Over nummer 42: themanummer over de grachten

Niet iedereen houdt van de Amsterdamse grachten. Voltaire nam afscheid met de tekst: "adieu, canaux, canards, canaille"; vrij vertaald: vaarwel grachten, roddel en tuig!
Een reiziger in 1800 schreef: "de Amsterdamsche grachten zijn over het algemeen met stinkende uitwerpsels van allerleien aard opgevuld. In heete zomerdagen moeten de schadelijke uitdampingen voor de gezondheid zeer nadelig worden en het genoegen der inwoners verstoren".
De NZ Achterburgwal (gedempt in 1867, daarna de Spuistraat)
De Reguliersgracht (bijna gedempt in 1900)

Vandaar dat het dempen van grachten als een verbetering voor de volksgezondheid werd aangeprezen. Later werd dat: verbetering van de verkeerscirculatie. Wie het heilzame effekt wil ervaren, moet eens tijdens het spitsuur over de Rozengracht of de Spuistraat fietsen, en daarna een stukje Herengracht proberen. Daar zit de zaak ook wel eens vast, maar de stank, het lawaai en de verstopping van de door demping ontstane straten vindt men niet langs het water. Waarmee slechts gezegd wil zijn dat de argumenten waarmee aan de stadswateren werd en wordt geknaagd, niet deugen. Zij laten bovendien de hoofdzaak buiten beschouwing, namelijk dat het water een onmisbaar onderdeel vormt van het eigen karakter van Amsterdam.
In dit nummer van de Lamp willen wij opnieuw aandacht vragen voor wat er met en op de grachten gebeurt. Het onderwerp is omvangrijk genoeg voor een dik boek; meer dan enkele aspekten kunnen hier niet aan de orde komen: oude en nieuwe bruggen, het dempen en weer opengraven van grachten - het geval Houtkopersburgwal - en het wonen op het water - de woonschepen.
Wat de redaktie met dit weinige bedoelt zal duidelijk zijn. Wie er niet van houdt zal het nooit ontdekken.

(Uit: De Lamp van Diogenes 42, februari 1977)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.