In Memoriam

Jenny Bierenbroodspot (1941-2023)

Jenny Bierenbroodspot-Rudolph, die op 7 augustus 2023 onverwacht overleed, was een groot vriendin van de binnenstad. Ze was lid, bestuurslid, commissaris of adviseur van zoveel erfgoedorganisaties, stichtingen en verenigingen dat je haast zou vergeten dat ze juist in de VVAB vrijwel vanaf het begin actief is geweest.
Jenny Bierenbroodspot (foto Wim Ruigrok)

Vanaf 1974 tot vrij recent heeft Jenny belangijke bijdragen geschreven voor ons blad en de voorganger daarvan, De Lamp van Diogenes. Aanvankelijk gingen die bijdragen vooral over stedenbouwkundige onderwerpen als de ontdemping van voormalige grachten en de keur- en binnentuinen in de grachtengordel, maar gaandeweg – zou het zijn omdat ze een achterkleindochter van architect Leliman was? – steeds meer over negentiende-eeuwse ensembles en gebouwen, zoals het Binnengasthuis en het Museumplein.

Ze was mederedster van tal van negentiende- en twintigste-eeuwse gebouwen in de stad, stuk voor stuk gebouwen waarvan je je nu niet meer kunt voorstellen dat men op het idee kwam om ze te slopen. Haar jarenlange inzet voor de gebouwen op het Binnengasthuisterrein – vooral die van A.N. Godefroy, zoals de Kraamvrouwen- kliniek en het 'Gebouwtje onder de Klok' bij de ingang, gingen haar na aan het hart – en voor de Vondelkerk en de Posthoornkerk, twee Cuyperskerken, speelde een beslissende rol in de strijd voor het negentiende-eeuwse erfgoed.

Pionier

Door haar ervaringen met de Stichtingen Vondelkerk en Posthoornkerk was ze mede-oprichtster van het Amsterdams Monumenten Fonds, dat later fuseerde met het al langer bestaande Stadsherstel. Voor de herwaardering van de negentiende eeuw mag ze gerust, samen met haar buurman aan de Bloemgracht, hoogleraar architectuurgeschiedenis Kees Peters, Lydia Lansink en Guido Hoogewoud, een pionier genoemd worden. Want dat we erfgoed nu als één geheel, als een doorlopend continuum zien, was vijftig jaar geleden nog allerminst vanzelfsprekend. Tussen 1900 en 1975 werd de architectuurgeschiedenis, juist ook bij de officiële monumenteninstanties, als een 'gebroken geschiedenis' gezien, waarin de negentiende eeuw als een groot zwart gat gold, een volkomen mislukte periode, uit de puinhopen waarvan architectuur opnieuw moest worden opgebouwd.

In 2004 verscheen haar samen met Margriet de Roever geschreven boek De Begraafplaatsen van Amsterdam. Ze was in die tijd ook kunstgeschiedenis aan de VU gaan studeren als aanvulling op haar studie historische geografie in de jaren '60. Wat Jenny misschien nog het meest typeerde was dat ze in het algemeen veel meer in ruimtelijke structuren dan in objecten dacht en aangezien dat in de jaren '70 en '80 nog een vrij zeldzame eigenschap was in de monumentenwereld, nam ze achtereenvolgens zitting in de Monumentenraad, de Raad voor het Cultuurbehoud (in de Rijkscommissie voor de Monumenten, de Registratiecommissie en de Commissie Buitenplaatsen) en na 1995 in de Raad voor Cultuur (Bijzondere Commissie Monumenten).

Al met al heeft ze daarmee zo'n twintig jaar ononderbroken het Rijk geadviseerd, waarvoor ze dan ook geridderd is. Een deel daarvan heb ik, mede door haar toedoen, mogen meemaken, zodat ik van dichtbij haar waardevolle 'ruimtelijke' inbreng heb ervaren. Jarenlang reden we samen vanaf de Bloemgracht naar Zeist. Haar gezellige eetkeuken achterin het souterrain van haar monumentale huis, waar we onder meer vergaderden met het Cuypersgenootschap, was een van de meest gastvrije plekken in Amsterdam die ik ken. Jenny's innemende, in alles en iedereen geïnteresseerde, geestige persoonlijkheid, die ook heel wat bijeenkomsten van de VVAB opluisterde, zal node gemist worden in het vaak wat stugge erfgoedwereldje.

Wilfred van Leeuwen

(Uit: Binnenstad 312, december 2023)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.