Kerkgebouwenbeleid 1975-2020

Vanaf het nieuwe Havengebouw ontvouwde zich in 1964 nog een ongeschonden panorama: katholieke en protestantse kerktorens van de negentiende-eeuwse wijken opdoemend uit de nevelen. De toenmalige bisschop van Haarlem besprak er met journalisten de noodzaak van een integraal kerkenplan, dat bij het stadsbestuur ontbrak. De afkalving van het kerkelijke draagvlak liet de kerkgebouwen betekenisloos achter, het was wachten op een omslag in het denken. In een ware pelgrimstocht van monumentenzorgers, buurtactivisten, erfgoedverenigingen en architectuurhistorici voltrok zich een moeizaam proces van behoud, bescherming, juridische procedures en herbestemming.
De Bonifatiuskerk met toren van P.J. Pieters gezien vanuit het Tropeninstituut, 1981 (M. Albers, SAA)

In 1978 illustreerde een fotocollage van vervallen en afgebroken kerken in De Lamp het artikel 'Zijn alle kerken reeds verkocht?’. (1) Het was een koerswending van de redactie naar een bredere stedenbouwkundige context. De gemeentelijke 'nota Kerkgebouwenbeleid', die in 1975 was aangekondigd, vormde de aanleiding. Anderen waren De Lamp voorgegaan: zoals in 1967 schrijver en journalist Johan Winkler met 'Kerken zitten met hun kerken' (2) en in 1970 architect Walter Kramer met 'Land zonder kerken’. (3) In amsterdam was 'kerkenbehoud' synoniem voor de restauratiewerken aan de Oude en de nieuwe Kerk. De zeventiende-eeuwse kerkgebouwen waren er slecht aan toe, de toestand van de Westerkerk was zelfs 'zorgwekkend', en de negentiende-eeuwse kerken waren nog onbeschermd. De ‘nota Kerkgebouwenbeleid’ (1980) beoogde de toekomstige subsidiëring van kerkrestauraties veilig te stellen; herbestemming had toen nog geen prioriteit. (4) In 1971 signaleerde Het Parool de naderende ondergang van de Willibrorduskerk aan de Amsteldijk en de gevarenzone van de Vondelkerk. De Obrechtkerk zou, als niet van cultuurhistorische waarde, worden afgebroken en vervangen door een complex met zaal en 150 éénpersoonsflats. (5) De Lamp in 1978: 'de kerken en torens zijn, bij wijze van spreken, de ornamenten van de stad, hoe essentieel hun aanwezigheid is beseft men pas als zij verdwenen zijn'. Zoals later Marita Mathijsen de leegte van de Willibrordus beeldend omschreef als: 'een zieke plek, het oude silhouet schijnt nog steeds in de lucht te zweven’. (6)

Een lange weg tot 2020

Met de recente Kerkenvisie van minister Van Engelshoven is Nederland in 2020 weer eens gidsland, nu met de leidraad voor herbestemming van 1.530 op een totaal van 7.110 kerken en synagogen. (7) Van 1970 tot 2020 verloor het stadsprofiel vele 'ornamenten' zoals het artikel in De Lamp de kerktorens omschreef; afbraak was het parool. Alles kwam tegelijk: het achterstallig onderhoud van de honderdjarige kerkgebouwen, de transitie van de geloofsgemeenschappen en de onbekendheid met de negentiende-eeuwse cultuurperiode. Weliswaar had de grens van vijftig jaar in de Monumentenwet van 1961 het terrein van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg verbreed, de weg van waardering naar daadwerkelijk bescherming was met obstakels geplaveid. Zo kwamen in Amsterdam het bejaardenhuis Sint Jacob en de Koepelkerk aan het Leidsebosje niet verder dan de bespreking in de Monumentenraad (ingesteld in 1961 en in 1988 opgegaan in de Raad voor Cultuur); hun lot was al beslist. In 1974 droeg minister Van Doorn 136 kerkgebouwen voor ter plaatsing op de Rijksmonumentenlijst, een selectie van de 370 kerkgebouwen die architectuurhistoricus Henk Rosenberg had beschreven in zijn landelijke inventarisatie. (8) Met deze voordracht gaf deze minister uit het kabinet Den Uyl blijk van een onbevangen benadering van de jongere bouwkunst. Waar zijn voorganger Marga Klompé het concertgebouw 'de Harmonie' in Groningen in 1967 deze status had ontzegd, plaatste Van doorn 'Paradiso' onder bescherming op de laatste dag van zijn functioneren. Het was een turbulente tijd. De parochianen van de Hippolytuskerk in Delft (P.J.H. Cuypers, 1884-1886) woonden een protestmis bij voor de gesloten deur, vergeefs. Kerken werden bezet, de Lambertuskerk in Eindhoven-Gestel, de Duif in amsterdam, beide werden gered. In Utrecht organiseerde Henri Defoer, conservator van het toenmalige aartsbisschoppelijk Museum in 1973 een tentoonstelling over de afbraak van de Biltstraatkerk. (9) Volgens Marius van Beek, beeldhouwer en redacteur van De Tijd, een eerbetoon aan de neogotiek en een waarschuwing voor alles wat ons nog te wachten staat. Vergelijkbaar was de tentoonstelling 'Vijf kerken te koop' in het Amsterdamse Gemeentearchief in 1974. Er zou nog veel verloren gaan. Bij de Raad van state gingen kerkbesturen in beroep tegen behoud en actievoerders tegen sloop. De Liefde aan de Bilderdijkstraat (P.J.H. Cuypers) is in 1983 geschrapt van de oorspronkelijke voordracht uit 1972 ten gevolge van het ontbreken van het overleg met het bisdom, aangezien dat in wet verplicht is. In 1990 is deze kerk met haar verfijnde interieur en het charmante scholencomplex afgebroken. Daarentegen werd in 1985 de Obrechtkerk (J.Th.J. Cuypers en J. Stuyt, 1909) rijksmonument nadat de Raad van state het besluit tot niet-plaatsen had vernietigd.

Literatoren en kunsthistorici

De Gereformeerde Keizersgrachtkerk (G.B. Salm, A. Salm GBzn, 1888) (foto: Wim Ruigrok)

Literator Rudy Kousbroek trad deze cultuurperiode onbevangen tegemoet in artikelen en columns. (10) Rein Blijstra, letterkundige en stedenbouwkundige, beschreef de wording van de negentiende-eeuwse ring van Amsterdam. (11) In 'Amsterdam onder stoom' presenteerde het pas geopende Amsterdams Historisch Museum de negentiende-eeuwse cultuurperiode in sociaal-culturele context. (12) Opvattingen over stijlzuiverheid stonden een onbevangen onderzoek naar de architectuur in de weg, in het bijzonder van de kerkbouw. In 1972 benadrukte Cees Peeters de eenheid in ruimte-opvatting, die schuil ging achter uitwendige ornamentiek. (13) Auke van der Woud schreef een baanbrekend artikel over de Sint-Jozefkerk in Groningen, hij zag in de combinatie van middeleeuwse constructieprincipes, decoratieschema's en eigentijdse technische vindingen het eigen karakter van de negentiende-eeuwse kerkruimte. (14) Voor de kerkgebouwen betekende de oprichting van het Cuypersgenootschap in 1984 het kantelpunt. Onder leiding van de hoogleraren Cees Peeters, diens opvolger Manfred Bock, Bert van Swigchem en zijn opvolger Auke van der Woud was aan de UvA en VU een onderzoekschool ontstaan, gericht op de bouwkunst van de negentiende eeuw. Het onderzoek van studenten, gepubliceerd in De Sluitsteen, orgaan van het Cuypersgenootschap, was instrumenteel voor een bredere context en redde menig gebouw van de ondergang. Drie dissertaties en een tentoonstelling in het Gemeentearchief gaven het oeuvre van P.J.H. Cuypers en zijn neogotiek diepgang. (15) Aan dezelfde instelling kreeg het eclecticisme een breder perspectief, met als resultaat onder meer de tentoonstelling over het architectenbureau Salm. (16) Dat betekende bijvoorbeeld een wending in de aanvankelijk lage waardering van de door Salm ontworpen Keizersgrachtkerk.

De lange weg binnen het actieveld

Maar in de monumentenwereld ontbrak het aan een integrale visie op de cultuurperiode 1850-1940. Waar Geurt Brinkgreve in 1987 slechts enkele hoogtepunten uit de cultuurperiode 1850-1940 bepleitte, (17) stond Ernst Dienaar, gemeenteraadslid en 'monumentenman', voor een meer onbevangen benadering. De Lamp maakte in 1984 melding van de oprichting van de Stichting Vondelkerk door de strijdvaardige architectuurhistoricus Lydia Lansink en gelijkgestemden, in 1988 volgde een oproep tot steun aan de stichting De Posthoornkerk. (18) Het behoud van de Vondelkerk als structuur - de inrichting is verloren gegaan - en van andere gebouwen zoals de Hollandse Manege en de villa Honthorststraat/Museumplein zette het actiefront in beweging. Heemschut en het Cuypersgenootschap en buurtgroeperingen lieten hun stem horen voor kerkgebouwen buiten de vijftig-jaren grens, zoals de Agneskerk en de Obrechtkerk. (19) Voor de Augustinuskerk (K.P. Tholens, 1931-1932) was het te laat, deze kerk uit het interbellum viel buiten het toenmalig beschermingsbeleid en werd in 1980 afgebroken.

Als een Echternach-processie

Vooruitziend was wethouder Evert Brautigam in 1964 (sic!) 'om op korte termijn voor kerken uit de negentiende eeuw die door hun plaats in het stadsbeeld van belang worden geacht voorzieningen te treffen’. (20) Dat het zover niet gekomen is, beslechtte het lot van de Maria Magdalenakerk en de Willibrorduskerk. Wel droeg B&W van Amsterdam in 1972 een achttal kerkgebouwen uit de periode 1850-1900 voor ter bescherming: De Posthoorn, De Papegaai, het Onbevlekt Hart van Maria of Redemptoristenkerk (Keizersgracht), de Nicolaaskerk, De Duif,
De Krijtberg, de Dominicuskerk en De Liefde. (21) De 'Nota Kerkgebouwenbeleid' was bij verschijning in 1980 al achterhaald, het lot van de Vondelkerk was een teken aan de wand. Ben Kroon, redacteur van Binnenstad luidde de noodklok. (22) Rijk en Gemeente hadden geweigerd deze kerk voor één gulden over te nemen. 'De Vondelkerk is geschoffeerd op een wijze die een rijk land en een cultuurstad als Amsterdam onwaardig is [...] hoe was het mogelijk dat dit 'juweel van bouwkunst', waarvan de waarde nooit was aangevochten aan de vernieling was prijsgegeven?' Een nieuw 'Holland op zijn smalst’. (23)

Decentralisering

Muiderkerk (G.W.Vixseboxse, 1892) (foto: Ino Roel 1987, SAA)

De instelling van de stadsdelen was desastreus voor een doeltreffend kerkgebouwenbeleid. Voorstellen van gemeenteraadslid Ernst Dienaar en de gemeentelijke 'commissie-Dooijes' uit 1972 en 1978 om de kerken in de negentiende-eeuwse gordel - vanwege hun stedenbouwkundige waarde - te beschermen hadden in het college van B&W geen gehoor gevonden. (24) Het betekende in 1984 het einde voor de Bonifatiuskerk (E.J. Margry, 1886; toren: P.J. Pieters, 1926), deel van een markante katholieke enclave tussen het Kastanjeplein en het Eikenplein. Hetzelfde lot trof in 1989 de Vincentiuskerk aan de Jacob van Lennepkade (C.P.W. Dessing, 1900), de hoogste katholieke kerktoren van de stad (65 meter) en baken in de Kinkerbuurt. Gerrit Komrij had troost gevonden in de pastorie van deze kerk tegenover zijn huis: 'Op een morgen was de pastorie met de grond gelijk gemaakt. Weg was mijn ontoegankelijk paleis. Ze hadden meteen ook maar de kerk afgebroken. Toen ben ik naar het buitenland verhuisd’. (25) Dienaar had als gemeenteraadslid ook de Muiderkerk genoemd en was zijn motie aanvaard, dan zou het in 1989 door brand geteisterde kerkgebouw wellicht niet zijn afgebroken. Een aanvraag tot bescherming door het Cuypersgenootschap werd afgewezen. De toren, nu als een vreemd element tegen een kantoorgebouw, is op het nippertje behouden. Het veel omstreden resultaat is voor een ieder zichtbaar. (26) Het behoud van de Oranjekerk en de Gerardus Majellakerk was een gunstige uitzondering; het stadsdeel had een actieve rol bij het behoud en herbestemming.

Sinds 1980 was de Amsterdamse Raad voor de Monumentenzorg, dankzij haar openbare adviezen, het oor van de samenleving. Een subcommissie onder leiding van architectuurhistoricus en hoogleraar Bert van Swigchem bepleitte de instelling van een ruimtebeurs, waar vraag en aanbod van kerkgebouwen elkaar konden ontmoeten. Het resultaat kwam niet tot beleid. In 1990 verscheen de herziene 'nota Kerkgebouwenbeleid'; de geïnventariseerde kerkgebouwen uit de periode 1850-1940 in een waarderingssysteem. De gehanteerde 'zaaglijn' en de onduidelijke wegingsfactoren van stedenbouwkundige en interieurwaarden lagen in de ARM onder vuur. (27) De Oranjekerk, de Nieuwezijds Kapel en de synagoge Lekstraat kregen een hogere waardering, evenals uiteindelijk de Parkkerk - het tegenwoordige Orgelpark.

De kapel van het gesticht De Voorzienigheid, Lauriergracht 39 (A.C. Bleijs, 1881) hergebruikt als kantoor (foto: Wim Ruigrok)

Als positief resultaat van de nota van 1990 kon de restauratie van een aantal belangrijke negentiende-eeuwse kerken, zoals De Duif, De Posthoorn en De Krijtberg, worden aangevat. Met het Monumenten Selectieproject 1850-1940 (MSP) in 1992 leek de inventarisatie voltooid. De laag gewaardeerde Emmakerk (G. Friedhoff, 1937-1938) ontsnapte aan de afbraak; de aanvraag van het Cuypersgenootschap tot rijksmonument - dat was toen nog mogelijk - werd in 1998 gesteund door het toenmalige Bureau Monumenten en Archeologie. Ook de vergeten Lauriergrachtkapel (A.C. Bleijs, 1881) van het gesticht 'De Voorzienigheid' had haar behoud aan dit genootschap te danken. (28)

De wederopbouw

Leden van de subcommissie kerken: Frans Amende, Sander Kneppers, secretaris Rommy Zaal en deze auteur bezochten de kerkgebouwen uit de wederopbouwperiode, maar deze categorie viel nog buiten het bestek van de nota. Het was wachten op de Top 100 van de wederopbouw van minister Plasterk uit 2007.

In de Amsterdamse Top 100, die wethouder Tjeerd Herrema in 2008 presenteerde, staan 16 kerkgebouwen, maar voor de Pius X-kerk in Slotervaart (J.A. van der Laan, 1960) was het te laat. Een alternatief verbouwingsplan en beroepsprocedure van Heemschut en het Cuypersgenootschap tegen de sloop mochten niet baten. Deze meest monumentale kerk van Amsterdam West figureert postuum in de de eerder vermelde Top 100; de verstrengeling van belangen tussen het bisdom en de stadsdeelpolitiek werd in 2008 deze kerk fataal.

Het Amsterdams Monumentenfonds

'Zonder exploitatie geen monumentenstatus' was de conclusie na vele beroepsprocedures bij de Raad van State. De oprichting van het Amsterdams Monumentenfonds in 1990, later opgegaan in Stadsherstel Amsterdam, maakte als 'vangnet' voor niet-woonhuismonumenten de herbestemming van de Gerardus Majellakerk in de Indische Buurt mogelijk (J. Stuyt, 1925-1927), nu bekend als de 'Nedphokoepel'. Het streven om in hetzelfde stadsdeel de stedenbouwkundig belangrijke Elthetokerk aan de Kramatweg (C. Kruyswijk, 1929) te behouden had geen succes. In 1992 werd deze kerk afgebroken. (29)

Waar staan wij nu?

Op de fotocollage van De Lamp uit 1978 (zie het artikel 300 nummers) staan zes afgebroken kerkgebouwen, twee kerken zijn in vervallen staat. Het fenomeen van afbraak van monumentale kerken in en buiten de binnenstad lijkt in 2020 voorbij. De zeventiende-eeuwse kerken zijn in goede staat, de Westerkerk is onlangs voor de tweede maal gerestaureerd. Het onderhoud is geregeld in de subsidieregeling instandhouding Rijksmonumenten (SIM) en de - eenmalige - 'kanjerregeling'. Ook voor gemeentemonumenten is subsidiëring mogelijk. De titel uit 1978 'Zijn alle kerken reeds verkocht?' zal niettemin actueel blijven, ook in figuurlijke zin bij herbestemming. In 1990 telde de kerkennota 171 kerken, in de binnenstad 51 kerken - de hofjes en verzorgingshuizen niet meegerekend. In 2020 zijn ongeveer 60 kerkgebouwen herbestemd. Behoedzaamheid is geboden waar het de bescherming van het interieur betreft, immers meer dan voorheen denkt 'Monumentenzorg' anno 2020 mee met de eigenaar. In de Zaaier aan de Rozengracht, nu moskee, ontstond een evenwicht tussen de architectuur van architect Valk uit 1928 en het nieuwe gebruik. De herbestemming van de Raphaelpleinkerk en de Maranathakerk liet de bouwmassa intact, maar verloor de ruimte. De Lutherkapel aan de Gerrit van der Veenstraat (G.J. Rutgers, 1929-1930), herbestemd als sportschool, verloor onlangs het Art decointerieur, zeer treurig. Dat de aanvraag tot sloop van de inventaris van de Bloemgrachtkerk in dit stadium is afgewezen, stemt in dit stadium voorlopig hoopvol. Het interieur van de Nieuwezijds Kapel verdient beter dan de duisternis van The Dungeon, nog afgezien van de historische waarde van deze plek, de Heilige stede, waar keizer Maximiliaan omstreeks 1488 ter bedevaart ging.

De Oude Kerk en de Nieuwe Kerk

Bijzondere aandacht is op zijn plaats voor onze topmonumenten, de Oude Kerk en de Nieuwe Kerk. Je kunt je afvragen of de huidige functie van deze twee belangrijke kerken dwingend geboden is. Jaarlijks zijn deze stadskerken meermalen niet in hun authentieke ruimtelijke ontplooiing te ervaren. Deze vraag staat onvoldoende centraal. Deze twee stadskerken - stadskathedralen als het ware - zijn een versteende belofte aan de samenleving en verdienen om geheel zichzelf te zijn, met hun ook akoestische ruimte, lichtval en hun orgels. Als er plaatsen zijn waar de tijdloosheid te ervaren valt, is het daar. Dood en leven, vreugde en verdriet, klanken en rumoer van ons stadsleven zijn in de muren opgeslagen. Laat het zo blijven voor degenen die er nu zijn en na ons komen.

Guido Hoogewoud

Voetnoten:
1. De Lamp 49 (maart 1978).
2. J. Winkler, 'Kerken zitten met hun kerken' in: Algemeen Handelsblad, 16 maart 1967.
3. W. Kramer, 'Land zonder kerken' in: Plan 7 (1976), p. 18 - 56.
4. 'Nota Kerkgebouwenbeleid', deeluitwerking i in: Gemeenteblad 1980 bijlage S.
5. 'Functie kerken een probleem’ in: Het Parool, 30 januari 1971
6. Marita Mathijsen, 'Kerkensloop' in: NRC Handelsblad, 29 april 2006.
7. 'Bierpomp en trampoline in de kerk' in: NRC-Handelsblad, 2 december 2020.
8. Persbulletin 1428, Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, 20 februari 1974. Deze selectie berustte op een landelijke inventarisatie van 380 kerkgebouwen door H.P.R. Rosenberg, De 19de-eeuwse kerkelijk bouwkunst in Nederland, 's-Gravenhage 1972.
9. 't Gat in de Biltstraat, Neogothiek in Nederland, Centraal Museum Utrecht 1973.
10. R. Kousbroek, '19de eeuw: verdwijnen, verdwenen', over de tentoonstelling Die Verborgene Vernunft, funktionale Gestaltung im 19. Jahrhundert, Stedelijk Museum Amsterdam 1972.
11. R. Blijstra, artikelenserie in Ons Amsterdam 24(1972), 25(1973), 26(1974).
12. Tentoonstelling 'Amsterdam onder stoom (1795-1918)', Amsterdams Historisch Museum 1974.
13. C. Peeters, 'Functionele vormgeving in negentiende-eeuws Nederland' in: Plan 1 1972, p. 17-23.
14. A. van der Woud, 'De St. Jozefkerk in Groningen' in: Bulletin KNOB 75 (april 1976), p. 57-81.
15. A. Oxenaar, P.J.H. Cuypers en het gotisch rationalisme, Rotterdam 2009; A.J.C. van Leeuwen, De maakbaarheid van het verleden, P.J.H. Cuypers als restauratie-architect, Zeist/Zwolle 1995; B. van Hellenberg Hubar, Arbeid en bezieling, De esthetica van P.J.H. Cuypers, J.A. Alberdingk Thijm en V.E.L. de Stuers, Nijmegen 1997.
16. J. Kuyt, N. Middelkoop, A.van der Woud, G.B. Salm & A. Salm GBzn., bouwmeesters van Amsterdam, Amsterdam/Rotterdam 1997.
17. G. Brinkgreve, 'Herwaardering van de jongere bouwkunst' in: NRC-Handelsblad, 20 maart 1987; E. Dienaar, 'Jongere 300 bouwkunst' in: NRC-Handelsblad, 2 april 1987.
18. De Lamp 88/89 (dec. 1984), idem, 100 (oktober 1986).
19. 'Trek Agnes uit de put', werkgroep behoud Agneskerk, 1979; 'Ja, er is nog kans voor de Rozenkrans', brochure, uitgegeven door het wijkcentrum Vondelpark-Concertgebouwbuurt, juli 1979.
20. Gemeentebegroting van 1965 in: Gemeenteblad 1964, i, p.171.
21. Ontwerp van een tweede aanvullende monumentenlijst van beschermde monumenten voor de Gemeente Amsterdam, voordracht 1123, 7 november 1972 in: Gemeenteblad 1972, i, p. 2317-2331.
22. A.L. Boom, Ben Kroon, 'Hoe de Vondelkerk werd geschoffeerd' in: De Tijd, 26 september 1980.
23. V.E.L. de Stuers,'Holland op zijn smalst' in: De Gids, 37, 3de serie, jrg. 11, dl. 3, nov. 1873, p. 320-403. Het als Gidsartikel bekende geschrift gold als een klaroenstoot, een kantelpunt in de omgang met het overgeleverde cultuurgoed. Het was zowel een document over het verlies als bouwsteen voor een betere omgang met nummer wat behoudenswaard was.
24. Motie van mr. E. Dienaar inzake de tweede aanvullende monumentenlijst, gemeenteraadsvergadering van 22 november 1972, behandeling van de voordracht 1123, raadsvergadering van 22 november 1972 in: Gemeenteblad 1972, afdeling ii, p. 2861-2907.
25. Gerrit Komrij, 'Over huizen, architectuur en vormgeving De maat van huizen' in: Inkt, Kapitale stukken, Amsterdam 2002, p. 180-191(190).
26. A. de Groot, 'De Muiderkerk: protestantse kerkbouw in Amsterdam aan het eind van de 19de eeuw' in: De Sluitsteen, 6 (1990), p. 1.
27. 'Nota Kerkgebouwenbeleid 1990' in: Gemeenteblad 1990, bijlage G, p. 43-53.
28. C.P. Krabbe, 'Kapel-Bleijs achter Lauriergracht 39 in: De Sluitsteen, 1990, 2, p. 55-58.
29. R. van Beekum, Cornelis Kruyswijk, 1884-1935, Bussum 2006.

Artikelen:
[Van wie zijn de lege kerken?] (De Lamp 49)
[Zijn alle kerken reeds verkocht?] (De Lamp 49)

(Uit: Binnenstad 300, okt./dec. 2020)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.