De grote annexatie: 1921

In 1863 reisde de Amerikaanse kunstenaar James McNeill Whistler naar Amsterdam, op zoek naar de stad van Rembrandt. Net als Rembrandt was Whistler een groot etser. De stad die hij aantrof, zou Rembrandt zelf nog herkend hebben en ook zijn befaamde wandelingen in de directe omgeving van de stad waren nog niet uitgewist door de onstuimige verstedelijking van het landschap die korte tijd later van start zou gaan.
De Admiralengracht, gezien ter hoogte van de (latere) brug Jan van Galenstraat naar Admiraal de Ruijterweg. In het midden de toren van de Boomkerk (foto: J. van Eck, 1938)

Amsterdam lag in 1863 nog binnen de zeventiende-eeuwse vestingwerken. Men kon van het Haarlemmerplein over de Schans naar de Utrechtsestraat wandelen met een weids uitzicht op het polderland en de molenwijken. De opening van het Noordzeekanaal in 1876 maakte een einde aan deze vredige rust. Binnen een kwart eeuw verdwenen de molenwijken en verrezen de grote negentiende-eeuwse woonwijken. Zo werd al het grondgebied van de stad binnen de gemeentegrens van 1821 tot op de laatste vierkante meter volgebouwd. Oud Zuid lag zelfs geheel op grondgebied van Amstelveen, toen nog Nieuwer Amstel geheten. Het Concertgebouw stond in Nieuwer Amstel.

Aan deze merkwaardige toestand kwam in 1896 een einde. De gemeentegrens werd zo gewijzigd dat Oud Zuid bij Amsterdam ging behoren. Tegelijkertijd annexeerde Amsterdam ook een flink stuk ongerept Amstelveens polderland aan de zuidzijde van de stad en een smalle strook aan de oostzijde. Dit bood de mogelijkheid om Nieuw Zuid en de Transvaalbuurt te bouwen. Met de opdracht aan Berlage om Nieuw Zuid te ontwerpen, maakte de Gemeenteraad in 1899 kenbaar dat het tijd werd om meer ambitie te tonen op stedenbouwkundig gebied. Dit heeft, mede dankzij de architectuur van de Amsterdamse School, geresulteerd in een spectaculair succes. Het Plan Berlage, zoals oudere Amsterdammers nog steeds zeggen, vormt een hoogtepunt in de geschiedenis van het stedelijk bouwwerk.

De ontwikkeling van de moderne stedenbouw raakte na 1900 in een stroomversnelling. Men kwam tot het inzicht dat de huurkazerne met alkoofwoningen in gesloten bouwblokken niet voldoet als volkshuisvesting en dat parken geen luxe zijn maar een essentiële voorwaarde voor een gezond leven in de stad. Zo begon het ook te dagen dat voor een goed stedenbouwkundig beleid veel ruimte vereist is. Ruimte om lagere woningdichtheden te realiseren, ruimte voor recreatie en ruimte voor het steeds drukker wordende verkeer. Door de grote annexatie van 1921 kreeg Amsterdam de kans om een uitbreidingsplan te maken dat voldeed aan de nieuwste inzichten. De gemeente Sloten werd geheel geannexeerd, een groot gebied aan de westzijde van de stad, net als de gemeente Watergraafsmeer aan de oostzijde, Nieuwer Amstel moest wederom grondgebied afstaan, waar Buitenveldert zou verrijzen, en verschillende landelijke gemeenten in Waterland begonnen een nieuw leven als toekomstig recreatiegebied.

Zo begon 100 jaar geleden de geschiedenis van het Algemeen Uitbreidingsplan van Amsterdam. De eerste jaren werd een langdurige ambtelijke stammenstrijd gevoerd tussen de Gemeentelijke Woningdienst en de Dienst der Publieke Werken over de vraag welke dienst verantwoordelijk was voor het stedenbouwkundig beleid. Het Nederlands Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw moest alle zeilen bijzetten om een ramp te voorkomen. Van Eesteren ging pas in mei 1929 aan de slag als ontwerper bij de nieuwe afdeling Stadsontwikkeling van Publieke Werken. Ook dat ging nog bijna mis omdat hij bij de sollicitatieprocedure ruzie kreeg met de directeur van de dienst, W.A. de Graaf. Pas na bemiddeling van het Instituut kon hij benoemd worden.

Daarna kwam echter verrassend snel een ontwerp tot stand. In de praktijk van het stedenbouwkundig werk bleek dat Van Eesteren en De Graaf een gouden duo vormden. De directeur, het voormalig hoofd van de afdeling Bruggen, kende de stad als zijn broekzak en Van Eesteren ontwierp met zijn aanwijzingen het eerste structuurplan in de geschiedenis van de Nederlandse stedenbouw. Tegelijkertijd kwam een urgentieprogramma tot stand voor het plangebied binnen de spoorringbaan, waar bouwrijpe grond beschikbaar was en waar met name de voormalige gemeente Sloten een stedenbouwkundige chaos had achtergelaten. Het 'Plan West' was al in september 1929 in grote lijnen gereed en Van Eesteren constateerde tevreden dat zijn werk gewaardeerd werd bij Publieke Werken.

Ook het ontwerp van Berlage, voor zover nog niet voltooid, moest aangepast worden en de Watergraafsmeer was een juridisch mijnenveld, maar met 'Plan West' demonstreerde Van Eesteren dat hij als geen ander een evenwicht kon vinden tussen een rommelige bebouwingsgrens en toekomstige ontwikkelingen. Iets dergelijks had hij eerder gedemonstreerd met het bekroonde prijsvraagontwerp voor 'Unter den Linden', maar in Amsterdam moest het idee ook uitvoerbaar zijn, met redelijke grondprijzen, betaalbare woningbouw en complexe verkeersvraagstukken. Het is begrijpelijk en ook goed gebruik om de Tuinsteden te beschouwen als het wezen van het Algemeen Uitbreidingsplan, maar dat was een bijna academische exercitie in verkaveling vergeleken bij de acute problemen die Van Eesteren rond 1930 moest oplossen.

De A10 heeft na de oorlog grote schade aangericht in 'Plan West'. L.S.P. Scheffer, hoofd van de afdeling Stadsontwikkeling, vond het een schande. En inmiddels, 100 jaar na de grote annexatie, is er natuurlijk nog veel meer schade aangericht in het Algemeen Uitbreidingsplan. De westelijke tuinsteden zijn voor een belangrijk deel verwoest door de stadsvernieuwers. Maar wie de moeite neemt om in Frankfurt te gaan kijken, vindt ook daar weinig terug van het revolutionaire elan van de jaren twintig. Vrijwel alles staat er nog, maar verminkt door particulier initiatief. De wrakke wijken van Bruno Taut in Berlijn zijn echter prachtig gerestaureerd en staan op de Unesco erfgoedlijst. Ook Neubühl in Zürich bestaat nog, in volle glorie. Je zou haast zeggen: Gods wegen zijn ondoorgrondelijk.

Vincent van Rossem

(Uit: Binnenstad 304, jun./aug. 2021)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.