Amsterdamse gevelstenen

In de Sprevpot, Rokin 22

De eerste keer dat de naam ‘De Spreupot’ in verband met het hoek- huis Rokin/Spaarpotsteeg genoemd wordt is in 1587 als ene Pieter Thielmans, hennepkoper van beroep, het pand voor fl. 3006.- koopt, plus de twee woningen daarachter in de Jacob van Coelensteeg.

In de koop/verkoopakte staat het beding dat het uithangbord ‘de Sprieuwpotte’ niet bij de koop is inbegrepen, de verkopers wilden het kennelijk behouden.

De Spaarpotsteeg werd in een akte van 1588 Jacob van Coelensteeg genoemd en in 1608 Claes Heijnensteegje. In koop/verkoopaktes van 1611 en 1678 heet het pand ‘het Hoff van Aernem’ en in 1684, als ene Elisius Aernod voor een bedrag van fl. 5020.- het pand koopt, is er sprake van een huis en erf genaamd ‘de Parnassusberg’ en heet de steeg Spreeuwpotsteeg.

Pas in 1727, als ene Paulus Menanteau, van beroep chirurgijn, het pand voor fl. 13.000 koopt, wordt het omschreven als ‘staande op het Rokin, op de zuidhoek van de Spreeuwpotsteeg, waar ‘de Spreeuwpot in de gevel staat’. Gezien het grote verschil tussen de koopprijs van 1684 en die van 1727 kunnen we aannemen dat Elisius Aernoud een fikse verbouwing c.q. nieuwbouw heeft laten uitvoeren. Is hij ook degene geweest die de huidige gevelsteen IN DE SPREVPOT heeft laten aanbrengen ...?

Wat betreft de naam Spaarpotsteeg: deze heeft te maken met het noorder hoekhuis waar, zoals uit koop/verkoopakten blijkt, al in 1596 en 1597 ‘de Spaarpot’ in de gevel stond.

Op een prent uit 1785 in de Beeldbank van het Stadsarchief zien we op Rokin 22 een drie vensters brede halsgevel, maar de tekening is te onduidelijk om een gevelsteen te herkennen. Op een foto van Breitner uit 1905 is te zien dat de halsgevel is vervangen en de gevel gepleisterd. Over de gehele breedte van de pui is nu een reclamebord aangebracht, waardoor de daarachter gelegen gevelsteen niet te zien is. Pas bij een verbouwing in 1940 werd de redelijk gave gevelsteen aangetroffen en in diverse kranten en tijdschriftartikelen werd hier aandacht aan geschonken. De aardewerken pot met het grote, stevige handvat lijkt een gewone kruik, maar de vorm wijkt af door de bolle bodem en de twee oogjes aan de hals waar een stokje in steekt. Wat we niet zien is een grote, ronde opening in de zijde van de kruik die tegen de muur hangt. Dit type kruik was in gebruik als nestkastje voor spreeuwen, zoals op de steen te zien is. Als de eieren uitgekomen waren en de jonge spreeuwen zo’n twee, drie weken oud, nam men de pot van de muur en door het grote gat in de zijkant kon men het nest leeghalen. Jonge spreeuwen, gekruid, in spek gerold en gebakken, geserveerd met een smakelijke saus, waren in de zeventiende en achttiende eeuw een lekkernij. Smakelijk eten.

Onno Boers
Foto: Wim Ruigrok

P.S. In de zomer van 2017 kon Wil Abels het charmante steentje van oude verflagen ontdoen en het aan de hand van aangetroffen kleursporen polychromeren.

(Uit: Binnenstad 296, jan./febr. 2020)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.