Het is een omvangrijk stuk van 26 blz., waarin 31 bezwaarschriften afzonderlijk worden
beoordeeld. Ons bezwaarschrift nr. 1 dat gebaseerd was op onze opiniepeiling, werd
door 18 anderen ondersteund. Gedeputeerde Staten antwoordden hierop:
'Dat het woonschepen bestand in vele, doch zeker niet in alle gevallen, een aantasting betekent
van betover het algemeen unieke en waardevolle historische stadsbeeld, erkennen wij. Aan een
verplaatsing ervan naar andere plaatsen zou uit architectonisch-stedebouwkundig oogpunt
stellig de voorkeur dienen te worden gegeven. De aanwezigheid van de woonschepen is echter zodanig
lang gedoogd, dat een verplaatsing gelet op het aantal schepen en de juridische en financiële
consequenties, niet reëel te achten is.
Wij kunnen derhalve instemmen met de keuze van de gemeenteraad tot legalisering van het bestaande
woonschepenbestand over te gaan.
Gelet op de te beschermen waarden in dit gebied achten wij echter een uitbreiding, zoals het plan
via vrijstelling mogelijk maakt, niet aanvaardbaar. Wij hebben in verband hiermee dan ook goedkeuring
onthouden aan artikel 14 lid 4 en lid 5. De bezwaren achten wij, gelet ook op de rechtsbescherming van
de eigenaren/bewoners van woonschepen, onvoldoende zwaarwegend om aan de woonschepenregeling in
zijn geheel de goedkeuring te onthouden'.
De plekken die niet als ligplaats mogen worden gebruikt zijn: Keizersgracht tegenover 44-70,
Herengracht tegenover 50-80 en 67, Prinsengracht tegenover 113-157, 236-268 en 469-479, en Westermarkt
36-58.
Er is dus wel iets gewonnen. Dat de woonschepenchaos het grachtenbeeld aantast, wordt erkend.
Uitbreiding wordt niet goedgekeurd. Het zijn de praktische overwegingen: geen geld, geen
rechtsmiddelen en geen beschikbaar alternatief, die een krachtig ingrijpen blokkeren. Het
gemeentebestuur heeft het met zijn gedoogbeleid (of ontbreken van beleid) te ver laten komen. Toch
blijven er nog vragen over. Waarom geen bepaling dat woonschepen op hun huidige ligplaats niet
mogen worden vervangen, zodat op den duur de walkanten weer vrijkomen? Waarom
geen welstandsbepaling, zoals voor elk gebouw op de vaste wal geldt, zodat tegen
de ergste visuele brutaliteiten kan worden opgetreden?
Het bestuur van onze vereniging is in hoger beroep gegaan bij de afdeling Geschillen van bestuur
van de Raad van State.
Geurt Brinkgreve
(Uit: De Lamp van Diogenes 104/105, sept. 1987)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.