Monumentaal interieur gesloopt

Leidsekade 100-101-102

In Binnenstad 298 heeft u kunnen lezen dat de VVAB 'met spoed' de gemeentelijke monumentenstatus heeft aangevraagd voor de panden Leidsekade 100 en 101. Op dat moment was er echter al een vergunning verleend om de zes woningen in deze panden te verbouwen tot 18 woninkjes. Omdat de 'nog resterende monumentale waarde' pas na de sloopwerkzaamheden beoordeeld zou kunnen worden, is de monumentenaanvraag op de lange baan geschoven.
Leidsekade 100, 101 en 102 (foto Walther Schoonenberg)

De woonhuizen Leidsekade 100-101-102 maken deel uit van de monumentale bebouwing die eind negentiende eeuw tot stand kwam op de zeventiende-eeuwse stadswal. Hoewel de gemeente de bolwerken af wilde graven en de Singelgracht zoveel mogelijk recht wilde trekken is juist op het gedeelte aan weerszijden van het Leidseplein nog iets van het bochtige verloop van de vroegere stadswal te ervaren.

Door de prominente ligging valt de gevelwand bij binnenkomst van de historische binnenstad direct op en is daardoor zeer gezichtsbepalend. De panden zijn tot stand gekomen in de periode van de laat-negentiende-eeuwse cityvorming, waarvan ook de Stadsschouwburg (1894) op het Leidseplein getuigt. Het zijn ankerpunten die zijn blijven bestaan, terwijl de laat-19de-eeuwse versies van American Hotel (1881) en Hirsch (1882) al spoedig werden vervangen door de huidige gebouwen. De gevelwand waar de herenhuizen deel van uitmaken lijkt als één geheel te zijn bedacht, maar dat is niet zo: de huizen zijn individueel ontworpen door verschillende architecten. De eenheid in verscheidenheid en de ensemblewerking als gevolg daarvan, vloeit voort uit een vormgeving, die teruggrijpt op wat destijds de 'Oud-Hollandse stijl' werd genoemd: de renaissance-architectuur uit de vroege zeventiende eeuw, die eind negentiende eeuw als typisch 'Hollands' werd beschouwd.

Door een bewaard gebleven bouwtekening in het Stadsarchief is bekend dat Leidsekade 101 is ontworpen door Willem Roest, een aannemer-architect uit de omgeving van Z. Deenik en S.W. van Rouendal, beide aannemers-timmerlieden-architecten. De naam van de ontwerper van Leidsekade 100 is niet overgeleverd, maar waarschijnlijk gaat het eveneens om een architect uit de omgeving van aannemers en timmerlieden. Deze hebben in Amsterdam veel meer gebouwd dan wel eens wordt beseft, vaak in een stijl die teruggaat op historische voorbeelden en getuigt van een grote ambachtelijke vakkundigheid. Uit de ontwerptekeningen blijkt dat Leidsekade 101 en 102 alkoofwoningen zijn, bestaande uit een voor- en achterkamer met alkoof daartussen. Het trappenhuis bevindt zich steeds halverwege het pand aan de zijkant (rechts bij nr. 101, links bij nr. 102).

(foto Walther Schoonenberg)

Ter plaatse hebben wij kunnen constateren dat op de beletage van beide panden nog veel interieuronderdelen uit de bouwperiode aanwezig zijn als lambrizeringen, schuifdeurwanden, stucwerk, etc. Dit geldt bijvoorbeeld voor het bijzondere trappenhuis in nr. 101; de gang bevat een drietal stucreliëfs en een boogvormige opening naar de trap. De kamers van dit pand, ook op de verdiepingen, zijn voorzien van rijk geornamenteerde stucplafonds. Ook de marmeren schouwen zijn nog aanwezig. Op de beletage van Leidsekade 100 troffen we eveneens belangrijke interieuronderdelen aan, zoals schouwen, deuren, lambrizeringen, etc. De panden zijn niet minder waardevol dan het buurpand op nr. 102, dat - onbegrijpelijk - het enige pand uit de rij is dat wél als beschermd monument is aangewezen.

Orde 1-problematiek

De wijze waarop de aanvraag voor deze 'grondige' verbouwing in opdracht van de Zwitserse eigenaar is beoordeeld roept diverse vraagtekens op. Leidsekade 100 en 101 zijn geen beschermde monumenten, nr. 102 wel, maar alle drie de panden staan geregistreerd als zogenaamde 'orde 1'-pand, dat wil zeggen als beschermd monument. Deze definitie is echter sinds kort gewijzigd in: 'Rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten en panden met een vergelijkbare cultuurhistorische waarde' (cursivering door mij toegevoegd). Dit omdat er orde 1-panden bleken te zijn die (nog) niet als beschermd monument zijn aangewezen - in feite een administratieve fout. Bij navraag bleek de gemeente geen inzicht te kunnen verschaffen in de hoeveelheid panden met een orde 1-status, die niet staan ingeschreven in het rijks- of gemeentelijke monumentenregister. Ook is mij gebleken dat dit probleem niet snel en adequaat werd opgelost, bijvoorbeeld door de orde 1-panden zonder monumentenbescherming in een spoedprocedure alsnog aan te wijzen.

Interieur volledig gesloopt

Hoe ook, bij de beoordeling van de bouwaanvraag zijn Leidsekade 100 en 101 door de toezichthoudende instanties en de Commissie voor Ruimtelijke Kwaliteit niet als orde 1-panden beoordeeld, maar alsof het orde 2-panden zijn; er is namelijk alleen naar het exterieur gekeken, waardoor het interieur volkomen vogelvrij was.

Tijdens de behandeling van de monumentenaanvraag, waar de VVAB om had verzocht, vroeg de bezwaarschriftencommissie aan de behandelend ambtenaar waarom de gemeente vóór de verlening van de bouwvergunning van deze orde 1-panden geen quick-scan of bouwhistorische opname had laten maken, zodat deze door middel van een spoedprocedure alsnog als monument hadden kunnen worden aangewezen. Hierop kwam geen antwoord. In plaats daarvan verzocht de ambtenaar de behandeling van de monumentenaanvraag op te schorten tot ná de sloopwerkzaamheden: "De verbouwing is volgens de betrokken architect de heer C. Bouma nog in volle gang en zal pas in het eerste kwartaal van 2022 worden afgerond. Het is praktisch niet mogelijk dat Monumenten en Archeologie tijdens een verbouwing het interieur bekijkt. Bovendien zal een opname van het interieur tijdens de verbouwing geen goed beeld geven van de na de verbouwing resterende monumentwaarden. Zodra de verbouwing is voltooid, kan Monumenten en Archeologie een verkenning maken van de dan aanwezige monumentale waarden (exterieur en interieur). Daarna kan de Commissie voor Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) advies uitbrengen over de monumentenaanvraag." Aldus werd besloten. Tegen die tijd echter is het monumentale interieur natuurlijk al lang gesloopt en zal onze monumentenaanvraag vermoedelijk worden afgewezen. De sloop is inmiddels begonnen.

Raadslid D. Boomsma (CDA) heeft inmiddels bij de behandeling van de Voorjaarsnota een motie ingediend over deze onverkwikkelijke kwestie. Het raadslid vraagt:

  • Te onderzoeken of en hoeveel panden er zijn in Amsterdam die een orde 1-status hebben, maar niet zijn aangemerkt als monument, daarover te rapporteren aan de gemeenteraad en een voorstel te doen hoe daarmee om te gaan.
  • Geen vergunning af te geven voor sloop/verbouwing van orde 1-panden zonder eerst te hebben gekeken of er zich waardevolle historische elementen in het interieur bevinden, die moeten worden behouden.

Ook al kunnen we Leidsekade 100 en 101 hier niet meer mee redden, wel kan nog worden voorkomen dat andere panden hetzelfde lot ondergaan.

Walther Schoonenberg

(Uit: Binnenstad 303, apr./mei 2021)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.