Van wie zijn de lege kerken?

Bij de gemeentebegroting-1975 werd aangekondigd dat B. en W. een beleidsnota aan de raad zouden voorleggen over de leegstaande en leegkomende kerkgebouwen. Publicatie van die nota en een daarop volgende besluitvorming is dringend nodig.
De Posthoorn boven de stadsdaken

Het is immers een absurde toestand dat deze voor de stad belangrijke gebouwen óf in de onroerend-goed handel terechtkomen, en dan gevaar lopen te worden gesloopt, of zoals bij de Zuiderkerk en de Noorderkerk gebeurde, eerst jarenlang staan te verkommeren voordat de gemeente tot aankoop overgaat. Dan is de koopsom wel lager, maar de schade door verwaarlozing is vele malen groter, en die moet ook door de overheid worden betaald. Het gaat om niet minder dan 54 waardevolle kerk- en synagogegebouwen, vrijwel alle vermeld in het monumentenregister of in de ontwerpaanvulling op het register, en van die 54 zijn er nu al 18 buiten gebruik. Dat aantal zal in de komende jaren nog wel blijven groeien. Toch is dit geen reden om in paniek te raken. Het gemeentebestuur kan kracht putten uit het voorbeeld van zijn voorgangers uit de jaren na 1578.

Behalve de twee grote parochiekerken, de Oude en de Nieuwe Kerk, die toen voor de Hervormde kerkdienst in gebruik werden genomen, verloren bij de Alteratie tientallen kloosters en kapellen hun functie, zonder direct een nieuwe bestemming te hebben. De gebouwen werden door het stadsbestuur beheerd en bleven soms vele jaren leeg. Zo duurde het tot 1607 voordat de Begijnhofkapel werd toegewezen aan een Engels kerkgenootschap.
Andere kerkgebouwen kregen een stedelijke functie, zoals de Agnietenkapel die tenslotte de zetel werd van het Athaeneum Illustre.
Bij de grondwet van 1798 werden de kerkgenootschappen eigenaars van de door hen gebruikte gebouwen; alleen de torens bleven stadseigendom. De huidige situatie betekent dat het uit de Franse tijd daterende eigendomsrecht van de kerkgenootschapen onhoudbaar blijkt omdat de functie verloren gaat en omdat zij de lasten niet meer kunnen dragen. Dan keren wij terug naar de verhoudingen die vóór 1798 bestonden: het recht van de kerkelijke gemeenschap zou een gebruiksrecht moeten worden onder medeverantwoordelijkheid van de stedelijke overheid.

(Uit: De Lamp van Diogenes 49, maart 1978)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.