Tuschinski Theater bestaat 100 jaar

Op 28 oktober 1921, een eeuw geleden dus, werd het Tuschinski Theater in de Reguliersbreestraat geopend. Het 100-jarig jubileum werd een maand lang gevierd met een bijzondere programmering. Tijdens deze jubileummaand keerden oude en moderne filmklassiekers in het theater terug. Als er een film wordt vertoond in zaal 2 vormt dit een extra reden het theater te bezoeken: de wanden in deze zaal hebben namelijk hun beschilderingen uit 1919 teruggekregen. Een spectaculaire restauratie ter ere van het jubileum. (1)
Reconstructie van La Gaîté (zaal 2) (foto Walther Schoonenberg)

Meteen al na de opening was het Tuschinski Theater een regelrechte sensatie. Voor het grote publiek ging er een sprookjeswereld open. Maar hoewel het publiek enthousiast was, vonden veel critici de architectuur pure kitsch. In het Bouwkundig Weekblad schreef redacteur J.P. Mieras: 'In de Reguliersbreestraat verrijst een in 2 torpedo's eindigende bioscoopgevel. Is dit silhouet bedoeld als een blijvende herinnering aan den duikbootoorlog, die in Rücksichtlosigkeit niet onder deed voor de stedenschennis van thans?’. (2) In de gemeenteraad werden er zelfs vragen over gesteld en de wethouder moest beloven dat er voortaan een vergunning nodig zou zijn om zoiets te bouwen.

Dat we vandaag de dag heel anders over het gebouw denken, blijkt wel uit een aanprijzing in het tijdschrift Time Out. In februari 2021 werd het Tuschinski Theater hierin uitgeroepen tot het mooiste klassieke filmtheater ter wereld. Volgens dit Engelse tijdschrift is het theater met 'zijn elegante mix van art deco en art nouveau met strakke modernistische accenten, een nooit oud geworden droompaleis’. (3) Inderdaad, vaak wordt gezegd dat het gebouw een voorbeeld is van de internationale art deco-stijl in Amsterdam, maar als je het al zo zou noemen, is dit eclectische bouwwerk duidelijk vermengd met zowel art nouveau als Amsterdamse School-elementen. Anderen beschouwen het gebouw als het laatste voorbeeld van de art nouveau in Amsterdam. (4) Dit geldt mijns inziens ook voor de wanddecoraties in zaal 2, die onlangs zijn teruggebracht. Misschien kunnen we het beste spreken van een unieke, geheel op zichzelf staande 'Tuschinski-stijl'. In ieder geval is het theater een Gesamtkunstwerk, waaraan verschillende kunstenaars hebben meegewerkt. Bovendien is het interieur na 1921 nog veranderd. De opening was zo haastig dat men zelfs op de vooravond van de opening nog aan het schilderen was.

Abraham Tuschinski

Dat alles toch bij elkaar paste is het werk geweest van de opdrachtgever, Abraham Icek Tuschinski (1886-1942). Hij werd geboren in Brzeziny vlakbij Lodz en kwam in 1904 op 18-jarige leeftijd samen met twee vrienden naar Rotterdam. Als zoon van een Joodse marktkoopman en kleermaker trad hij aanvankelijk in de voetsporen van zijn vader. Er wordt wel gezegd dat zij, zoals zovele Oost-Europese immigranten, op doorreis waren naar Amerika. Omdat één van hen familie had in Rotterdam, bij wie zij direct na aankomst introkken, wordt echter toch vermoed dat Rotterdam van begin af aan de eindbestemming was. Aanvankelijk pakte Tuschinski zijn werk als kleermaker op, maar al snel werd hij ondernemer. Hij stichtte een hotel voor Joodse immigranten uit Polen, Hotel Polski, in de Nadorststraat in Rotterdam. De passanten betaalden vijf cent per nacht voor logies en konden ervan verzekerd zijn dat de joodse spijswetten werden nageleefd. Al spoedig had Tuschinski genoeg geld verdiend om zijn vrouw, Mariem Estera Ehrlich (1885-1942), uit Polen over te laten komen. Daarna kwam hij op het idee een filmtheater te beginnen. Het verhaal gaat dat hij een jasje moest maken voor een piccolo van een bioscoop, waardoor hij geboeid raakte door dit nieuwe fenomeen. In de begintijd van de nog stomme (geluidloze) film stichtte hij in 1911 in Rotterdam zijn eerste bioscoop, en niet lang daarna nog drie andere. In 1916 richtte hij voor de uitbreiding van zijn bioscoop-imperium zijn blik voor het eerst op de hoofdstad. In zijn memoires schreef hij daarover: 'Amsterdam heeft vele theaters, maar als ik er een bouw, dan moet het alle andere ver overtreffen (...) grootsch als een tempel en fraai als een paleis, een theater dat zijn weerga in Europa nog niet kent, en zelfs het verwende Amsterdamsche publiek paf doet staan van bewondering'. Het Rembrandttheater was hem met de opening in 1919 net voor, maar tegelijkertijd verrees op een smal maar diep kavel (13,5 x 58 m) in de Duvelshoek - het buurtje tussen Rembrandtplein en Munt - zijn ongeëvenaarde 'wereldtheaterpaleis'. Het Tuschinski Theater is vanaf 1918 gebouwd naar een ontwerp van de Joodse Amsterdamse School-architect Hijman Louis de Jong (Amsterdam 1882 - Auschwitz 1944). De Jong kreeg echter al spoedig onenigheid met de eigenzinnige en dominante Tuschinski, waarop de bouw voltooid werd onder leiding van ingenieur D.C. Klaphaak. De gevel is grotendeels uitgewerkt door de toen nog onervaren Chris Bartels. De Jong werd in 1921 niet uitgenodigd voor de opening.

Het gebouw bestaat uit een voorbouw waarin de entreehal en daarboven de cabaretzaal zijn opgenomen, een tussenstrook met trappenhuizen en de feitelijke theaterzaal met een omloop of wandelgang daaromheen, en daarachter nog een toneelgebouw geflankeerd door trappenhuizen. Een volledig onzichtbaar betonskelet maakte het mogelijk om een zaal te maken met onbelemmerd zicht op het toneel. Op uitdrukkelijke wens van de opdrachtgever werden de balkons niet ondersteund door pijlers. De Jong achtte dit 'onmogelijk', maar Tuschinski zette door en kreeg zijn zin. Om dit mogelijk te maken hebben de balkons een soort tegengewicht, een ingenieuze constructie, waarmee Tuschinski zijn tijd ver vooruit was, zoals eigenlijk met alles in het gebouw.

Tivoli

Het theatergebouw was niet alleen bedoeld als bioscoop. In de vooroorlogse jaren werd er een uitgebreid programma van films, muziek en variété vertoond. Om dit mogelijk te maken was er 120 man personeel aangesteld, niet alleen portiers, garderobe-medewerkers, ouvreuses en obers, maar ook orkestleden en cabaretpersoneel. Sommige beroemde namen zijn verbonden met Tuschinski, bijvoorbeeld Henri Wallig (18811939), die bekendheid verwierf als zanger van verschillende evergreens, zoals 'Mensch, durf te leven'. In de jaren twintig werkte hij als artistiek leider, conferencier en cabaretier in de cabaretzaal van Tuschinski. (5)

Aan het bijna Berlijnse 'goldene zwanziger Jahre'-sfeertje kwam in 1940 een abrupt einde toen ons land werd bezet door nazi-Duitsland. De bezetter onteigende het bedrijf en ontsloeg de Joodse werknemers en directie. Ook werd de naam veranderd in Tivoli. De Amsterdammers maakten daar meteen een woordspeling op: 'Tuschinksi Is Verkocht, Of Liever Ingepikt'. Tuschinski dook met zijn vrouw Mariem Ehrlich onder bij zijn minnares in Rotterdam, maar werd verraden. In 1942 werd hij op 56-jarige leeftijd in Auschwitz vergast. Van de hele familie overleefde slechts één persoon, de zoon van zijn zwager en compagnon Herman Gerschtanowitz - vader van de acteur Winston Gerschtanowitz.

Ook in een ander opzicht kwam Tuschinski niet ongeschonden de oorlogsjaren door. In juli 1941 woedde er een korte, maar hevige brand waardoor de cabaretzaal in het voorgebouw uitbrandde en de beschilderde wanddecoraties volledig verloren gingen. Gelukkig is de brand vrijwel tot deze zaal beperkt gebleven. Na de oorlog werd deze zaal verbouwd tot een filmzaal ('zaal 2’).

Cabaretzaal La Gaîté

Wandschildering in bovengenoemde zaal (foto Walther Schoonenberg)

Eind twintigste eeuw was het mooiste filmtheater van ons land zodanig versleten dat een ingrijpende restauratie nodig was. In 1999 werd besloten tot een grote restauratie, die in de jaren 2000-2002 plaatsvond onder leiding van architect Kees Doornenbal van bureau Rappange & Partners. Deze ingrijpende en kostbare restauratie had als uitgangspunt het herstel van het theatergebouw, zoals dat ten tijde van Abraham Tuschinski was ontstaan. (6) En dan niet de oorspronkelijke situatie bij de opening in 1921, maar de toestand zoals die in de jaren dertig tot stand was gekomen. Door overschildering was de kleurige wandafwerking van de grote theaterzaal inmiddels aanzienlijk versoberd. Bij de werkzaamheden in 2001 werden hieronder veelkleurige vrouwenfiguren van de Rotterdamse kunstenaar Pieter den Besten (1894-1973) aangetroffen, die hij in 1931 had gemaakt bij het tien-jarig jubileum. Al na vijf jaar werden deze decoraties echter overschilderd, maar bij de restauratie zijn ze weer hersteld.

Dezelfde kunstenaar was twaalf jaar eerder al verantwoordelijk voor de beschilderingen in de in 1919 tot stand gekomen cabaretzaal La Gaîté - naar het Théâtre de la Gaîté in Parijs Montparnasse (1868). Van deze wandschilderingen, waarop vele dansers, jongleurs, goochelaars en dergelijke zijn afgebeeld, straalt de 'vrolijkheid' je bovendien tegemoet. Door de brand in 1941 was hier helaas niets van bewaard gebleven. Slechts een enkele zwart-wit foto getuigt van het interieur, maar dit was toch te weinig voor een eerlijke reconstructie.

Bij de restauratie van 2000-2002 was men nog niet aan deze cabaretzaal toegekomen. Vanwege het 100-jarig bestaan is de zaal in 2019 echter alsnog gerestaureerd, naar aanleiding van de ontdekking door Kees Doornenbal van de originele tekeningen van Den Besten. Aangezien de cabaretzaal oorspronkelijk een vlakke vloer had en een podium aan één zijde was het niet mogelijk de zaal volledig terug te brengen in de toestand van 1919. Vanwege het gebruik als filmzaal diende de inmiddels aangebrachte oplopende vloer te worden gehandhaafd en ook de achterwand staat niet op de originele plaats, omdat zich daarachter een filmprojector bevindt. De wanden plafonddecoraties zijn echter wel teruggebracht, en dat kan spectaculair genoeg genoemd worden. Waar informatie ontbrak heeft Liesbeth Stinessen de tekeningen aangevuld. Hiervoor heeft deze Haagse kunstenares onderzoek gedaan naar het werk van Pieter den Besten. In een interview zegt zij hierover: 'De muurschilderingen in Tuschinski heeft hij in 1919 gemaakt en dat kun je zien. Er zitten wel bepaalde elementen in, maar het is nog niet echt art deco te noemen. Het zit tussen jugendstil en art deco in. Dat vind ik mooi om te zien; het is nog niet helemaal uitgekristalliseerd en je ziet Den Besten zoeken naar zijn eigen vorm’. (7)

Het terugbrengen van de beschilderingen van Pieter den Besten in La Gaîté ('zaal 2') kan het ware sluitstuk van de restauratie van het hele gebouw genoemd worden, waar ter gelegenheid van het 100ste jubileumjaar wel wat extra aandacht voor mag komen. Door de tijdelijke sluiting vanwege de Coronapandemie heeft bijna niemand de zaal nog kunnen aanschouwen.

Walther Schoonenberg

Voetnoten
1. Dit artikel is mede ontleend aan het artikel op de website van Aaldrik Zaaiman: https://www.amsterdamhv.nl/wiki/reguliersbreestraat 26.php, evenals aan het artikel op de website Wendingen: https://amsterdamse-school.nl/objecten/gebouwen/theater-tuschinski-exterieur/index.php
2. J.P.M., 'Algemeene beschouwingen' in: Bouwkundig Weekblad 42 (1921), p. 81.
3. Zie: https://www.parool.nl/amsterdam/pathe-tuschinski-uitgeroepen-tot-mooiste-bioscoop-ter-wereld~bbe8d77c/
4. Max Put, Art Nouveau in Amsterdam 1895-1910, Amsterdam 2020, p. 45.
5. Zie: https://www.joodsamsterdam.nl/ henri-wallig/
6. Vriendelijke mededeling van Kees Doornenbal
7. Zie: https://www.parool.nl/nieuws/de-grandeur-van-1920-is-terug-in-bioscoop-tuschinski~b4875bf8/

(Uit: Binnenstad 305, sept./nov. 2021)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.