kleuren heraldisch juist zijn is gissen. Het steen- en metselwerk is hersteld en gepatineerd. Het poortje is letterlijk een verborgen juweel. Het redden was een ingewikkelde en tijdrovende opgave; veel overleg met eigenaren die elkaar betwistten eigenaar te zijn en het doorspitten van veel documentatie.

Een andere verborgen poort is het Leeuwenpoortje Anno 1555 in de Prinsenhofsteeg, dat vroeger toegang bood tot een hofje, het op een na oudste poortje waarop een jaartal is aangebracht. Eén voet van het zandstenen poortje was verbrokkeld en is nu door een nieuw ingeboet blok aangeheeld. Ook het leeuwenmasker moest met ‘Jahnmortel’ worden hersteld, maar is nu door de patinering en het schilderwerk weer toonbaar. Helaas is dit poortje herhaaldelijk slachtoffer van graffiti-vandalen.

Onlangs is de achteruitgang van pand Singel 148 in de Bergstraat, rechts van nr 7, opgeknapt. Dit poortje is nu versierd met de gevelsteen de Koorenmaat, die een eeuw ouder is dan het jaartal 1724, dat er later, tijdens een renovatie, op is aangebracht. De Koorenmaat komt uit het naastgelegen pand, waarvan de gevel nu is opgetrokken uit cortenstaal. De verdwenen zijvoluten uit 1724 zijn bijgehakt door Tobias Snoep. Het geheel is met stenen lijstwerk weer prachtig opgesteld.

En ‘last but not least’ noem ik de bijdrage van de stichting Heijmeijer, met die van vele anderen, aan het herstel van de Haarlemmerpoort door Stadsherstel.
Door dit werk zorgt de stichting voor het behoud van historische waarden van onze stad. Henk Zantkuijl stelde al dat Amsterdam tegenwoordig mooier is dan in de zeventiende eeuw: veel gaten in de gevelwand zijn opgevuld en de huizen worden, in ieder geval aan de buitenkant, in het algemeen goed onderhouden. De stichting Heijmeijer van Heemstede werkt graag mee aan de zorg voor een goed ‘gebit’ van de stad.

Jos Otten,
secretaris van de stichting Heijmeijer van Heemstede

(Uit: Binnenstad 292, mrt./apr. 2019)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.