De reliëfs zijn echter gehakt door de beeldhouwer Henri C.F. van Haaren. Zij stellen voor een
mannelijke en een vrouwelijke lepralijder, met de klepper waarmee deze eertijds hun nabijheid bekend
moesten maken als voorzorg tegen besmettingsgevaar. De oorspronkelijke reliëfs waren uitgevoerd in
Udelfanger zandsteen, een fijnkorrelige zachte steensoort die zich gemakkelijk laat bewerken, maar
onvoldoende weervast is. De reliëfs waren zo ver verweerd dat slechts een globale
hoofdvorm herkenbaar was, waaruit niet meer dan de maat en de houding van de
figuren viel af te leiden.
Van dat gegeven uitgaande heeft de beeldhouwer de twee fraaie nieuwe beelden gehakt, in de
details van de vormgeving duidelijk werk van onze tijd, en toch met de allure en de plastische
werking van de vroeg-17de-eeuwse originelen.
De Leprozenpoort vormde de toegang tot de binnenplaats van het Leprozen- of Lazarushuis, dat in de
15de eeuw werd gebouwd buiten de veste, aan de dijk die naar Muiden voerde. Het stond op de plek
van het vormloze gat-in-de-stad dat nu Mr. Visserplein heet. Toen het Leprozenhuis omstreeks 1860
werd afgebroken bouwde men daar een politiebureau en een laboratorium, maar de poort, uitkomend
in de Lazarussteeg, bleef behouden. Dat duurde tot de IJtunneltoegang werd aangelegd en de
bebouwing aan weerszij van de Lazarussteeg onder de slopershamer viel. De zijgevel van de Mozes-
en Aaronkerk kreeg nu een lege ruimte voor zich, een situatie waarop de architectuur niet
was berekend. Gelukkig werden bij de afbraak de brokken van de Leprozenpoort
opgeslagen voor een mogelijke reconstructie elders.
Het was de stichting De Pinto die deze mogelijkheid aangreep in haar plan om het bouwblok Sint
Antoniesbreestraat - Snoekjessteeg - Snoekjesgracht - Sint Antoniesluis (toen Zwanenburgwal) volgens
de oorspronkelijke rooilijn te restaureren en te herbouwen. Om de enkele meters
rooilijn die voor de poort nodig waren, is hevige strijd gevoerd met de gemeentelijke
diensten, maar het is ten slotte gelukt: de Leprozenpoort staat er weer, op een paar
honderd meter afstand van de oorspronkelijke plek. Het is een van de talrijke poorten uit de
werkplaats van Hendrick de Keyser, een sieraad voor de stad dat vele herinneringen vasthoudt: aan
het Leprozenhuis, aan de verkeersdoorbraken, aan het begin van de herbouw in de Nieuwmarktbuurt en de
beeldhouwers Van Haaren en 't Mannetje die het werk uitvoerden.
Geurt Brinkgreve
(Uit: De Lamp van Diogenes 104/105, sept. 1987)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.