Voorstel bescherming Post-65-architectuur

Aandacht voor de jongste, moderne bouwkunst uit onze geschiedenis door erfgoedliefhebbers is niet vanzelfsprekend. Uiteraard is het moeilijk om, hoe dichter we bij het heden komen, de historische betekenis van gebouwen, gebieden en ontwikkelingen uit het recente verleden op de juiste waarde te schatten. De steeds hogere omloopsnelheid van gebouwen maakt echter dat bijzondere voorbeelden van jonge bouwkunst nu al vaak onder druk staan. Het is dus van belang om tijdig te bepalen wat van waarde is.
Kantoorvilla’s, Weteringschans, Frans J. van Gool, 1970-1979 (foto Wim Ruigrok)

In de afgelopen jaren is door de rijksoverheid en de gemeente Amsterdam veel aandacht geschonken aan het erfgoed van de wederopbouwperiode, de jaren 1940-1965. Heemschut Amsterdam kijkt nu verder en vraagt aandacht voor het belang van de architectuur uit de periode na 1965, de jaren 1966-1990. Recent hebben wij daarom aan de gemeente een brochure aangeboden die meer informatie verschaft over de bijzondere bouwkunst in de stad uit deze periode. Heemschut pleit nadrukkelijk voor een betere omgang met de jongste bouwkunst in de stad en een monumentenbeleid voor de iconen van deze periode.

Woningen en bedrijfsruimten, Palmdwarsstraat/Goudsbloemstraat/Palmstraat, Aldo van Eyck en Theo Bosch, 1979-1981 (foto Wim Ruigrok)

Het begin van de genoemde periode wordt gemarkeerd door de Wet op de Ruimtelijke Ordening 1965 en de oprichting van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (in 1982 kwam daar Milieubeheer bij). De woningbouw in Amsterdam werd gedomineerd door de activiteiten van de woningcorporaties (woningbouwverenigingen en het gemeentelijk woningbedrijf) onder leiding van de gemeentelijke dienst Volkshuisvesting. Aanvankelijk vooral gericht op uitbreiding (voltooiing van de Westelijke Tuinsteden en Buitenveldert en start van de Bijlmermeer), vanaf medio jaren ’70 was er veel aandacht voor stadsvernieuwing. Door de in 1977 ingevoerde Interim Saldo Regeling konden grootschalige nieuwbouw- en renovatieprojecten in stadsvernieuwingsgebieden worden uitgevoerd. Vrijwel uitsluitend in de sociale huursector, waarvoor de budgetten strikt gereglementeerd waren. Dat vertaalde zich in een vrij sobere architectuur, overigens wel met, in overleg met toekomstige bewoners, goed ontworpen woningplattegronden. Tegen de grootschalige aanpak van de stadsvernieuwing kwam in de jaren zeventig verzet, met als slogan ‘bouwen voor de buurt’. Dit verzet was redelijk effectief. Projecten op het Bickerseiland, in de Jordaan en aan de Sint Antoniesbreestraat laten een zorgvuldiger inpassing van nieuwbouw in en herstel van de oude stad zien. Dat betekende geleidelijk aan een omslag in de aanpak, meer behoud en herstel en kleinschaliger nieuwbouw. Ook in de schaarse vrije-sectorprojecten zijn bijzondere kleinschalige nieuwe gebouwen gerealiseerd. Aan het einde van deze periode werden de stadsdelen ingevoerd, en later volgde de verzelfstandiging van de woningcorporaties (brutering 1995). Sindsdien was er meer aandacht voor middeldure huur en vrije-sectorwoningbouw, wat door de ruimere budgetten resulteerde in ook meer aandacht voor de architectuur.

Oude Schans 3, ontworpen door Herman Zeinstra (foto Wim Ruigrok)

In de brochure presenteert Heemschut de 65 belangrijkste gebouwen na 1965. Veel van de opgenomen gebouwen zijn van de hand van bekende architecten als Herman Hertzberger, Theo Bosch, Aldo van Eyck en Piet Zanstra. Ook voor minder bekende architecten en projecten is ruimte gemaakt, zoals voor een grachtenpandje van Johan Spreeuwenberg (bureau Nust) aan de Bloemgracht en het Mozeshuis van Sier van Rhijn aan het Waterlooplein. Alle voor de brochure geselecteerde gebouwen (of bouwwerken) zijn van belang vanwege architectonische/ bouwtechnische, stedenbouwkundige en/ of cultuurhistorische redenen. Belangrijk is in alle gevallen de (relatieve) gaafheid en herkenbaarheid van het gebouw. Gebouwen waarvan de authenticiteit (grotendeels) is verdwenen, bijvoorbeeld de Overhoekstoren van Arthur Staal en het zwarte kantoorgebouw van Alexander Bodon aan het Weesperplein, zijn om die reden niet opgenomen. De lijst kan uiteraard worden uitgebreid, maar om het overzicht enigszins te beperken zijn keuzes gemaakt uit bijvoorbeeld de vele stadsvernieuwingscomplexen, waarbij de uniciteit en de kwaliteit de doorslag gaven.

Paul Meijer en Norman Vervat

Paul en Norman zijn actief voor de Commissie Amsterdam van de Bond Heemschut.

De brochure is inmiddels aangeboden aan raadsleden, bestuurscommissies en de afdeling Monumenten en Archeologie (M&A) van de gemeente. M&A doet op dit moment ook onderzoek naar de waardevolle gebouwen en gebieden uit de genoemde periode. Heemschut hoopt dat dit op de korte termijn resulteert in de aanwijzing van de belangrijkste gebouwen tot monument.

[Onsamenhangende notities bij Post-65]

(Uit: Binnenstad 294, aug./sept./okt. 2019)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.