De Parijse maquettes (1923-2023)

Ik was het zelf vergeten, maar de krant besteedde er de nodige aandacht aan. Een eeuw geleden exposeerden Van Eesteren en Van Doesburg de zogenoemde Parijse maquettes in Galerie de L'Effort moderne. Er waren overigens niet alleen maquettes maar ook tekeningen te zien.
Parijse maquette

Manfred Bock heeft in het eerste deel van de Van Eesteren monografie zijn uiterste best gedaan om deze ontwerpen, als dat het juiste woord is, te beschrijven als een min of meer normaal architectuurhistorisch gegeven.Maar hij was zich natuurlijk terdege bewust van de mythologie die zich heeft gevormd rond deze avantgarde kunstwerken. De Parijse maquettes hebben op architecten een bijna magische aantrekkingskracht gehad.

Van Eesteren zelf vond al deze belangstelling voor zijn jeugdwerk sterk overdreven en zelfs irritant. Hebben jullie het weer over die huisjes, zei hij kribbig, wanneer de Parijse maquettes ter sprake kwamen. En dat gebeurde vaak, omdat zijn reputatie als ontwerper na de oorlog herleefde door het proefschrift van Jaffé over De Stijl. Het werd gepubliceerd in het Engels en plotseling stond hij weer in de belangstelling, maar niet als ontwerper van het Algemeen Uitbreidingsplan van Amsterdam.

Ik herinner mij nog goed dat Van Eesteren ook niet begreep waarom zijn stedenbouwkundige werk uit de jaren twintig van enige betekenis kon zijn voor historici. Het was de bedoeling dat ik een doctoraalscriptie zou schrijven over die periode. Hij luisterde dan welwillend naar mijn vragen en begon vervolgens een exposé over het Algemeen Uitbreidingsplan. Zelfs een baanbrekend prijsvraagontwerp als Unter den Linden interesseerde hem niets meer. En mijn belangstelling voor de Berlagiaanse uitbreidingsplannen voor zijn geboortedorp Alblasserdam vond hij duidelijk gênant. Het heeft lang geduurd voordat het tot mij doordrong dat Van Eesteren niet veel begreep van zijn eigen geschiedenis en de voorgeschiedenis van het Algemeen Uitbreidingsplan. Telkens weer diste hij het verhaal op dat de Afdeling Stadsontwikkeling in Amsterdam had verzonnen over wetenschappelijke stedenbouw, het officiële verhaal.

Van Eesteren was 26 toen de Parijse maquettes werden geëxposeerd. Dat is jong voor een architect die van huis uit weinig intellectuele bagage heeft meegekregen, zijn vader was aannemer in Alblasserdam. Hij had in 1921 de Prix de Rome gewonnen en maakte vervolgens in 1922 kennis met Van Doesburg in Weimar. Uit zijn dagboek blijkt dat de moderne kunst een groot probleem voor hem was, dus Van Doesburg, die veel ouder was, vond een gewillig oor. Vandaar ook hun samenwerking en de Parijse maquettes. Van Doesburg was geen architect dus de ruimtelijke composities en het tekenwerk mogen wel toegeschreven worden aan de jeugdige van Eesteren. Het visualiseren van ruimte is ook de essentie van zijn stedenbouwkundige prijsvraagontwerpen uit de jaren twintig.

De architectuur van het bouwblok

De lessen van Berlage waren daarbij van groot belang. Hij wees de architecten van de Amsterdamse School de weg naar de architectuur van het bouwblok, 'die einheitliche Blockfront', zoals dat in Duitsland heette, waarbij de stedelijke ruimte geabstraheerd werd tot een compositie van horizontale lijnen en verticale accenten. Zelfs Piet Kramer kon moeiteloos zo’n schets maken voor een straathoek. Van Eesteren radicaliseerde dat idee in 1924 met zijn prijsvraagontwerp voor het Rokin. De straatwand is gereduceerd tot een lijn die de maximaal toegestane bebouwingshoogte aangeeft, met een kantoortoren op de hoek bij het Spui, als verticaal accent. Een jaar later won hij een prestigieuze eerste prijs met een vergelijkbaar maar veel complexer ontwerp voor Unter den Linden in Berlijn.

Dat was een meesterwerk, maar Van Eesteren begon al te begrijpen dat dergelijke ontwerpen van geringe betekenis waren voor de ontwikkeling van de stedenbouw. Meer en meer werd duidelijk dat de snelle groei van het autoverkeer niet paste in de traditionele stedelijke ruimte, terwijl het streven naar veel meer parkruimte met open bebouwing ook de woonwijk een nieuw aanzien zou geven. Om wat te verdienen, maakte hij in 1928 nog een ontwerp voor de bebouwing van de Haagse wijk Molensloot. Die architectuur is zeker niet revolutionair maar evenmin conventioneel, het Duitse woord 'Reformarchitektur' komt hier wel van pas. Sowieso had Van Eesteren meer affiniteit met Fritz Schumacher dan met Le Corbusier. Met zijn prijsvraagontwerp voor een aula in Wageningen ten behoeve van de landbouwhogeschool kwam een einde aan zijn loopbaan als architect. Dat was bepaald niet hemelbestormend, maar als geboren Wageninger zou ik het graag inruilen voor de aula van Zwiers die er nu staat.

De vraag is wat de Parijse maquettes nu eigenlijk betekenen voor de architectuurgeschiedenis. Als puur theoretische exercitie in de architectuur van de avantgarde zijn het iconen geworden van de avontuurlijke geest waarmee architecten toen hun vak beschouwden. Aangemoedigd door Van Doesburg zocht de jeugdige Van Eesteren de grenzen op van het architectonisch ontwerp. Die ervaring kwam hem goed van pas toen hij vervolgens ook de theorie van de stedelijke ruimte, zoals geformuleerd door Berlage, onderwierp aan een kritisch onderzoek. Zijn ontwerp voor Unter den Linden demonstreerde in feite dat de geschiedenis van het stedelijk bouwblok voltooid was.

Dat inzicht werd in 1926 nog eens onderstreept door een prijsvraagontwerp voor de verkeersproblemen in Parijs. Van Eesteren was geen theoreticus maar hij nam wel degelijk kennis van de nieuwste ontwikkelingen in de stedenbouw. Het tijdperk van Berlage was voorgoed voorbij en het stedenbouwkundig ontwerp moest radicaal vernieuwd worden. Al snel na zijn aantreden in Amsterdam, op 1 mei 1929, werd duidelijk dat hij in staat was om de structuur van een moderne stad te verbeelden in een ruimtelijk plan. Dat was Plan West binnen de Ringbaan, september 1929. De Parijse maquettes zijn beroemd, maar met Plan West begon een nieuw tijdperk in de stedenbouw.

Vincent van Rossem

(Uit: Binnenstad 311, april-juni 2023)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.