Winkelpuien

Wie naar de stad gaat, kijkt naar de winkels, dat gebeurt vanzelf. Het is niet eens nodig om er binnen te gaan. Het vergelijken en keuren van wat er allemaal te koop is, blijft een van de belangrijkste attracties van de stad.

zoals vanouds in de Jordaan
zoals vanouds in de Jordaan

zoet winkelen achter een herstelde pui
zoet winkelen achter een herstelde pui

Het is ook een van de oudste stedelijke functies, oorspronkelijk geconcentreerd op het marktplein dat tevens diende voor volksvergaderingen en rechtspraak.
De ontwikkeling sinds de vroegste nederzettingen is een historie van specialisatie en afsplitsing.
Bestuur, justitie, goederenproduktie en dergelijke trokken zich terug op eigen domeinen die meestal geen direct ruimtelijk verband meer hebben met de stad als ontmoetingspunt. Met de winkels is dat wat anders. De buurten waar het publiek het gevoel heeft in het hart van de stad te verkeren, zijn ondenkbaar zonder winkels. Men verwacht er de rijkste keuze.
Een nieuwe stadswijk gaat pas een eigen leven leiden zodra er winkels komen, en de opkomst of achteruit gang van een straat valt het best af te lezen aan de kwaliteit van de winkels.


als een salonmeubel uit 1910
als een salonmeubel uit 1910

koper en marmer uit 1880
koper en marmer uit 1880

Die kwaliteit blijkt niet alleen uit de hoedanigheid van de aangeboden goederen en diensten, maar ook uit de manier van presentatie; de etalages, de reclame en de puien.
Daarmee raken we een gevoelig punt in de discussie over de binnenstad. Op oude prenten en schilderijen is te zien hoe ambacht en nering zich in vroeger eeuwen vanzelfsprekend voegden in het stramien van straten en huizen. De hoge houten puien, met luiken en luifels om de uitgestalde waren te beschermen, gaven de grens aan tussen privé-domein en openbaar terrein. De binnenruimte van het voorhuis en de buitenruimte op straat vormden echter samen het gebied waar ambachtsman, koopman en publiek elkaar ontmoetten. De levendigheid van die grenszone is functioneel dezelfde als op de markt of in een moderne winkel straat.
Het verschil schuilt in de vormgeving. Bij het oude stadshuis, waar boven het bedrijf gewoond werd, is wel een deling aanwezig - gemarkeerd door de puibalk - tussen het gesloten woongedeelte en het naar de straat open werkgedeelte. Toch vormen beide delen duidelijk één vertikaal geheel. Die twee-eenheid is heel lang bewaard gebleven, door alle gedaanteverwisselingen van de pui heen. Winkels zijn nu eenmaal veranderlijk van aard, om niet te zeggen: mode-gevoelig. Men kan de aandacht van het publiek niet blijven trekken door steeds dezelfde artikelen op dezelfde manier te etaleren.
Dat betekent niet alleen dat de etalages een paar keer per jaar nieuw ingericht moeten worden, maar ook dat de winkelier de nieuwsgierigheid van de voorbijganger wil prikkelen door reclame, en dat hij geneigd is zijn zaak periodiek te verbouwen.
Dat hoort er allemaal bij, en het behoeft geen ramp te zijn wanneer een nieuwe winkelpui minder gelukkig uitvalt, omdat de kans groot is dat er tien of twintig jaar later een andere voor in de plaats komt. De grote verscheidenheid aan winkelpuien in de laatste honderd jaar vormt veel minder een eenheid met de rest van het stadsbeeld dan die van voor 1850, toch kan dit op zichzelf een zekere charme hebben.
Modieuze vormen worden eerst ouderwets en kunnen daarna opnieuw in trek raken bij een bepaald publiek. Dat is tegenwoordig duidelijk het geval met de Jugendstil en met de iets oudere neogotische en neo-renaissance ornamentiek.


de drogist met gaper
de drogist met gaper

schaalvergroting in de breedte
schaalvergroting in de breedte

Het probleem waarmee wij thans te doen hebben is dat in de laatste kwart eeuw de moderne winkelpuien steeds grover, groter en armer van vormgeving worden. Men kan het de winkeliers niet kwalijk nemen, want zij volgen de smaak van het publiek. Het succes van de supermarkt, waar de koper, murw gemaakt met 'voordelige aanbiedingen', schreeuwende reclame en radiogeschetter, zijn auto vollaadt met spullen, geeft aan in welke richting het bergafwaarts gaat.
Er heerst een drang naar schaalvergroting; de etalages worden zo breed mogelijk gemaakt, liefst over meerdere panden. Lichtreclames proberen de buren te overtroeven, het architectonische verband tussen de pui en het gebouw erboven gaat verloren, de omlijsting van de etalages, voorzover nog aanwezig, bestaat uit glimmend metaal of gepolijst marmer als decoratieve dekplaat.

Deze ontwikkeling houdt in dat de periodieke verbouwing van de winkel puien in de oude stad een veel grotere mate van deskundige begeleiding - in ambtelijke termen: welstandstoezicht - nodig heeft dan vroeger. Wil de binnenstad zijn gezicht, en daarmee ook zijn aantrekkelijkheid voor het winkelende publiek behouden, dan mag het geen kermisachtige supermarkt worden. Dit wil zeggen dat wij zuiniger moeten worden op de puien uit de laatste eeuw, omdat deze in hun ambachtelijke detaillering niet meer door iets gelijkwaardigs te vervangen zijn.
Het houdt beperking van de reclame in, en waar mogelijk herstel van het zichtbare verband tussen de straat voor en het huis boven de winkel.
Het betekent ook dat er niet overal winkels mogen komen. De stad heeft eveneens behoefte aan parterre-woningen. Winkels zijn onmisbaar voor de stad, maar de stad hoeft niet ontoonbaar te worden door de winkels.

Geurt Brinkgreve

(Uit: De Lamp van Diogenes 30, december 1974)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.